D66 MEP Gerbrandy reageert op onze kritiek - maar overtuigt niet.
Gerbrandy is dus zijn woord nagekomen. Hulde daarvoor uiteraard! Helaas is de inhoud van de reactie iets minder prijzenswaardig. Hij trapt af door een ogenschijnlijk wagenwijd openstaande deur nog wat verder in te duwen: Duurzaamheid is niet links. In ieder geval niet meer. Duurzaamheid gaat namelijk over schaarste en de economie. Als het debat over energievoorziening zou gaan, dan zou dat inderdaad kloppen. Geen enkel rechtsdenkend wezen zal vrijwillig afhankelijk willen blijven van energievarianten die alleen voorradig zijn in de schurkenstaten van deze wereld. Maar dit soort duurzaamheid heeft niets te maken het debat over palmolie. Begrippen als schaarste zijn op palmolie niet of nauwelijks van toepassing.
Dan het bewijs voor het bestaan van een economische noodzaak tot duurzaamheid. Unilever heeft aangekondigd in 2020 100% duurzaam te willen produceren. (...) De markt voor duurzaam beleggen is in 3 jaar verdubbeld stond afgelopen maandag nog in het Financiële Dagblad. Ik zie werkelijk niet in wat hier een bewijs aan is. Unilever loopt al sinds jaar en dag voorop met allerhande sociale projecten waar in de regel weinigen op zitten te wachten en die bovendien geld kosten dat beter besteed kan worden aan andere zaken. Maar dat lijkt vooral een geval van welbegrepen zakelijk eigenbelang van de kant van Unilever. Het weet dat de eigen uitgesproken voorkeur voor duurzame produktiemethoden onherroepelijk leidt tot hogere produktiekosten - en dus tot stijgende prijzen voor Unileverprodukten. Omdat het bedrijf al eens
tegen de lamp is gelopen bij een poging deze stijgende kosten af te wentelen op de consument door middel van illegale prijsafspraken met concurrenten, probeert het het nu maar via de wetgevingsroute. Door de eigen voorkeuren tot bindende standaarden te verheffen, hoopt het de concurrentie op legale wijze tot dezelfde prijsopdrijvende produktiemethoden te dwingen. Dat het ontwikkelingslanden door Unilevers inspanningen lastig wordt gemaakt om via internationale vrijhandel tot ontwikkeling te komen, lijkt het bedrijf niet echt te interesseren - en Gerbrandy blijkbaar ook niet.
Ben ik wat te pessimistisch over de intenties van Unilever (en Gerbrandy)? Misschien. Maar zelfs de meest optimistische spin die we kunnen geven aan de nadruk van bedrijven als Unilever op duurzaamheid is dat het blijkbaar duidelijk is dat duurzaamheid is doorgedrongen tot het vaste eisenpakket van de burger. Maar dat is nu precies het probleem. De bewustwording van de consument over duurzaamheid strekt veelal niet verder dan wat er op de voorpaginas van de kranten te lezen is. ´Windenergie kost niks, want wind is gratis is er zo een, of Ontbossing moet stoppen! Daarbij vergeet men dan even dat Nederland in zijn totaliteit allang ontbost is, althans ontdaan van haar oerbos en oorspronkelijke natuur als moeras en veengebied, en dat op de op die manier verkregen grond nu wordt geleefd en verbouwd. Maar dat willen mensen niet horen. Ontbossing klinkt zo lekker dramatisch, daar moeten wij als verveelde westerse burger toch iets aan doen!
Dus gaan we allerlei zaken eisen van onze producenten. Zoals het toezien op het behoud van het regenwoud. Begrijpt u mij niet verkeerd, de ecologische systemen van de oerwouden in Borneo zijn van onschatbaar belang, al was het alleen maar omdat het natuurlijk erfgoed is waar wij als mens goed mee om dienen te gaan. Maar 1 miljoen hectare, hoeveel dit ook mag lijken, is slechts 8,5 % van het totale gebied in het door Gerbrandy aangehaalde Sarawak. Grond die, mitst gedeeltelijk ontbost, het niet al te florissant rijke Sarawak een enorme economische boost kan geven, die het eveneens door Gerbrandy aangehaalde ecotoerisme onmogelijk kan substitueren.
Het is niet aan ons om aan de Maleisiers voor te schrijven hoe zij hun grondgebied moeten inrechten; niet rechtens - de ook door Nederland ondertekende
Verklaring van Rio stelt duidelijk dat elk land het recht heeft zelf over het gebruik van de eigen grondstoffen te beslissen - en al helemaal niet moreel. In zijn zucht naar landbouwgrond heeft Nederland zoals gezegd het laatste stukje oerbos al jaren geleden omgekapt. Maleisie daarentegen heeft 50% van zijn landoppervlak opzij gezet als
permanent beschermd regenwoud. Dat politici als Gerbrandy desondanks menen de Maleisiers de les te mogen lezen over duurzaamheid, is dan ook een klassiek voorbeeld van een gotspe - al helemaal als je in ogenschouw neemt dat de EU ambassadeur in Maleisie opmerkt dat de meeste grote palmolieproducenten in het land al de overstap naar duurzame produktiemethoden hebben gemaakt, een ontwikkeling die hij "buitengewoon bemoedigend" noemde.
Het allerkwalijkste aan de redenering van Gerbrandy, die daarmee toch echt rechtstreeks uit de koker van de groene lobby komt, is dat hij het negatieve aspect van het concept ´ontbossing´ een-op-een heeft overgenomen. Het kappen van bos is slecht, zo stelt hij onomwonden. Punt uit. Mag niet. Maar meneer Gerbrandy, waarom dan niet? Als er aantoonbaar meer dan ruim voldoende van de ecologische systemen overblijft, waarom zou er dan geen stuk bos plaats mogen maken voor de economische ontplooiing van Sarawak? Ik begrijp dat zij niet onze fouten hoeven te herhalen, maar helemaal geen bos mogen kappen is wel het andere uiterste, vindt u niet?
Maar nog veel belangrijker dan dat: Legt u eens uit waarom u zich eigenlijk zo met duurzaamheid bezighoudt in uw taak als schaduwrapporteur? Prachtig dat u dit hoog in het vaandel hebt staan, maar wat heeft dit met voedseletikettering te maken? Maar u hebt toch in uw zoektocht in Maleisië wel meegekregen dat het schier onmogelijk is om voor voedseletiketteringsdoeleinden de herkomst van palmolie te herleiden? Om die reden hoeven zowel Commissie als Raad en zelfs uw collega-rapporteur Renate Sommer niets van dit voorstel te weten. En als het u daar niet om gaat, waarom dan toch al die aandacht voor de duurzaamheid van Maleisische palmolieplantages - de reis, de blogposts et cetera?
Wij kunnen ons niet aan de indruk ontrekken dat, door voortdurend de focus op duurzaamheid te leggen, de groene lobby deze voedseletiketteringsrichtlijn wil gebruiken om in een later stadium bedrijven te kunnen dwingen om duurzame palmolie in te kopen - zoals uw collega-parlementarier Caroline Lucas ook gewoon toegeeft. Anders dan u draait zij er ook niet omheen dat het de groene lobby gewoon om palmolie te doen is; het succes van de Kitkatcampagne smaakte blijkbaar naar meer. U doet erg uw best om te benadrukken dat deze groene lobbyinspanningen u echt niet beinvloed hebben. Maar wat voor reden kan u dan hebben om dit voorstel te steunen? Ik kan zo een-twee-drie niet bedenken wat die reden zou kunnen zijn, maar ik hoor het graag van u.