Bij incidenten kun je volhouden dat het per ongeluk was, maar wanneer een structureel patroon waarneembaar is -zoals in het geval van Nederlandse oorlogshandelingen in het Midden-Oosten- dan is een pittig gesprek noodzakelijk. Een foei-gesprek met minister van Defensie Ank Bijleveld (CDA) is op z'n plaats nu zij weigert verantwoordelijkheid te nemen voor mensenrechtenschendingen door de Nederlandse regering, via de Volkskrant.
Het feit is dat de Nederlandse regering verantwoordelijk is voor twee grote missers op het gebied van Buitenlandse zaken in korte tijd, te weten het steunen van jihadistische rebellen in de Syrische burgeroorlog en het meermaals bombarderen van burgers met F16's.
Dat een pittig gesprek noodzakelijk is over de oorlogshandelingen in territoria waar Nederland eigenlijk niets te zoeken heeft -in deze het Midden-Oosten- is evident. De Tweede Kamer laat wederom weten ontstemd te zijn en dan met name omdat de Kamer te laat door het kabinet werd geïnformeerd over de effecten van de Nederlandse oorlogshandelingen.
De kabinetten Rutte 1, 2 en 3 weigeren blijkbaar om op eigen initiatief transparant te zijn over de oorlogshandelingen in het Midden-Oosten -die zij uitgerekend in onze naam uitvoeren en van gemeenschapsgeld worden bekostigd. De zwakte van D66-volksvertegenwoordigers, normaal gesproken vaandeldragers van mensenrechten, spreekt in deze boekdelen.
Zo stelt d66-Kamerlid Salima Belhaj droogjes tegenover de Volkskrant dat zij de acties niets meer vindt dan:
"Een slechte zaak"
En dat was het dan.
Het was "een slechte zaak". Wat een eufemisme! De missers van de regering zijn niet alleen 'een slechte zaak', maar gewoon misdadig. Dat een D66-Kamerlid met deze bewoordingen de handelingen van de regering afzwakt heeft alles te maken met de politieke macht die D66 wil behouden. Wanneer Belhai te kritisch is op de coalitie leidt dit tot verlies van invloed. En dus ruilt de partij van Rob Jetten de mensenrechten van de Irakezen graag in voor wat extra subsidieprogramma in Den Haag.