Afgelopen week spraken we met een aantal partijen over de zogenaamde crisis- en herstelwet. Deze tijdelijke wet is in het leven geroepen om grote projecten zoals de aanleg van wegen meer naar voren te trekken en daardoor een "boost" te geven aan de economie. Inzet van dit kabinet is nu om deze wet permanent te maken.
Tijdens dit gesprek kwam zeer scherp naar voren dat er een enorm verschil bestaat tussen enerzijds de professoren en juristen, kortom de mensen die uitsluitend achter een bureau, wetgeving bekijken, en anderzijds de praktijkmensen zoals Bouwend Nederland en het bedrijfsleven vertegenwoordigd door VNO-NCW.
De eerste groep theoretici zag liever deze wet niet want "regeltje nr 14 van het 11e katern kon wel eens conflicterend zijn met EU richtlijn nr zoveel" En terwijl deze theoretische monologen over ons werden uitgestrooid, zag je de linkse oppositiepartijen enthousiast knikken. Ook deze kamerleden hadden waarschijnlijk nog nooit het bureau verlaten en kenden wetgeving alleen maar als een "dode letter". Gelukkig kwamen ook nog de genoemde praktijkmensen aan het woord. "De wetgeving heeft goed gewerkt en vooral mee doorgaan", was het motto. Deze praktische en verfrissende kijk was niet wat de kamerleden van de oppositie wilde horen: praktijk en doortastendheid is niet hun ding.
Toch is dit van een groot belang. Er zijn allerlei urgente problemen die aangepakt dienen te worden. Zo is er bijvoorbeeld de massale kantorenleegstand. Een probleem dat is gecreëerd door lokale overheden, banken en projectontwikkelaars. Jarenlang hebben genoemde partijen exorbitante winsten geboekt met deze "windhandel" Nu het economische tij tegenzit, zal men ook zelf met oplossingen moeten komen. Doorpakken en gewoon deze "grote hoeveelheid stenen" afwaarderen en kijken naar andere bestemmingen zoals bijvoorbeeld wonen is dan het motto. Uiteraard mag men dan absoluut niet de hand ophouden bij de belastingbetaler. Een particuliere woningbezitter wordt immers ook niet gecompenseerd voor de waardedaling van zijn huis, dus deze partijen ook niet. De genoemde wet maakt veel zaken makkelijker zoals bijvoorbeeld het eenvoudig veranderen van bestemmingsplannen en het versnellen van procedures.
In tijden van economische tegenwind zijn dit soort wetten een verademing. Doorpakken en geen getreuzel. De theoretische vertragingstactieken van de oppositie zullen niet worden gehonoreerd in de kamer en dat is maar goed ook.
Jhim van Bemmel is lid van de Tweede Kamer voor de PVV.