De minister-president van de Duitse deelstaat Sachsen, Stanislaw Tillicht, kapt ermee na de enorme CDU-nederlaag bij de verkiezingen van afgelopen maand, maar geeft nog wel wat advies mee aan zijn partijgenoten. Er vielen rake klappen bij de Duitse parlementsverkiezingen van 24 september. Op alle fronten verloor het Duitse partijkartel van CDU en SPD stevig: Merkels 'Union' (CDU + CSU) verloor 8,6 procentpunten aan stemmen en Martin Schulz' SPD 5,2. Partijen op de uiterste linkerflank - Linke en Grünen - verloren noch wonnen, en de grote winst behaalde rechts: FDP en AfD behaalden beide historische overwinningen. Fijn voor hen, maar zéér pijnlijk voor de gevestigde orde.
Ondanks de verliezen bleven de christen-democraten op de meeste plekken toch nog de grootste partij, zij het met een kleinere voorsprong dan vroeger. Maar niet in de oost-Duitse deelstaat: daar ging in vrijwel alle kiesdistricten de rechtse AfD er met de winst vandoor. Gek is dat niet: Sachsen is van oudsher een AfD-bolwerk, waar bijvoorbeeld ook de islam- en migratiekritische Pegidabeweging haar oorsprong heeft.
Hoewel dit verder geen gevolgen heeft voor de regionale politiek in Sachsen - deelstaatsparlementen worden in aparte verkiezingen gekozen, die daar pas over twee jaar weer plaatsvinden - heeft de minister-president van de regio, Stanislaw Tillich, de boodschap van de kiezer goed begrepen. De CDU'er kiest dan ook eieren voor zijn geld, en
gooit de handdoek op de helft van zijn ambtstermijn al in de ring. Na de nationale verkiezingen wijst alles erop dat de bevolking van Sachsen hem over twee jaar toch genadeloos weg zou stemmen, en die politieke vernedering laat hij liever aan zich voorbij gaan door nu alvast zelf op te stappen.
Dat is echter niet de enige reden dat hij er voortijdig mee ophoudt. De vraag "Hoe kan het dat de AfD zo succesvol was op 24 september?" galmt weken na de verkiezingen nog stevig na in
Duitsland. De meeste politici en analysten beantwoorden die vraag het liefste door te stellen dat een groeiend deel van Duitsland weer stevig racistisch, fascistisch en nazistisch wordt en het liefste terug zou keren naar de jaren '40. Enfin: het bekende linkse riedeltje van wegkijken en doorgaan op hetzelfde pad. Tillich heeft het gelukkig beter begrepen, en beseft dat Alternative für Deutschland zich vrijwel als enige bekommert om de problemen waar steeds meer Duitsers mee zitten: massa-immigratie en islamisering, zaken die de meeste andere partijen niet eens als probleem willen bestempelen.
Bij de CSU, de Beierse zusterpartij van de CDU, gold altijd het principe: "Er mag nooit een partij bestaan die rechtser is dan wij." Dat heeft ze decennialang geen windeieren gelegd, maar inmiddels lijkt het erop dat ze dat hebben losgelaten door - onder druk van Mutti Merkel - steeds meer naar links te schuiven. Dat was bedoeld om linkse partijen wind uit de zeilen te nemen, en toont maar weer aan hoe onserieus men de AfD nog steeds neemt: dat dié lui een serieuze bedreiging aan de rechterflank konden vormen, had niemand verwacht. Maar dat gebeurde dus toch: in Beieren
verloor de CSU bijvoorbeeld maar liefst 11 procentpunten, een historische nederlaag.
Tillich roept de CDU dan ook op om op te houden met steeds verder naar links te schuiven, en weer een echt rechtse partij te worden. Daarbij is hij overigens niet de enige: binnen zusterpartij CSU staat al vast dat de komende jaren weer een veel rechtsere wind door de bomen zal moeten waaien. Of die eis zal standhouden formatiebesprekingen met onder andere het Duitse GroenLinks, is echter nog maar stevig de vraag: uiteindelijk zal Merkel liever voor haar pluche dan haar principes gaan, is mijn verwachting.