Het leven als dansfeest

Geen categorie18 mrt 2014, 15:00
 
Afgelopen zondag was het een jaar geleden dat journalist, tekstschrijver en voormalig Perdu-uitgever Joris van Groningen voortijdig en plotseling stierf. Familie, vrienden en bewonderaars van de literair begaafde vrijbuiter herdachten zijn overlijden bij de presentatie van de bijzondere bundel Tekst: brieven, e-mails en andere berichten van Van Groningen. Met de uitgave zag ook een ander boekje het licht: Naar een einde waar niemand ons bijstaat, een boekje over Van Groningen door Chrétien Breukers, vriend en uitgever van diens bundel.
 
‘Vandaag ben ik voor de eerste keer gestorven. Ik ben erachter gekomen dat het twee keer kan. Een keer op de gebruikelijke manier, de andere keer heeft men zelf in de hand, namelijk bij het lezen van Tolstojs De doos van Iwan Iljitsj. Gelukkig heb ik het nog uit kunnen krijgen. Het is werkelijk prachtig en treurig; over een man die ziek wordt, weet dat hij niet meer zal herstellen en in een terugblik opz ijn leven tot het beseft komt dat zijn bestaan waardeloos is geweest.’ Een fragment uit een van de vele brieven die Van Groningen in zijn leven schreef – deze gericht aan zijn ouders, die hij minutieus op de hoogte hield van zijn vorderingen tijdens zijn studie Nederlands in de jaren tachtig en negentig, van zijn fysieke gesteldheid en van zijn amoureuze belevenissen.
Zelfspot
Broer Eddie van Groningen maakte een selectie uit de geschreven nalatenschap van Van Groningen; brieven, e-mails, Facebookberichten, essays, maar ook verslagen die hij als twaalfjarige schreef over de atletiekwedstrijden waar hij aan deelnam. Uit het geschrevene groeit een man met een fijnzinnige pen, een Reviaans gevoel voor humor, flink veel zelfspot en een scherp, maar mededogend oog voor de wereld om hem heen. Het leven gaat hem niet altijd even gemakkelijk af, en liefde voor de mensen ook niet, maar toch spreekt uit zijn teksten een onstuitbare blijmoedigheid, die hem altijd weer uit zijn dalen doet opkrabbelen: ‘Emblematisch voor deze heroriëntatie op het leven is dat ik kennis heb gekregen aan een dame, over wie ik nogal verrukt ben, want ze is heel innemend en bovendien toegerust met een glimlach die stralend en bijna niet meer van deze wereld is, en ze gaat o wonder, goed gekleed, zonder sieraden, waar ik nou eenmaal een verschrikkelijke hekel aan heb.’
En na zo’n euforische top volgde onvermijdelijk weer een somberder kijk op de wereld: ‘ik ga ook permanent gebukt onder een laaghangend wolkendek. Naast mijn werk, dat nu wat beter gaat, schijnt het me maar niet te lukken wat leuks van het leven te bakken. En dat terwijl ik bijna alles mee heb en me veel meer is gegeven dan anderen, wat het natuurlijk alleen maar erger maakt – het is een schande.’
Weerzinwekkende opgewektheid
In het boek maak je, zoals in het voorwoord van broer Eddie staat, kennis met zijn vrienden, vriendinnen, dierbaren en familie, maar ook met wat hem bezighield. ‘Al met al is het een verslag geworden van een leven. Een verslag van iemand die graag verslag deed van alle dingen om hem heen.’
De e-mails bevatten correspondentie met onder andere Chrétien Breukers, schrijver en uitgever en vriend van Van Groningen. Na de dood van Van Groningen besefte Breukers dat hij iets over hem wilde schrijven, gekoppeld aan het werk van W.F. Hermans, een schrijver die door Van Groningen werd gewaardeerd, al ging zijn hart meer uit naar die ander grote volksschrijver, Gerard Reve. ‘Ik ben door Joris’ dood tot Hermans gekomen, opnieuw’, schrijft Breukers, die in zijn boekje constateert dat agressie een van de drijvende krachten is achter Hermans literaire inspanningen. ‘Joris was ook agressief. Misschien angstig. Maar hij was niet rancuneus. Ik denk soms dat hij dat best een beetje meer had mogen zijn. Hij zag toch altijd het goede in veel mensen en keek tegen sommige mensen zelfs op.’
In de beide boeken herleeft de op vijftigjarige leeftijd gestorven Van Groningen, niet alleen voor zijn vrienden en familie, maar hopelijk ook voor de mensen die hem nog niet kenden. ‘Hopelijk kan ik het aan, het leven als dansfeest, met al die weerzinwekkende opgewektheid. En echt, ik heb je lief. Op de onbeholpen manier waarmee ik alles aanpak. Met twee linkerhanden. Geheel onvoorbereid en slecht toegerust. Zonder diploma of bijzondere geschiktheid. Ik ben geen vakman. Ik ben maar een amateur.’
 
Tekst – Joris van Groningen
Naar een einde waar niemand ons bijstaat – Chrétien Breukers
Uitgeverij De Contrabas, Utrecht 2014
 
Ga verder met lezen
Dit vind je misschien ook leuk
Laat mensen jouw mening weten