Mijn vader hoorde de explosies.
Vandaag is het twaalf jaar geleden dat een complete Enschedese woonwijk en 23 mensenlevens werden weggevaagd.
Ik kom zelf uit de Oost, wat mijn achternaam natuurlijk al weggeeft. Misschien dat de herinnering aan de vuurwerkramp voor mij daarom heftiger herinneringen oproept. Ik was die dertiende mei in Eibergen, een dorpje op een kleine dertig kilometer ten zuiden van
Enschede. Ik heb niets gemerkt. Mijn vader daarentegen wel, terwijl ook hij niet in Enschede was. Hij was in Haaksbergen, tien kilometer verderop, aan het
vogelschieten met vrienden en kennissen.
In de late middag hoorden ze enige doffe knallen die gevolgd werden door een of twee zeer zware explosies. Een grappenmaker merkte nog op: 'de vogels schieten terug'. Met zeer zwaar geschut inderdaad.
Kort daarna kon men de vogels horen zingen in de vorm van de nieuwste gadget, de mobiele telefoon. Mijn vader werd gebeld door het brandweerkorps van het bedrijf waar hij werkte, iets onder Enschede. Ze waren gevraagd mee te helpen bij een ongelooflijke explosie in het centrum van Enschede. Het was een ramp, maar niemand kende haar omvang. Er was vooral totale verwarring. In de eerste plaats: wat is er eigenlijk gebeurt? En als het een ontploffing is, wat is er dan ontploft? En hoeveel mensen zijn er gewond of zelfs gedood?
Wat die avond volgde, leek op het uitbreken van de oorlog. Het korps was brandweerlieden 'kwijt', er werden hulpverleners en zelfs enkele bekenden vermist, mensen waren in shock. De omvang van de ramp werd langzaam duidelijk. Aan de horizon steeg een zwarte wolk zonder einde op, die pas na dagen verdween. Het was inderdaad een tijdje oorlog in Enschede.