De Gezondheidsraad concludeert dat het interval tussen de eerste en tweede dosis van de vaccins van Pfizer en Moderna kan worden verlengd naar twaalf weken. Dat betekent dat veel meer mensen op korte termijn hun eerste inenting zouden kunnen krijgen. Dat meldt de NOS.
Momenteel is het zo dat het tweede Moderna-vaccin zo'n vier weken na de eerste prik wordt gezet. Voor Pfizer zit er zes weken tussen. Het (belabberde) vaccin-beleid van demissionair minister Hugo de Jonge is nog steeds vrij voorzichtig met de vaccinvoorraad, omdat er steeds meer rekening wordt gehouden met eventuele vertragingen. Maar nu zegt de Gezondheidsraad dus dat het in principe goed mogelijk moet zijn om iedereen op z'n minst die eerste prik te geven, zolang ze binnen twaalf weken die tweede ook maar krijgen.
Aan de andere kant adviseren ze ook om het interval terug te brengen naar wat de farmaceuten adviseren, als er géén schaarste is. Dus twaalf weken tussen beide prikken aanhouden is prima als het écht niet anders kan, maar het is 'onwenselijk' als het wél anders kan:
"Wanneer er voldoende vaccin beschikbaar is, zou het interval teruggebracht moeten worden naar dat wat in de productinformatie van de verschillende vaccins wordt aanbevolen."
De Jonge zal het advies waarschijnlijk wel gewoon over gaan nemen, waardoor er in de praktijk nog niet veel verandert. Maar in principe kan hij er dus wel gewoon flink op los prikken, als hij eens wat ruggengraat zou tonen.