Voor De Dagelijkse Standaard rekent 50Plus-lijsttrekker Henk Krol keihard af met de economische analfabeten die zeggen dat de AOW-leeftijd omhoog moet.
‘Zondag met Lubach’ had een maandje geleden (op 10 november) een item over de ouderen, die rijker en vermogender zijn dan jongeren. Ook werd een aanval op mij en op 50PLUS gericht naar aanleiding van de wens om de AOW-leeftijd weer naar 65 jaar terug te draaien. Het argument daarvoor was: 40 jaar geleden waren er vier werkenden op één gepensioneerde, nu zijn er twee werkenden op één gepensioneerde. En die verhouding wordt in de komende tientallen jaren nog ongunstiger. Bovendien blijven we ook nog veel langer leven. Dat alles maakt de AOW onbetaalbaar, tenzij we de AOW-leeftijd verhogen.
Dat argument is economische prietpraat! Als het gaat om betaalbaarheid dan is het niet behulpzaam alleen maar naar de top van de piramide te kijken. Je moet ook naar de basis kijken. De bevolking kan worden ingedeeld in drie categorieën: zij die beschikbaar zijn voor de arbeidsmarkt, zij die daarvoor te jong zijn en zij die daarvoor te oud zijn. Er is nog een kleine categorie van mensen die niet beschikbaar zijn voor de arbeidsmarkt om andere redenen, bijvoorbeeld omdat ze in de gevangenis of een inrichting verblijven.
Het CBS houdt nauwkeurig bij hoe het verloop van deze bevolkingscategorieën is. We kijken eerst naar 1970, nu zo’n 45 jaar geleden en dan naar de CBS-prognose voor 2021. In 1970 was de omvang van onze bevolking 13.039.000 personen. Daarvan waren 4.806.000 personen beschikbaar voor de arbeidsmarkt, ofwel bijna 37 procent. Dat wil zeggen dat elke werkende ook nog de kosten droeg van 1,7 niet-werkende. In hele getallen: er werkten drie mensen voor vijf niet-werkenden.
In 2021 liggen die cijfers als volgt: 8.280.000 werkenden en 9.150.000 niet werkenden op een totale bevolking van 17.430.000 personen. Een verhouding van 1 op 1,1. Ofwel in hele cijfers: er werken negen mensen voor tien niet werkenden. De situatie is nu dus veel gunstiger dan bijna vijftig jaar geleden. Er zijn aanzienlijk meer mensen gaan werken en het aantal kinderen is relatief drastisch afgenomen. Die effecten zijn veel sterker dan de toename van de gepensioneerden. Die toename gaat volgens de bekende prognoses nog door uiteraard, maar zal nooit ongunstiger worden dan in 1970 het geval was. Als het draagvlak van onze economie toen voldoende was om de lasten van jong en oud te dragen dan is dat op dit moment, nu we zoveel welvarender zijn geworden, zeker het geval!
En de AOW-uitgaven dan? Rijzen die niet de pan uit in de komende decennia? Er komt een miljoen gepensioneerden bij, dat is toch niet meer op te brengen? Dat blijkt in de praktijk wel mee te vallen. Ook hier kunnen de cijfers van statistiekinstituut CBS weer duidelijkheid geven. De uitgaven aan AOW zijn de laatste decennia in procenten van het bruto nationaal product niet gestegen. In de jaren negentig waren de uitgaven 5,9 procent van het bnp en nu is dat 5,5 procent. De uitgaven stijgen doordat het aantal gepensioneerden stijgt, maar ook doordat de AOW – in tegenstelling tot de aanvullende pensioenen – wordt geïndexeerd. Maar het BNP stijgt ook en de verwachting is dat de AOW-uitgaven een maximum zullen bereiken van 7 procent van het BNP en daarna weer zullen dalen. Het verschil met de AOW-uitgaven in de jaren negentig van de vorige eeuw is maar één procentpunt. Dat kun je met geen mogelijkheid onbetaalbaar noemen!
Er is dus geen enkele reden om de AOW-leeftijd zo drastisch te verhogen. Maar ik kan wél een groot aantal redenen bedenken waarom je terug zou moeten naar 65 jaar!
Henk Krol is lijsttrekker van 50Plus, de ouderenpartij die op dit moment op 11 virtuele zetels staat in de peiling van Maurice de Hond.