Net zoals de productie van pindakaas, prentenboeken, bikinitopjes en 3D-televisies behoort ook cannabis niet verbouwd te worden door de overheid, maar door de vrije markt.
In Heerlen gaat de gemeente binnenkort zelfstandig wiettelen. Ondanks dat het ministerie van V&J hier enkele malen tegen gewaarschuwd heeft, gaat de
door de SP gedomineerde gemeente stug door met het treffen van voorbereidingen voor
een gemeentelijke wietplantage:
Burgemeester Paul Depla van Heerlen heeft maling aan minister Ivo Opstelten van Veiligheid en Justitie en gaat stug door met het voorbereiden van gereguleerde wietteelt. ,,Wij laten ons niet gijzelen door een onwillige minister", aldus burgemeester Paul Depla in Trouw. ,,Wij gaan door met voorbereidingen, en als we zover zijn, kijken we hoe ver ze in Den Haag zijn. We kunnen niet wegkijken van de problemen die illegale wietteelt veroorzaakt. Deze minister faciliteert criminaliteit", aldus Depla.
Ik kan een eindje met Depla meekomen als hij bedoelt te zeggen dat het geen pas geeft om het verbouwen van wiet strafbaar te laten zijn, terwijl bijvoorbeeld het roken van deze softdrugs wél wordt toegestaan. Depla heeft helemaal gelijk als hij zegt dat aan deze rare kronkel in de wet een einde moet gemaakt worden.
Echter, de enige manier om dat te doen lijkt me gewoon de hele bende in één klap legaliseren. Laat ondernemers lekker wiet telen als ze daar brood in zien of gewoon domweg gelukkig van worden. Gemeentelijke wietplantages zoals men nu in Heerlen aan het oprichten is, zijn echter verre van behulpzaam. Zoals ik
ook al eerder schreef, is het heel dom om de ondernemers te blijven dwarsbomen, maar als overheid wel die taak uitvoeren:
Gemeenten zijn er immers voor een aantal zaken, maar zeker niet voor het spelen van ondernemertje. Sterker nog: daar is de overheid zeer expliciet niet voor bedoeld. De gemeentelijke overheid moet de orde handhaven, (lage) belastingen heffen en de gemeente vertegenwoordigen binnen de stadsgrenzen, bij de provincie en ook op nationaal niveau. Alle andere taken zouden aan de markt moeten worden overgelaten. Altijd als de overheid deze wijsheid negeert, zien we namelijk dat publiek ondernemen extreem inefficiënt is door de moral hazard die per definitie optreedt: men kan imnmers niet failliet, en wordt log, lui en gemakzuchtig. Zo zal het ook de gemeentelijke wietteelt vergaan.
De waarheid is tweeledig, doch simpel. Nummer één is dus dat de overheid per definitie geen goede ondernemer is. Dat geldt voor alle producten, maar zeker bij wiet.
En de andere reden is: op het moment dat de overheid toetreedt op een (zwarte) markt waar al andere spelers zijn, dan is de overheidsplantage een concurrent van de reeds aanwezigen. Gezien het feit dat de overheid geen echt bedrijf is, maar gesubsideerd wordt door belastingbetalers is dit niet alleen extra concurrentie voor de overige wiettelers, maar ook nog eens oneerlijke concurrentie.
Kortom, de overheid probeert hier een probleem (rare verhouding tussen softdrugs en de wet) op te lossen door twee nieuwe te creeëren (namelijk hogere werkloosheid in de wiettelerberoepsgroep, en belastingbetalers die verplicht garant moeten staan voor zo'n avontuur). Aangezien het idee van regeren is dat het leven van mensen iets veraangenaamd wordt in plaats van vergald, doet Paul Depla er dus goed aan dit plan voor een gemeentelijke wietkwekerij op te schorten.