1. Home
  2. Een Nederlandse lente

Een Nederlandse lente

Geen categorie06 mei 2013, 20:30
Elf jaar geleden werd Pim Fortuyn (1948-2002) op het mediapark in Hilversum vermoord. Joost Niemöller heeft hem vandaag uitgeluid als 'stem van hoop'; Tim Engelbart als 'indrukwekkend politicus'. Welnu, een politicus was Fortuyn niet, eerder een anti-politicus. We zullen nooit weten of hij een goed politicus had kunnen worden. Voor hij die kans kreeg, was hij al dood. Daardoor kon hij tot een mythe uitgroeien waarop mensen ongehinderd door de politieke realiteit hun wensen konden projecteren. In die zin was Fortuyn inderdaad een 'stem van hoop'. Zijn stormachtige opkomst kondigde een Nederlandse lente aan die niks anders kon zijn dan een illusie en die op 6 mei 2002 alweer voorbij was. Wat niet wil zeggen dat (de moord op) Fortuyn geen sporen naliet die kritische reflectie behoeven.
Het politiek klimaat in Nederland is door de moord op Fortuyn veranderd, en niet ten goede. Dat kwam in de eerste plaats door de moordenaar, die mogelijk komend jaar 'wegens goed gedrag' alweer vrijkomt. Toch is elf jaar een lange tijd, en dan valt op hoezeer de Fortuynrevolte nog nazeurt. Dat laat zien hoezeer Nederland met zichzelf bezig is en blijkbaar niet in staat is deze gebeurtenis achter zich te laten. Tussen 1945 en 1956 maakte Nederland het einde mee van vijf jaar nazi-dictatuur, de schok van de niet teruggekeerde Joden, een koloniale oorlog in Indië en het einde van een wereldrijk, de toetreding tot de NAVO en de EGKS, een stevige bevolkingsaanwas met wat later de babyboomers zouden heten, de watersnoodramp van 1953, de uitstroom van emigranten naar Canada, Australië en Zuid-Afrika en de instroom van Zuid-Molukkers en Indische Nederlanders. Toch was de stemming in de jaren vijftig opbouwend en vooruitgangsgezind. Vergelijk dat met het eindeloze gezeur van de afgelopen elf jaar. Op 6 mei 2002 had 9/11 al plaatsgevonden en kwam de euro al uit de geldautomaten. De meest ingrijpende gebeurtenis was de kredietcrisis en het dreigende omvallen van Nederlandse banken, wat helemaal niets met de Fortuynrevolte te maken had. Wel stemde Nederland in het voorjaar van 2005, toen het economisch nog goed ging, met 62 procent tegen de Europese Grondwet. Mede uit ergernis over de euro, in de geruststellende zekerheid dat de invoering niet zou worden teruggedraaid. Het was een 'nee' zonder consequenties. Vrijblijvende boosheid dus.
Wat niet wil zeggen dat die boosheid niet echt is. Fortuyn boorde ongetwijfeld een onbehagen aan waarvan de gevestigde politiek in de jaren negentig het bestaan niet vermoedde. Hij zag dingen scherp en was een origineel denker. Maar tot de zomer van 2001, toen hij zich als lijsttrekker van Leefbaar Nederland als redder van de natie aandiende, was zijn invloed minimaal. Hij trok als spreker volle zalen, maar in politiek Den Haag werd hij genegeerd. Dat gebrek aan erkenning heeft zijn verongelijktheid versterkt. Fortuyn was een buitenstaander, van ongewone moed en openhartigheid, die met heel zijn ziel en zaligheid campagne voerde voor zichzelf en een geïdealiseerd Nederland dat nooit heeft bestaan. Met zijn kritiek op de islam was hij in Nederland de eerste, bij het openbreken van taboes op immigratie, integratie en de multiculturele samenleving gingen Frits Bolkestein (bij rechts), Paul Scheffer (bij links) en Hans Janmaat (bij het volksdeel dat de mond gesnoerd werd) hem voor.
Heeft zijn erfenis wat opgeleverd? Heel weinig, als bedacht wordt dat degenen die aandacht vragen voor de drie 'i's' (islam, integratie, immigratie) nog steeds doen alsof deze kwesties taboe zijn. Dat schiet niet op en laat vooral stilstand zien. Want het gaat zeker in rechtse kring de laatste elf jaar over weinig anders, en als er dan inhoudelijk geen schot in zit zou dat reden kunnen zijn voor intellectuele zelfkritiek. Maar nee hoor, die is er niet, de linkse kerk is nog steeds aan alles schuld, ook al zit die al sinds 1982 in het defensief. Opvallend is dat Wouter Bos, de politicus op links die zich het meest door Fortuyn aangesproken voelde, de politiek alweer heeft verlaten. Bos gooide als minister van Financiën de handdoek in de ring aan de vooravond van de eurocrisis die zich al aankondigde. Ik vermoed dat Ad Melkert, die door Fortuyn werd afgedroogd, als PvdA-leider meer ruggengraat had gehad en de betere politicus was. Geen verbetering op links dus, waarbij nog moet worden aangetekend dat Bos als deeltijdinformateur nog een belangrijke rol heeft gespeeld bij het kwartetspel waaruit het huidige dolende paarse kabinet is voortgekomen. Alsof we weer terug zijn in 2002, maar dan zonder D66.
Nederland is, Fortuyn schreef het al, een verweesde samenleving. Ik zie maar twee politici die er de afgelopen elf jaar uitsprongen. Allereerst Jan Peter Balkenende, die een niet-aanvalspact met Pim had gesloten, en als CDA-premier onverstoorbaar leiding gaf aan vier kabinetten. De tweede is Mat Herben, die de nalatenschap van Pim beheerde en in crisistijd het hoofd koel hield toen de LPF na de moord op Fortuyn tot de regering toetrad. Dat beide mannen worden verguisd, en hun prestaties niet zijn herkend, zegt alles over de Nederlandse media, die in het teken staan van het talkshowpopulisme en weinig politiek benul aan de dag leggen. Als het Nederlandse populisme ergens vandaan komt, dan zit het bij deze borreltafels, waar de mannen met de gladste babbels het beste scoren. Zoals de fantast Abraham Moszkowicz, die als advocaat Geert Wilders bijstond in het 'onzinproces van de eeuw' waarin de vrijheid van meningsuiting op het spel zou staan. Dat in een land waar als nergens anders zo onbevangen in het openbaar werd gediscussieerd over thema's die mede door Fortuyn waren aangekaart. Die overdrijvingen horen wat mij betreft tot de minpunten van Pim, die in de welvarende jaren negentig al doorsloeg met zijn 'puinhopen van paars'. Dat mag om de zaken op scherp te zetten (wat Theo van Gogh op televisie als spraakmakend opinieleider deed en wat hem de kop kostte), maar in de politiek gaat het om gevoel voor verhoudingen en het afgewogen oordeel, niet om opgewonden retoriek.
Hier komen we bij Geert Wilders, die nu als voornaamste politieke erfgenaam van Pim wordt gezien. (Rita Verdonk viel wegens vergaand amateurisme al eerder af.) Voor een deel terecht, want hij heeft een aantal fortuynistische thema's overgenomen, vooral zijn kritiek op de islam. Tegelijk kun je Fortuyn geen groter onrecht aandoen dan hem op één lijn plaatsen met Wilders. Er zijn natuurlijk gelijkenissen, vooral hun eenzaamheid. Maar waar Pim een buitenstaander was die op eigen kracht thema's aansneed en op de beperkingen wees van een allesverstikkende politieke correctheid, is Geert een insider die gedijt in het machtspel van de Haagse politiek en intellectuelen wantrouwt. Buiten de Haagse vissenkom zou hij niks voorstellen. Anders dan Fortuyn is Wilders een politicus, en een gevatte bovendien, maar hij scoort met het debiteren van politieke incorrectheden in plaats van het fileren van politieke correctheid. Wilders spint garen bij het hitsige politieke klimaat dat sinds de moord op Fortuyn is ontstaan en waar de PVV nog een schepje bovenop doet.
Als we de balans opmaken van het multiculturalisme in Nederland, waar Fortuyn al onbarmhartig over was, dan behoort de opkomst van de PVV tot de extra kostenposten. Waar Fortuyn zich open en kwetsbaar opstelde ('ik sta hier, ik kan niet anders'), schermt Geert zich af en toont hij zich ongrijpbaar. We zullen nooit weten wat Pim van Geert zou vinden, maar zijn oordeel zou vermoedelijk niet mals zijn, zoals hij nergens mals over was. Niks rechtse lente in Nederland met gedoogsteun van Geert. De echte tragiek van de moord op Pim Fortuyn zit in de zelfverklaarde erfgenamen van de PVV, die in Nederland een cynische en opruiende politiek hebben geïntroduceerd die voor 2002 ter rechterzijde niet bestond. Rechts produceert nu meer onzin en verdeeldheid dan links, een hele prestatie. Het pleit voor de gevestigde kracht van de Nederlandse democratie dat al deze gekte met een zekere gelatenheid wordt doorstaan.
Ga verder met lezen
Dit vind je misschien ook leuk
Laat mensen jouw mening weten