Duitse econoom: 'Nederland heeft 101 miljard tegoed van de ECB, maar zal dat geld nooit terugzien'
De Nederlandse belastingbetaler is weer eens de dupe van het Grote Europese Project.
De Duitse econoom en wetenschappelijk adviseur van zijn regering Hans-Werner Sinn heeft slecht nieuws voor de Nederlandse belastingbetaler. Hoewel De Nederlandsche Bank (DNB) maar liefst 101 miljard euro tegoed heeft van centrale banken in Zuid-Europa zien we daar waarschijnlijk geen cent van terug. "De vordering is nu al waardeloos," stelt Sinn zelfs.
De vordering is feitelijk op de Europese Centrale Bank (ECB). Het is ook meteen de grootste post in de boeken van DNB, aldus Follow The Money. In totaal bedraagt dit bedrag maar liefst 35 procent van alle bezettingen op de balans van DNB. Dat is dus nogal wat.
Onze oosterburen hebben een nóg groter tegoed: 857 miljard euro.
Dat klinkt in principe natuurlijk hartstikke leuk, maar er is wel één klein probleem: we zien dat geld nooit meer terug. Zoals Sinn zegt:
"Uiteindelijk betalen de Nederlandse en Duitse belastingbetaler de rekening voor de financiering van Zuid-Europese overheden."
In de Nederlandse politiek wordt Sinn voornamelijk genegeerd. De meeste politici willen namelijk helemaal niet over dit soort onderwerpen praten. Daar wordt de burger immers maar boos van. Welnee, dan is het veel beter om dit soort feitjes onder het tapijt te vegen en te hopen dat niemand er ooit over begint.
Toch zijn er uitzonderingen. Zoals wel vaker heet die uitzondering "Pieter Omtzigt":
In Nederland vindt Sinn wel gehoor bij CDA-Kamerlid Pieter Omtzigt. Terwijl de hoogte van deze complexe claim bij de meeste Kamerleden slechts de oren doet klapperen, vroeg hij minister Jeroen Dijsselbloem van Financiën meerdere malen om opheldering over de miljardenclaim van DNB op de ECB...
Terwijl op de rijksbegroting iedere euro drie keer wordt omgedraaid, groeit het bedrag dat Nederland tegoed heeft van andere eurolanden. Volgens Dijsselbloem vormt dat geen aanleiding voor zorgen. ‘In de afgelopen jaren zijn veel maatregelen getroffen om de stabiliteit van de eurozone en de economische gezondheid van eurolanden te versterken,’ schrijft hij de Kamer in januari van dit jaar als antwoord op de vragen van Omtzigt.
Gelukkig is Omtzigt niet onder de indruk van die antwoorden. Daarom heeft hij vorige week opnieuw vragen gesteld. De antwoorden worden verwacht voor 10 oktober -- hoewel dat bij dit kabinet wel altijd een vraag is. Als het even niet uitkomt wachten ze namelijk gewoon een paar weken of zelfs maanden langer.
