Donderdag overleed de ter dood veroordeelde Nederlandse oorlogsmisdadiger Faber. Hij leefde 60 jaar als vrij man in het naoorlogse Duitsland. Hoe was dit mogelijk?
Vandaag kwam het
bericht naar buiten dat
Klaas Carel Faber op 90-jarige leeftijd in Duitsland is overleden. Faber meldde zich in 1940 bij de
Waffen-SS en ontwikkelde zich later tot een zeer gewelddadige nazi-beul die onder meer werkte voor de beruchte Duitse
Sicherheitsdienst (SD) en die tal van doden onder verzetsmensen en onderduikers op zijn geweten had. Hiervoor werd hij na de oorlog ter dood veroordeeld, maar die straf werd later omgezet in levenslang.
OntsnaptOp 26 december 1952 ontsnapte hij samen met zes andere Nederlandse oorlogsmisdadigers uit de koepelgevangenis in Breda (zie foto). Faber werd nooit uitgeleverd aan Nederland om zijn straf alsnog uit te zitten. Krachtens een decreet van Hitler (
Führererlass) had Faber door in Duitse dienst te treden automatisch het Duitse staatsburgerschap verworven. Het naoorlogse Duitsland heeft nooit een streep door deze nazi-regelgeving gehaald en omdat het ook geen 'eigen' staatsburgers uitlevert zat Faber bij onze oosterburen dus op rozen en
kon hij als vrij man verder leven. Een overteerbare zaak voor de nabestaanden en een regelrechte schande voor de Bondsrepubliek Duitsland.
Schandalig
Hoe kon de Bondsrepubliek met deze schandalige gang van zaken zo gemakkelijk wegkomen? Direct na de oorlog werd er door de bezettingsmachten flink werk gemaakt van de afrekening met het naziverleden van het overwonnen Duitsland. De oorlogsmisdadigers die zich lieten vangen werden bij bosjes opgehangen of tegen de muur gezet. En gewone Duitse burgers moesten voor de-nazificatiecommissies verschijnen om gedeprogrammeerd te worden. Maar dat alles duurde slechts kort. De westelijke geallieerden verlegden hun aandacht al spoedig naar de dreiging van het communisme en meenden de Duitsers hard nodig te hebben om die dreiging het hoofd te kunnen bieden.
NSDAP
Voortaan was het aan de Duitsers zelf om schoon schip te maken en daar kwam natuurlijk weinig van terecht. Want velen, zo niet de meesten, hadden nou eenmaal boter op hun hoofd. Toen tien jaar na de oorlog de Bundeswehr uit de grond moest worden gestampt doken in de legertop generaals op met een twijfelachtig oorlogsverleden. Misschien begrijpelijk, want zonder voormalige Wehrmacht-officieren viel toen geen leger te formeren, en slechts weinigen waren gegarandeerd brandschoon. In de ambtenarij en de rechterlijke macht was de situatie vergelijkbaar. En amper twintig jaar na de oorlog schopte een voormalig lid van Hitlers nazipartij NSDAP, Kurt Georg Kiesinger, het zelfs tot bondskanselier. "Moet kunnen", zal met toen in Bonn hebben gedacht.
Calimero
In dit klimaat kon het dus gebeuren dat de Bondsrepubliek het Führererlass nooit met terugwerkende kracht buiten werking heeft gesteld, zodat Faber en kornuiten lekker konden blijven zitten waar ze zaten. En dat valt de Duitsers zwaar aan te rekenen, nog steeds. Eerlijkheidshalve moet hierbij worden aangetekend dat de Nederlandse autoriteiten de zaak weliswaar zo nu en dan bij de oosterburen hebben aangekaart, maar dat ze nooit hard hebben aangedrongen. Calimerocomplex? Handelsbelangen? Of gewoon lamlendigheid?