Het CDA wil zwart-op-wit in het regeerakkoord vastleggen dat een komend kabinet niet aan onderwerpen als de vrijheid van godsdienst en de bestrijding van discriminatie tornt,
zo schrijft De Volkskrant vandaag. Dit weer in combinatie met een gedoogakkoord waarin Wilders garandeert het kabinet niet ten val te brengen vanwege de in het gedoogakkoord genoemde punten van onenigheid. Een bijzondere constructie, zonder meer. Toch, de eis om de PVV op
deze punten zwart-op-wit vast te pinnen is overdreven en overbodig.
In de eerste plaats omdat het groepje CDA'ers dat nu in opstand komt net zo luidruchtig als marginaal is. Uit peilingen blijkt steeds weer dat een overgroot deel van de CDA'ers op het CDA-congres het centrum-rechtse kabinet zal steunen. Bovendien garandeert onze Grondwet (en internationale verdragen) de vrijheid van godsdienst. Wat dat betreft kunnen het CDA en de VVD zich beter zorgen maken over het verkrijgen van PVV-steun voor de bezuinigingen van 18 miljard euro. Zeker gezien de ruk naar (economisch) links die de PVV in de loop der jaren gemaakt heeft.
De derde en belangrijkste reden is echter dat de PVV eenvoudigweg geen belang heeft bij een onredelijke opstelling. Als de kabinetsval en de formatiepogingen iets bevestigd hebben dan is het wel dat eigenbelang ook bij politici leidend is. Een kabinet valt als een coalitiepartner daar, met het oog op verkiezingen, belang bij heeft (of denkt te hebben) en een formatie mislukt als van tevoren al vaststaat dat de rechtse verkiezingswinnaar geen belang heeft bij een coalitie met drie linkse partijen. Het doemscenario van de PVV is om een tweede SP te worden: veel zetels bij de verkiezingen winnen om vervolgens niet te regeren en bij de volgende verkiezingen het zetelaantal weer te zien halveren. Alleen al om dat te voorkomen zal de PVV zich de komende weken zeer flexibel en gematigd opstellen.