Het is al enige tijd duidelijk dat de door de Europese Commissie, het Politburo van de Europese Unie, ingeslagen weg om uit de schuldencrisis te komen een volstrekt heilloze is. Brussel is niet bezig de crisis op te lossen, maar met het ondermijnen van de soevereiniteit van de lidstaten en in het geval van Griekenland het geheel opheffen daarvan.
De ongekozen Brusselse bureaucraten, die ons leven in veel grotere mate bepalen dan u denkt, grijpen de crisis slechts aan om tot een versnelde totstandkoming van hun einddoel te komen, de creatie van een Europese superstaat. Onder druk immers wordt alles vloeibaar.
Maken we nu een tussenbalans op, dan zien we Griekenland als een hulpeloze terminale patiënt aan het infuus liggen dat de trojka EU, Europese Centrale Bank en IMF heeft aangebracht. De honderden miljarden ten spijt die door Brussel uit uw en mijn portemonnee in de Griekse bodemloze put worden gesmeten en zullen worden gesmeten, is het land zo goed als failliet. Een drietal andere zuidelijke landen met het hatelijke acroniem PIS (Portugal, Italië en Spanje) kan ook al niet meer alleen de broek ophouden.
De oorzaak van alle problemen? Natuurlijk ligt de verantwoordelijkheid voor de torenhoge staatsschulden in de eerste plaats bij de regeringen van genoemde probleemstaten. Even voor de hand liggend is dat de enige echte oplossing Griekenland insolvent verklaren gevolgd door schuldsanering pijn zal doen. Doorgaan op de ingeslagen weg betekent echter dat ook de (nog) gezonde landen aangetast zullen worden en dat zal pas echte ellende opleveren.
Dat is echter slechts de zichtbare bovenlaag van de crisis. Ons huis staat niet op instorten omdat prutsers her en der bewust slechte steunbalken hebben geplaatst, neen, het zijn de fundamenten waarop de euro rust die door en door rot zijn. Dat zijn ze in feite vanaf de invoering van de euro geweest doordat men bij de invoering van de euro de economische werkelijkheid heeft opgeofferd aan politiek wensdenken (het in de steigers zetten van een Europese superstaat). De werkelijkheid die nu keihard zichtbaar wordt is dat de noordelijke economieën teveel verschillen van de zuidelijke om op te kunnen gaan in een monetaire unie laat staan een fiscaal-economische, zoals de EU wil.
In plaats van deemoedig toe te geven dat het wellicht toch niet zon goed idee is geweest om de euro in te voeren en nederig excuus te vragen voor het aangedane leed, vraagt de Europese politieke elite bij monde van commissievoorzitter Barroso had u eigenlijk ooit van deze ex-communist gehoord alvorens hij de belangrijkste post in Europa toegeschoven kreeg? - niet om minder, maar juist meer bevoegdheden. Je moet maar durven! Dat is namelijk precies wat Barroso afgelopen woensdag deed in zijn State of the Union - alsof we overigens al in de Verenigde Staten van Europa leven en Barroso de gekozen president daarvan is. Behalve dat hij zijn handen in onschuld wast (de crisis is niet veroorzaakt door de Europese instituties maar door bekrompen lidstaten die niet gelijk de volle soevereiniteit aan Brussel hebben afgedragen), eist hij o.a. de vorming van een economische unie, de uitgifte van eurobonds en de afschaffing van het vetorecht van lidstaten. Want o wee dat een enkel ondeugend land een spaak in de wielen kan steken.
Nog onlangs (
de Volkskrant van 8 juli dit jaar) heb ik al eens gewezen op een aantal opvallende gelijkenissen tussen de EU en de voormalige Sovjetunie, het rijk van het kwaad. Welnu, hier is een volgende vergelijking: toen het Lenin omstreeks 1920 duidelijk werd dat een eerste poging om het communisme in Rusland in te voeren was mislukt, kwam hij niet tot de slotsom dat het beter was om met de onderneming te stoppen, maar dat de panacee lag in meer centralisering van macht en meer bureaucratie. Barroso en met hem de Europese politieke elite - weigert eveneens tot het inzicht te komen dat het einddoel (in dit geval de EUSSR) nooit bereikt kan worden omdat ook hier gespot wordt met economische en menselijke wetten. Ook zij zien de oplossing in meer bundeling van macht en het opzetten van nieuwe bureaucratische organen.
Aldus glijden we langzaam, maar zeer zeker af in de richting van een EUSSR, een EU-dictatuur. Nu zult u wellicht zeggen, is dat niet lichtelijk overdreven? Geenszins. De EU is slechts in naam een democratische club. Dictaturen maken maar al te graag gebruik van democratische attributen om hun ware gezicht te versluieren. Met het afstaan van verregaande bevoegdheden aan niet-gekozen bureaucraten (de Europese Commissie) - die we bovendien niet kunnen wegstemmen - wordt de weg geëffend naar een dictatuur in - democratische - schaapskleren. Niet democratie, maar vrijheid is het antoniem van dictatuur en die is hier nadrukkelijk in het geding. Wat kunnen we doen om onze gekoesterde vrijheid te behouden? Helaas hebben we van de nationale politiek weinig te verwachten. De liberalen en socialisten plegen in feite al decennialang verkiezingsbedrog. De liberalen doordat ze zeggen voor individuele vrijheid, eigen verantwoordelijkheid en een kleine overheid te zijn maar vrijwel altijd instemmen met afdracht van soevereiniteit aan Brussel, de socialisten (zowel GroenLinks als PvdA) doordat ze beweren voor (multiculturele) diversiteit te zijn, maar in werkelijkheid ons een Europese eenheidsworst voorhouden die zijn smaak al lang heeft verloren, voor zover deze die ooit heeft gehad.
Goed, we kunnen de huidige regering in 2014 wegstemmen. Het punt is echter dat het merendeel van de oppositie met de regering meestemt waar het om Europa gaat. Alleen SP en PVV willen de Europese integratie een halt toeroepen en dat zijn nu eenmaal onacceptabele partijen voor veel mensen die dat ook willen. Dus zal een nieuwe regering even pro-EU zijn als de oude. Eenzelfde situatie doet zich in Duitsland voor.
Dat de Europese politieke elite zeker van haar zaak is, blijkt uit het antwoord dat bondskanselier Angela Merkel jongstleden zondag gaf op de vraag of ze bereid zou zijn Europa op te geven wanneer ze zou merken dat ze haar landgenoten niet van de Europese zaak kan overtuigen. Nee, nee, in geen geval, luidde het even onthutsende als arrogante antwoord. Deze week schrijft haar minister van financiën, Wolfgang Schäuble, in de Welt am Sonntag dat het onvermijdelijke en gewenste eind de politieke unie van Europa is.
Met andere woorden, van de nationale parlementen kunnen we dus niets verwachten. We kunnen slechts onze hoop vestigen op het R-woord, het woord waarvan ze in Brussel en de meeste Europese hoofdsteden spontaan hoofdpijn en nachtmerries krijgen: REFERENDUM. En hopen dat het verlies op waardiger wijze wordt genomen dan in 2005 toen de Europese grondwet per plebisciet werd afgewezen en men niet reageert met het giftige Maar we hebben vijftig verschillende andere manieren om te winnen, het antwoord dat Duitse euronationalist Jo Leinen aan Nigel Farage, een van de weinige eurosceptici in het Europees Parlement, toebeet toen die Leinen een glas champagne aanbood om de nederlaag weg te spoelen.
Barroso heeft gelijk als hij zegt dat we in gevaarlijke tijden leven. Het is evenwel niet de EU die in gevaar wordt gebracht door de huidige generatie politieke leiders, het is Europa zelf en de door de Europeanen zo gekoesterde en duur verkregen vrijheid en diversiteit die op het spel staan. Er is maar één enkel recept om de twijfel aan het democratische gehalte van de huidige Europese politieke elite weg te nemen en dat is het toestaan van het ultieme democratische middel van een bindend referendum!
Marcel van Hamersveld
Fellow van het Netherlands Center for Totalitarianism Studies
Berlijn.