Afgelopen maandag wees Bundesbank president Jens Weidmann het voorstel van Frits Bolkestein om zwakke eurolanden een 'euro vakantie' te geven van de hand.
Zoals
gisteren bij onze DDS Finance sectie al gemeld, hield Weidmann op uitnodiging van het Duitsland Instituut Amsterdam
een toespraak over de monetaire unie unie en (de aanpak van) de euro(crisis). Tijdens die toespraak suggereerde oud eurocommissaris Bolkestein, dat het wellicht verstandig zou zijn als zwakke eurolanden tijdelijk het eurogebied zouden verlaten om vervolgens eerst orde op eigen zaken te stellen. Zij zouden dan -tijdelijk- hun eigen munt weer kunnen voeren en de noodzakelijke monetaire devaluatie doorvoeren, waarmee de landen in één klap weer concurrerend zullen worden. Maar Bolkestein ving met zijn voorstel bot bij Weidmann.
Volgens Weidmann is de eurozone geen 'vakantieclubje' waar je naar believen in en uit kan treden. Hij werd bijgevallen door DNB-president Klaas Knot, die er aan toevoegde dat alleen al het praten over een exit-optie ertoe zou leiden dat valuta speculanten alle zwakke landen richting eurozone-uitgang zouden duwen. Maar was het voorstel van Bolkestein wel zo vreemd? Dat denk ik niet en in deze column zal ik uitleggen waarom.
De idee van een 'Euro Holiday' voor zwakke landen is niet nieuw. Dat idee is voor het eerst (begin 2010) geopperd door
Harvard-econoom Prof.Dr. Martin Feldstein en later in dat jaar in Europa geadopteerd door Ifo-econoom
Prof. Dr.Dr.h.c.mult. Hans-Werner Sinn. De basisgedachte van deze 'Euro vakantie' voor zwakke lidstaten is, dat deze landen tijdelijk de euro verlaten, maar de status van
geassocieerd lid van de eurozone behouden. Door tijdelijk buiten de eurozone te treden, worden deze landen in staat gesteld tijdelijk een eigen valuta in te voeren, de concurrentiekracht te herstellen door de valuta te devalueren en dan in rustiger vaarwater de noodzakelijke hervormingen door te voeren, om later weer als volwaardig lid tot het europact toe te treden. Zo bespaart een geassocieerd lid zichzelf het trauma van een pijnlijke en in de praktijk nauwelijks uitvoerbare reële depreciatie binnen de eurozone, die alleen bewerkstelligd kan worden door prijzen en lonen te verlagen. Zoals we nu in de zuidelijke eurolanden zien, leidt dat tot langdurige economische krimp, massawerkloosheid, deflatie, sociale ellende en tot overmaat van ramp ook een steeds grotere druk op de overheidsfinanciën.
Een nieuwe lange-termijn-afspraak, het European Exchange Rate Mechanism II (ERM II), kan de basis vormen van een nieuw soort muntunie, aldus Sinn, waarbij er een mogelijkheid wordt geschapen voor een vorm van wisselkoersmechanisme. Overigens doen Denemarken en Litouwen defacto al op vergelijkbare wijze aan het europact mee. Volgens Sinn zou het uit de euro te treden land na een paar jaar in staat moeten zijn de eigen valuta binnen een bandbreedte van plusminus 15 procent te laten fluctueren ten opzichte van de euro en dan weer de euro kunnen herintroduceren. Tot zover de 'Euro holiday' van Feldstein en Sinn.
Dr. Thomas Mayer (Deutsche Bank) borduurt overigens op dit thema voort, maar introduceert de locale valuta parallel aan de euro. Deze variant behandel ik hier verder niet omdat het buiten de scope van het artikel valt..
Natuurlijk zal het vertrek van één of meer landen uit de eurozone een einde maken aan het huidige karakter van de muntunie. Ook de vrees van Knot voor valuta speculatie is niet helemaal ongerechtvaardigd, al verwacht ik eerder een kapitaalvlucht van zwakke naar sterke eurolanden dan een rücksichtloze speculatie van valutahandelaren. Er staan immers nog steeds ook aardig wat centjes uit van banken aan die zwakke landen. Maar niettemin, beide problemen (valuta speculatie respectievelijk kapitaalvlucht) moeten geadresseerd worden.
En laten we nu zo'n oplossing binnen handbereik hebben, en nog wel van Nederlandse makelij. In diens ontwerp voor het adresseren van alle aspecten van de eurocrisis,
The Matheo Solution (TMS), heeft André ten Dam met deze beide aspecten óók rekening gehouden. Wie een beknopt Nederlandstalig overzicht wil hebben over wat TMS inhoudt verwijs ik graag naar
deze column van mijn hand op de site van Clingendael.
Met TMS worden namelijk beide vliegen in één klap geslagen. Immers, door de euro als enig wettig betaalmiddel in de eurozone te gebruiken, naast nationale reken eenheden, heeft valuta speculatie en kapitaalvlucht geen zin. Immers, de euro is en blijft voor elk land de enige wettige valuta. Door betaal- en rekeneenheid functie van geld uit elkaar te trekken is op ingenieuze wijze voldaan aan het adresseren van beide nadelen. Het is daarom buitengewoon merkwaardig, dat dit ontwerp, dat nota bene binnen het huidige Verdrag van Lissabon geïmplementeerd kan worden, in Nederland (in tegenstelling tot buurland Duitsland) nog steeds niet serieus wordt overwogen. Want het maakt in één klap een einde aan de sociale ellende in Zuid-Europa (en binnenkort ook in dit theater) én het houdt alle voordelen van de euro als eenheidsmunt en wereldreservemunt in tact. TMS is dus géén concept van parallele munten, maar van parallele 'rekeneenheden' (naast de euro als enig wettig betaalmiddel).
Daarom was de opmerking van Bolkestein helemaal zo gek nog niet, mits geïmplementeerd op de manier van TMS. Maar waarschijnlijk hebben Weidmann en Knot nog nooit van TMS gehoord. Het zou niet verkeerd zijn als ook de hoofdstroom media hier nu eens eindelijk serieus over zouden gaan berichten, zodat het publiek, niet alleen op DDS maar overal, daar eens grondig kennis van zou kunnen nemen.
Hier vindt u een overzicht van mijn columns en u kunt mij hier volgen op Twitter.