De Europese monetaire beleidsmakers denken blijkbaar dat we gekke Henkie zijn.
Tijdens een vraaggesprek afgelopen donderdag met de Oostenrijkse televisie merkte ECB-bestuurslid Gertrude Tumpel-Gugerell op dat al die verhalen over een naderende herstructurering van de Griekse schulden maar zwaar overdreven waren. Herstructurering was "volstrekt niet aan de orde" en de huidige leningen waren "van tijdelijke aard." Een dag later probeerde haar collega Jurgen Stark ons tijdens een lezing in Aken opnieuw een paar kilootjes zand in de ogen te strooien. De Griekse toestand was "absoluut niet uitzichtloos". Van een de facto Grieks bankroet was dan ook geen sprake, van de noodzaak tot herstructurering van de Griekse schulden al helemaal niet.
Nu vind ik het tot daar aan toe dat men in Frankfurt en Brussel met ons belastinggeld een reddingsoperatie wil ondernemen om het Europese bankwezen pardon: de zwalkende economieen van de PIIGS landen overeind te houden. Men meent blijkbaar dat het verstandiger, goedkoper of politiek beter verkoopbaar is om ons belastinggeld in deze landen te pompen dan om met datzelfde geld onze banken en pensioenfondsen te helpen de klap op te vangen van het onmiddellijk herstructureren van de schulden van de PIIGS-landen. Hoe langer onze financiele instellingen de tijd krijgen om hun posities in deze landen af te bouwen en hun reserves te vergroten, zo hoopt men, hoe groter de kans dat de uiteindelijke klap voor het Europese bankwezen beperkt zal blijven. Dat de Europese belastingbetalers in dit scenario waarschijnlijk kunnen fluiten naar het aan de PIIGS-landen geleende belastinggeld is jammer maar niet onoverkomelijk.
Het is een beleidsvoorstel waar uiteraard veel kritiek op mogelijk is. Door de noodzakelijke sanering van de Griekse economie uit te stellen, hebben de beleidsmakers de crisis alleen maar verdiept. Een land als Ierland, dat in principe nooit bankroet had hoeven gaan, is daardoor alsnog in de crisis meegezogen. Van een banksaneringsfonds hadden we bovendien op termijn nog een aanzienlijk deel van het ingelegde kapitaal kunnen terugverwachten - het Congressional Budget Office schatte onlangs in dat van de uitgeleende $700 miljard van het Troubled Assets Relief Fund (TARP) uiteindelijk slechts $25 miljard definitief niet zal worden terugbetaald. In het geval van een herstructurering van de Griekse, Ierse en Portugese schulden zal het overgrote deel van het geleende kapitaal definitief moeten worden afgeschreven. De rekening zal dan in de honderden miljarden euro's lopen - een veelvoud van de kosten van een bankreddingsoperatie. En die rekening kan nog minstens verdubbelen als naast die drie landen ook Spanje er uiteindelijk aan moet geloven.
Een slecht doordacht plan dus. Maar goed, het is in ieder geval een plan waar je voor of tegen kunt zijn. Wat ik volstrekt verwerpelijk vind is dat de ECB-bestuurders ons wil doen geloven dat er uberhaupt van een crisis helemaal geen sprake is. Met andere woorden: of we maar even rustig willen gaan slapen.
Dat de Griekse toestand wel degelijk uitzichtloos is, is op deze site al meerdere keren uitvoerig besproken (wie een goede samenvatting zoekt, kan ik dit buitengewoon inzichtelijke comment van vaste lezer Tipo aanraden). Griekenland is de facto allang bankroet. Op de open kapitaalmarkt kan het niet langer tegen betaalbare rentetarieven geld lenen; het kan alleen overleven dankzij de open kredietlijnen van ECB, IMF en andere lidstaten. Op eigen kracht zal het land er nooit meer bovenop komen, althans: niet binnen de euro. Hoe langer we de noodzakelijke herstructurering van de Griekse (en Ierse en Portugese) schulden uitstellen, hoe hoger de rekening zal worden. In het onwaarschijnlijke geval dat herstructurering definitief wordt uitgesteld, zal Griekenland (en Ierland en Portugal) zelfs permanent afhankelijk worden van Europese overdrachtsbetalingen. De vraag is dan ook niet of Griekenland zijn schulden zal moeten herstructureren, maar wanneer.
Je hoeft geen economisch expert te zijn om dit te begrijpen. Toch menen de ECB-bestuurders dat ze ons wel met wat praatjes voor de vaak kunnen afschepen. In tijden van voorspoed zou dit soort bestuurlijke arrogantie al irritatie opwekken; in de huidige crisis, waarin zij ons belastinggeld op ongekende schaal dreigen te verkwisten, is het volstrekt onacceptabel.