Als er één EU-land is dat niet warm loopt voor een Bankenunie, is het Duitsland. Maar Duitsland verbergt zijn tegenstand beter dan andere landen. Wie een veto op zak heeft, kan zich permitteren de zaak anders aan te pakken. Zoals eisen dat het net zó gebeurt, dat een en ander niet zo opvalt.
Er zijn veel bezwaren in te brengen tegen een toekomstige Bankenunie in Europa. Een zeer veelgehoorde, is dat er zoveel banken zijn in Europa, dat toezicht daarop niet eenvoudig en degelijk te organiseren valt. Niet toevallig is dit iets wat men in Duitsland heel graag hoort. Want waar de Duitse grootbanken in Europa toonaangevend zijn, is het stelsel van lokale Landesbanken bepaald geen voorbeeld voor andere banken. Niemand weet precies hoeveel vuil er in de Landesbanken zit verstopt, maar dat het totaal verre van solide is staat zonder meer vast.
Tezamen werkt het wel, maar dan moet daar geen Europese last bij komen. Een anonieme bankier:
En dus is het Duitse motto:
Dan kan Jeroen Dijsselbloem nog zo hard roepen dat 80% van de middelen om een Bankenunie op te zetten nog deze zomer in werking kunnen worden gesteld, maar als er één essentieel onderdeel ontbreekt (Duitse toestemming), dan zal het niet gebeuren. En met (daar zijn ze weer) de naderende Duitse Bondsdagverkiezingen zal Angela Merkel de zaak niet graag op de spits drijven.
Gelukkig voor Merkel zijn er meer zeer sceptische landen. Zowel Finland als Zweden zal vermoedelijk totaalweigeren, dus is er voor Duitsland geen reden zich in de kaart te laten kijken. Maar die Bankenunie? Vergeet het maar.