Het Kabinet moet meer geld geven aan gemeenten voor de bijstandsuitkeringen voor asielzoekers en statushouders, omdat gemeenten een begrotingstekort krijgen door die uitkeringen. De Raad voor Openbaar Bestuur (ROB) benadrukt de langetermijnkosten voor gemeenten aangaande asielzoekers en statushouders.
Het zorgt voor rode cijfers en uiteindelijk krijgen ze wel het geld terug van de overheid, maar het zorgt wel voor problemen, omdat het lokale bestuur geen begrotingstekort mag hebben.
Voor de komende jaren moet staatssecretaris Van Ark de raming zo aanpassen, dat er wel rekening gehouden wordt met "niet-conjuncturele, onbeïnvloedbare, externe effecten, zoals de toestroom van statushouders".
Om niet weer voor verrassingen te komen staan, moet de raming van tevoren worden doorgerekend door het Centraal Planbureau (CPB), vindt de Raad voor het Openbaar Bestuur. Als er ondanks de aanpassing toch weer tekorten of overschotten van meer dan drie procent ontstaan, dan moet er overleg komen over correctie van het budget.
Dit jaar krijgen de gemeenten in totaal bijna zes miljard euro van het Rijk voor bijstandsuitkeringen.
Is het een goed idee om de gemeenten de uitkeringen te laten beheren? In veel opzichten wel, aangezien zij meer maatwerk kunnen leveren, maar het is moeilijk voor gemeenten, omdat ze het overgrote deel van hun inkomsten van de nationale overheid krijgen. Als je meer taken decentraliseert, moet je ook meer belastingbevoegdheden decentraliseren naar de gemeenten.
Decentraliseer voor een groter deel de belastingen, zodat burgers van die gemeenten voelen wat lokaal beleid doet met hun portemonnee en wat de consequenties zijn van grote beslissingen. Als je dat niet doet, dan blijf je dit soort problemen krijgen en ook met veel meer onderwerpen. Het is een goed moment om te kijken naar de centralisatie van belastingen en wat we kunnen doen om het te decentraliseren.