Robert, Robert, Robert, waar ben je nou eigenlijk helemaal mee bezig?
Zoals wielerliefhebbend Nederland weet (en de rest van het trouwens ook) ging Robert Gesink - Neerlands hoop in het Algemene Klassement van de Tour de France - vier dagen geleden kei-hard onderuit. De Raborenner viel terwijl hij ongeveer 70 kilometer per uur reedt, na een dubbele salto, pardoes met zijn snufferd op het asfalt. Hij stond meteen op en kon de etappe hervatten, maar kwam hield er rugpijn en wat vervelende schaafwonden aan over.
In de etappes nadien - op het vlakke - kon Gesink bij het peleton blijven. Wel had hij het af en toe lastig, maar goed; het was vlak, dus dan moet je echt iets gebroken hebben als je moet lossen.
Gisteren verloor Gesink dan toch wat tijd, dit doordat er wat beklimmingen verricht moesten worden. Hoewel hij collega Laurens ten Dam eerst nog wist te vertellen dat hij 'goed was', moest hij er op de één na laatste beklimming toch af. In de afdeling kon de Rabotrein terugkomen in de groep Gele Trui, maar het was duidelijk dat de kopman er op de laatste heuvel wéér af zou moeten.
En dat klopte. Thor Hushovd en Philippe Gilbert konden mee met de besten, maar niet Gesink. Al met al verloor hij iets meer dan een minuut, waardoor hij een fors aantal plaatsen terugviel in het peleton.
Vervelend, natuurlijk, maar feitelijk was er nog niets verloren. Hij mag de Witte Trui van de leider in het jongerenklassement ook vandaag weer aantrekken en een minuut moet hij in goede vorm zeker goed kunnen maken op veel mensen die nu nog voor hem staan.
Toch
zei Gesink nadien dat hij niet wist of hij vandaag, zondag, wel weer zou opstappen. Hij herhaalde een zin die hij de dagen daarvoor al ettele malen had uitgesproken: "Zo heeft het voor mij geen zin".
Begrijpelijk, natuurlijk.
Of toch niet?
We hebben het hier namelijk wel over de Tour de France; de mooiste en belangrijkste ronde van het jaar. Je stapt niet af tenzij je iets gebroken hebt en werkelijk niet verder kunt. Een paar slechte dagen, of zelfs een slecht klassement, zijn geen reden om het bijltje erbij neer te gooien. Nee, ook niet als je een favoriet bent zoals Gesink.
Zelfs als hij vandaag weer een minuut of wat verliest is er voor de Raboleider geen enkele reden op te geven. Maandag kan hij genieten van een rustdag; de dokters en massaseurs kunnen hem dan oplappen. Misschien dat hij dan in de Pyreneeën en de Alpen toch gewoon weer mee kan doen.
En zo niet, dan is er altijd nog het vooruitzicht op dagzeges. Gesink is geen 'gewone' renner. Als hij tijdens de Tour iets herstelt kan hij gewoon proberen een dagoverwinning binnen te slepen. Natuurlijk is dat minder mooi dan een goed einklassement rijden, maar als renner moet je toch wat.
Gesink lijkt dat echter niet te begrijpen. Voor hem telt maar één ding: het podium in Parijs. Zit dat er niet in, dan geeft hij liever op; ook als dat inhoudt dat hij zijn ploeg en vele supporters danig teleurstelt.
Wat mij bij het volgende punt brengt: Gesink is nog jong, hij heeft nog het één en ander te leren. Één van de lessen die hij zich de komende jaren in de oren zal moeten knopen is dat je in de topsport niet kunt winnen zonder mentale weerbaarheid. Als je je dag niet hebt - of zelfs je week niet - moet je vooruit kijken en positief blijven. Er is altijd kans om iets binnen te halen, om iets te winnen. Stel je doelen bij en, voila, je hebt weer iets om voor te rijden.
Zolang Gesink dat niet doorheeft en zolang hij mentaal niet volwassen wordt heeft hij geen enkele kans de Tour te winnen,
Winnaars stappen niet af; niet tenzij het echt niet anders kan tenminste.