Een Nederlandse rechter heeft vandaag gevonnist dat Facebook niet genoeg werk verricht om wraakporno aan te pakken.
De rechtbank van Amsterdam heeft vandaag besloten dat Facebook meer moet doen om een vrouw te helpen die het slachtoffer werd van zogeheten 'wraakporno'.
Wraakporno is de term die wordt gebruikt voor pornografische beelden die gemaakt zijn tijdens een relatie, en na beëindiging ervan in alle openbaarheid worden geüpload naar het internet om de andere partij te beschadigen. Het overkwam een 21-jarige vrouw uit Werkendam in Brabant. Een filmpje dat alleen in het bezit was van haar ex-vriend stond ineens op Facebook. Kort daarop werd het weggehaald, maar de vrouw eist een schadevergoeding. Haar voormalige vriend zegt echter niet degene te zijn geweest die het filmpje uploadde.
De aandacht richtte zich toen op Facebook. Konden zij achterhalen wie het filmpje geüpload had? Neen, luidde het antwoord, want alle gegevens daaromtrent zijn afgelopen februari al gewist. De 21-jarige vrouw daagde Facebook daarop voor de rechter, omdat ze eiste dat het sociale medium meer moeite zou doen. De rechter stelt haar nu dus in het gelijk:
De rechter geeft haar gelijk. "Van Facebook kan op zijn minst worden gevergd om alles in het werk te stellen om na te gaan of de gegevens toch niet ergens traceerbaar zijn", stelde de rechtbank. Ook bekritiseerde de rechtbank het bedrijf door pas kort voor de zitting te verklaren dat de gegevens zijn gewist. "Hiermee handelt Facebook onzorgvuldig en onrechtmatig."
Tijdens de rechtszaak was niemand van Facebook aanwezig. Wel liet de advocaat van het Amerikaanse bedrijf toen weten dat Facebook geen pottenkijkers wenst, omdat het gaat "om bedrijfsgevoelige informatie".
De zaak kreeg al geruime tijd bekendheid, omdat voormalig misdaadverslaggever Peter R. de Vries zich pal achter de jonge meisje had opgesteld en haar begeleidde bij haar rechtsgang.