Vorig jaar vond de protestactie 'Unite the Right' plaats in Charlottesville, in de Verenigde Staten. Uiteindelijk werd dat een extreem-rechts festijn waar ook nog eens Antifa-tuig op af kwam. Dat leidde tot vechtpartijen en de dood van een vrouw. Deze wanvertoning van extreem-links tegen extreem-rechts symboliseerde goed de armoedige staat waar de VS de laatste jaren in beland zijn geraakt.
Dit jaar zou er een 'Unite the Right 2' plaatsvinden, maar het mocht niet meer in Charlottesville. Daarom weken de organisatoren af naar Washington D.C., in de achtertuin van de president van de Verenigde Staten, Donald Trump. Trump werd vorig jaar beschuldigd van het in bescherming nemen van de rechts-extremisten, terwijl hij goed zei dat de schuld lag bij beide partijen. Extreme politiek is walgelijk, of het nu van links of rechts vandaan komt.
Dit jaar houdt Trump zich verre van de demonstratie, maar de organisatoren hoopten alsnog op honderden betogers. Uiteindelijk werden dat er tientallen. Hopeloos gefaald en misschien maar goed ook. Linkse tegendemonstranten hebben duizenden mensen kunnen mobiliseren, dus uiteindelijk werd het een links protest tegen extreem-rechts gedachtegoed.
Volgens de organisator van de mars, nationalist Jason Kessler, was het doel van de demonstratie om op te komen voor de vrijheid van meningsuiting voor iedereen. Hij zei tussen de honderd en 400 aanhangers te verwachten in Washington, maar volgens correspondent Arjen van der Horst waren het er hooguit twintig. Kessler noemt zichzelf geen neonazi of white supremacist.
Gelukkig was er dit keer niet net zo veel ellende als vorig jaar. Als u dat niet heeft gemaakt, hier zijn wat beelden: