De Europese Unie heeft zichzelf de taak gegeven om te zoeken naar oneerlijke concurrentie binnen de Europese markt. Zo had het in het verleden een boete van 1,06 miljard aan Intel gegeven, omdat het bedrijf gebruik maakte van haar machtspositie. Dit keer kreeg Google de boete, omdat het bedrijf haar eigen onderdelen hoger op de 'search' lijst zette. Google heeft bijvoorbeeld een eigen bedrijfsonderdeel dat vluchten vergelijkt en voorstellen doet hoe te reizen en met welke maatschappij. Er zijn nog meer van dat soort sites en bedrijven die advies geven over de vluchten en de prijzen en vergelijkingen doet, maar die komen dan lager in de lijst te staan die Google weergeeft.
Iedereen mag vinden van de Europese Unie wat diegene vindt, maar het is een noodzaak om binnen een markt, wat voor markt het dan ook is, om machtsmisbruik van bedrijven aan te pakken. Google is de afgelopen vijftien jaar een zeer belangrijk onderdeel van het dagelijks leven van mensen geworden. Zo is het woord 'googlen' een erkend werkwoord geworden.
Heel veel mensen zoeken van alles en nog wat via het internet en dan vooral via de 'search engine' Google. Daarbij is het verboden in een markt om de eigen diensten op zo cruciale en ingrijpende manier voor te trekken. Dit trekt de discussie ook verder, hoe ver mag Google gaan en hoe ver laten wij als consumenten en burgers Google gaan?
We zijn gewend om een aantal bedrijven in allemaal dagelijkse dingen specifiek te gebruiken, zoals Google en
Facebook. Die gebruiken steeds meer van de informatie die ze over jou beschikken en gaan daarmee aan de haal in hun eigen beleid. Daarnaast gaan de bedrijven zelf ook nog allemaal andere takken opzetten, zoals verschillende technologieën of zelfs series,
kijk maar naar Facebook. De Europese Unie doet er dit keer goed aan om Google aan te pakken, zo blijft de vrije markt gezond.