Minister van Economische Zaken en prominent VVD'er Henk Kamp heeft laten weten dat hij uit de politiek stapt als het kabinet Rutte II erop zit. Dat zei de minister vandaag zelf in de politieke talkshow Politiek in de Pol.
De Telegraaf bericht:De 63-jarige Kamp gaat nog niet met pensioen, maar: „Ik wil na de verkiezingen tot aan mijn pensionering in een iets rustiger tempo gaan werken.” Naar wat voor ’rustige’ baan zijn voorkeur uitgaat, is niet bekend.
Kamp is dit jaar precies vier decennia actief in de politiek. Kamp begon zijn politieke carrière als gemeenteraadslid namens de VVD in Borculo. Daarna was hij onder meer Statenlid in Overijssel, Kamerlid en minister van Defensie.
Kamp is natuurlijk de jongste niet meer, maar tegenwoordig is 63 jaar nou ook weer niet bijzonder oud. Sterker nog, mijn eigen generatie (ik ben van 1984) zal dan vrijwel zeker nog acht jaar lang door moeten werken. Dat hebben we overigens deels te danken aan Kamp en zijn kompanen.
Hoe dan ook, het afgelopen jaar kwam Kamp verscheidene keren in het nieuws. Eerst omdat hij de
gaswinning in
Groningen vorig jaar beperkte tot 30 miljard kuub en dit jaar tot 27 miljard kuub, maar ook omdat zijn ambitieuze plan om windmolenparken op zee te bouwen verworpen werd door de Senaat. Dat gebeurde met de kleinst mogelijke meerderheid in de Eerste Kamer: 38 senatoren waren tegen Kamps plannen, 37 voor. Je vraagt je af of dit iets te maken heeft met Kamps beslissing om het binnenkort voor gezien te houden in de politiek; het zou niet verbazingwekkend zijn.
Ik kijk uit naar het moment waarop Kamp ermee op houdt, en ik hoop dat hij dan zijn mening deelt over het algemene beleid van Rutte II en de linkse richting van de VVD onder Ruttes leiding de afgelopen paar jaar. Anders dan Markie Mark is Kamp namelijk wel degelijk principieel rechts. Het kan dus niet anders dan dat hij niet helemáál blij is met het kabinetsbeleid. Natuurlijk is zijn onvrede niet groot genoeg om er iets aan te doen door, ik zeg maar wat, met opstappen te dreigen, maar goed, dat kun je tegenwoordig niet meer verwachten van politici. De tijd dat onze politieke leiders over zoveel persoonlijke moed beschikten ligt immers al decennia achter ons.