Ooit werkte econoom Frits Bosch mee aan de invoering van de euro, toen CDA'er Onno Ruding nog aan het hoofd stond van werkgeverslobbyclub VNO-NCW. Hij heeft van dichtbij gezien hoe de munt door een bedrijvenlobby is doorgedrukt en nu "gigantische kapitaaltransfers" veroorzaakt. Vandaag doet hij zijn verhaal. Als ouwe rakker moet ik nog wel eens terugdenken aan die goeie ouwe tijd. Dan gaan mijn gedachten terug naar mijn studie economie aan de UvA. Op het Europa Instituut van de universiteit ben ik drie jaar student-assistent geweest van de inmiddels overleden Britse econoom dr. Peter Coffey. Op dat instituut werden cursussen gegeven over Europese integratie. Dat heb ik met hem in prima samenwerking gedaan, maar op één belangrijk punt verschilden Coffey en ik van mening. Coffey wilde de komst van de euro en daarna een Europese federatie. Ik was voorstander van economische integratie, maar zag de euro niet zitten vanwege de grote verschillen tussen de landen, economisch, sociaal-cultureel, ethisch en historisch. Mijn argument: “Je kunt niet ongestraft het wisselkoersinstrument afschaffen tussen soevereine landen. Dat zou gigantische kapitaaltransfers veroorzaken. Als een forse recessie plaatsvindt zal de euro klappen.” Mijn afsluitende studiescriptie ging daarover.
Op het einde van mijn studie heb ik bij Unilever in Turkije een lang uitgetrokken marketingproject gedaan. De vader van VVD’er en oud-Kamervoorzitter Frans Weisglas was hoofd marketing bij Unilever en na het afsluiten van het project hij zei tegen me: "Bosch, ik vind jou interessant, er is hier één vacatureplek en er is nog een kandidaat als jouw concurrent. Om te kunnen kiezen geef ik jullie beiden de opdracht om het nieuwe plan-Spierenburg te beoordelen en er een artikel over te schrijven”. Dat plan was geschreven door dr. Dirk Pieter Spierenburg. Hij speelde tijdens de wederopbouwperiode na WO2 een vooraanstaande rol bij de onderhandelingen over het Marshallplan en de Europese economische samenwerking. Van 1952 tot 1962 was hij lid van de Hoge Autoriteit van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal. Met zijn plan-Spierenburg stond hij in de jaren '70 aan de wieg van een proces dat tot de invoering van de euro zou leiden. Het plan bevatte budgettaire harmonisatie tussen de Europese landen waarna de euro kon worden ingevoerd.
Ik ben op het verzoek van Weisglas ingegaan en heb een stuk geschreven waarin diverse argumenten werden aangedragen contra dit plan, conform mijn teksten aan Peter Coffey en mijn scriptie. Conclusie: de euro is een te brug te ver.
Weisglas zei: "Bosch, je hebt een voortreffelijk artikel geschreven, veel beter dan de andere kandidaat, maar toch neem ik hem. Want jouw concurrent is voorstander van de euro en Unilever is ook voorstander van de euro. Maar ik maak het goed met je. Je kunt zonder solliciteren bij VNO-NCW gaan werken”. En zo geschiedde. Bij het VNO was ik ondermeer secretaris van de ‘Commissie Liberalisatie Europees Kapitaalverkeer’ onder leiding van dr. Onno Ruding, en heb aldus meegewerkt aan het voorbereiden van de euro, sic!
Mijn artikel over het plan-Spierenburg is in Intermediair geplaatst en was het allereerste artikel dat ik schreef. Ik heb nadien een presentatie bijgewoond van dr. Spierenburg over zijn plan en heb hem toen mijn bezwaren verteld. Hij wuifde ze weg: "integratie zal als vanzelf plaatsvinden als de euro er is, de landen trekken dan naar elkaar toe. Het integratieproces heeft tijd nodig maar zal geleidelijk als vanzelf plaatsvinden". In mijn beleving is dat nog steeds allerminst het geval. De verschillen zijn nog steeds even groot en hervormingen zijn er niet.
Nu wordt ons om 'solidariteit' gevraagd met de Zuidelijke landen, terwijl die landen elkaar intern het kot uit vechten, geen solidariteit, zie bijvoorbeeld Noord en Zuid Italië. Hoe naïef moeten wij dan zijn? Maar ik moet toegeven: ik heb ongelijk gehad. De euro is er nog steeds.
Ik verbaas me erover waarom lieden die geen vertrouwen hebben in de euro ‘rechtspopulisten’ worden genoemd. Wat heeft dit met populisme te maken? Wellicht dit: Coffey en Spierenburg waren onversneden idealisten. Beiden zagen het prachtige droombeeld van een volledig geïntegreerd Europa voor zich met een vrij verkeer van personen en kapitaal. Het waren utopisten. Dus links?
En de heer Weisglas? Hij was allerminst een utopist maar een realist, voor Unilever welteverstaan. Unilever, het bedrijfsleven, zag door de komst van de euro een enorm aantrekkelijke markt naar het bedrijf toekomen. De euro zou door integratie van Zuid-Europese landen voor circa 40% onderwaardering van de munt zorgen ten gunste van de Noord-Europese landen. Dat vergemakkelijkt de export van Unilever naar Zuid-Europese landen aanzienlijk. Bovendien betekent één munt een makkelijker verrekening, zonder wisselkoersrisico’s. Prachtig! Doen!
Bij het VNO heb ik ervaren hoe sterk de lobby van het bedrijfsleven in de richting van Brussel was. Lobbyisten waren daar ‘all over the place’ met het VNO als stuwende kracht in de achterhand. Er was een enorme lobbymacht. Voor mij is de euro vooral een project voor het bedrijfsleven. Opvallend is dat nu ook dr. Bert de Vries, nota bene een lobbyist voor de euro, deze munt niet meer ziet zitten. Dat de munt zo prettig en gemakkelijk is voor burgers is er later met de haren bijgesleept.
De euro is een honderd procent lobbyproject voor het bedrijfsleven. Waarvan akte.