Uit de koker van onze nijvere planeetredders. Een gastbijdrage van Jeroen Hetzler.
'Als ik kon toveren.' Aan dit liedje van onze onvolprezen zanger Herman van Veen, moet ik steevast denken, wanneer ik weer de vermeende zegeningen van hernieuwbare energie mag vernemen uit de koker van onze nijvere planeetredders.
De vraag dringt zich op: wat valt er waarvan te redden? Ik krijg sinds jaar en dag de indruk dat zekere kringen ons proberen wijs te maken dat Moeder Aarde allerlei rampen te wachten staat. Die rampen zouden veroorzaakt worden door een ongekende opwarming van de aarde. Het is echter leerzaam om de blik te richten op het verleden na het einde van de jongste grote ijstijd en de klimaatschommelingen nadien.
Met de beste wil van de wereld kan ik er niets verontrustends in bespeuren wat betreft het heden. Dit weerhoudt de planeetredders er niet van om Al Gore blindelings te volgen in diens opwarmingsreligie. Het schijnt te maken te hebben met de uitstoot van CO2, als ik het allemaal goed denk te begrijpen. En van die gevaarlijke CO2–emissie zijn de moderne industrie, lees het kapitalisme en het consumentisme, de schuld. Ik begin nattigheid te voelen: de beschuldigende vinger naar het kapitalisme. Marx en Engels in een kek modern klimaatjasje in de gedaante van het cultuurmarxisme? Oude wijn in nieuwe zakken? Ik vrees het.
Het kost mij namelijk moeite om mij te verplaatsen in de logica van onze planeetredders. Immers, de opwarming staat al 18 jaren stil. Desondanks is het CO2–volume in de atmosfeer met ferme schreden blijven doorstijgen. Hoe heb ik het nu? Ik wil in deze wijzen op de wetenschapsfilosoof Karl Popper. Een hypothese kan door 100 wetenschappers bevestigd zijn, maar er is slechts 1 meetreeks nodig om deze hypothese te verwerpen. Mijn eenvoudige logica stelt dan ook vast dat de AGW–hypothese (Anthropogenic Global Warming – door de mens veroorzaakte opwarming) is weerlegd. En ik ben niet de enige, want zelfs het IPCC heeft enige aarzeling.
Ik geef onmiddellijk toe dat het niet leuk is, maar het leven zit vol met niet maakbare teleurstellingen. Het blijkt echter niet iedereen gegeven om zijn of haar mening op grond van dit nieuwe feit te herzien. Hoe dit komt is iets wat ik gaarne aan de deskundigen op het gebied van (massa)psychologie overlaat. Met mijn boerenverstand kan ik begrijpen dat de feiten van het verre verleden waaraan ik refereerde, de ongelooflijke complexiteit van ons klimaat in relatie tot de kosmos, en het nog zeer jonge stadium waarin klimaatwetenschap zich bevindt, er geen reden is voor al die overhaaste en ononderbouwde rampenscenario’s.
Dat het allemaal om emotie en bevooroordeeldheid gaat, moge des te zeer blijken uit het selectief en eenzijdig strooien met rampen. Nooit is er een positief effect, wat in strijd is met de huidige feiten zoals in Oost–Afrika bijvoorbeeld. Dit wijst op (moedwillig?) onbegrip van de historie, met name de periodes van voorspoed in de opwarmingsperiodes (met hogere temperaturen dan nu) in het verleden. Deze selectiviteit is verdacht genoeg om de boodschappers van al dat onheil met argwaan te bekijken. Dit wordt onderstreept door het volgende dat ik voor de zoveelste keer herhaal.
Hoe komt het toch dat mensen zo dol zijn op rampen? Hoe komt het toch dat mensen zich zo makkelijk laten imponeren door verhalen over rampen, maar niet de moeite nemen deze te verifiëren? Ik ben geen psycholoog, maar ik weet wel dat gehaaide commercie, en niet wetenschap, een fundamentele rol speelt. Al Gore maakte gebruik van exclusieve PR–bureaus.
De milieubeweging is uiterst bedreven in suggestieve propaganda met als dieptepunt het ‘zielige’ laatste ijsbeertje op het laatste stukje poolijs. Ik ga niet in op de details, omdat genoegzaam bekend moge zijn dat dit beeld onjuist is, iets wat eenvoudig te verifiëren is door wie er een uurtje voor uittrekt.
Vooruit, deze dan van vandaag.
Dit alles is exemplarisch voor de manier waarop onze gemeenschap onophoudelijk beduveld wordt en bang gemaakt. Persoonlijk vind ik deze manier van optreden laakbaar en getuigen van een gebrek aan maatschappelijke verantwoordelijkheid. De propagandisten van dergelijke desinformatie moeten dan ook kritischer bekeken worden in het maatschappelijk en politiek debat en zeker waar het de obligate clichématige beschuldigingen betreft aan het adres van met name de grote energiemaatschappijen als Shell, BP et cetera. Al te goedkope retoriek die we nu al sinds de jaren 70 kennen om de aandacht af te leiden van het falen van de milieubeweging zelf en in feite de voorstanders van een cultuurmarxistische planeconomisch maakbare wereld die ons verstikken met allerlei regels en dwang.
Hier raak ik aan het falen van de milieubeweging en de propagandisten van een maakbare maatschappij. Die maakbaarheid is in dezen wel erg ver doorgeschoten door de gedachte dat de mens zelfs het klimaat kan beïnvloeden. Je moet maar durven. Het doet denken aan de rampzalige vlucht van Icarus als voorbeeld van menselijke overmoed. Maakbaarheid van de maatschappij gaat hand in hand met de opvatting dat problemen altijd een maatschappelijke oorzaak hebben (zie de misvatting over kansarme radicale moslims).
Het kapitalisme is de schuld. Dus zou hierbij de Overheid een dikke vinger in de pap moeten hebben ten detrimente van het vrije markt mechanisme. De maakbare samenleving is echter een utopie. De belangrijkste taak van de overheid is om goede voorwaarden te creëren van waaruit individuen zich kunnen ontplooien naar vermogen en hun de keuze geboden wordt om zelf kritisch na te denken over wat aan informatie beschikbaar is. Thans wordt hen deze verscheidenheid aan informatie, en dus een keuze!, onthouden door eenzijdige indoctrinatie die al op jonge leeftijd plaatsvindt, en door eenzijdige berichtgeving door kritiekloze media. Nuchter bezien leven wij thans onopgemerkt in een informatie–totalitaire maatschappij waarin de milieubeweging bepaalt welke informatie wel en niet is toegelaten.
In het kader van een open maatschappij, recht op vrije opinievorming en neutraal feitelijke informatievoorziening is dit een ontoelaatbare situatie waar een eind aan dient te komen.
De aanloop naar en de nasleep van bijvoorbeeld het Nationale Energieakkoord laten zien dat hier illustratief sprake is van desinformatie en discutabel omspringen met democratische spelregels. Rekenfouten in de aanloop, wensdenken waar het de kosten betreft en het stelselmatig negeren van onwelgevallige, doch correcte berekeningen vanuit wetenschappelijke kringen over de werkelijke kosten zetten vraagtekens bij de intenties van de ‘inner circle’ van hernieuwbaar, beter bekend als het eco–industrieel–complex. Het is een beschamende herhaling van de geschiedenis.
Er is alle reden om de huidige gang van zaken en de machtsposities van belanghebbenden van voornoemde ‘inner circle’ aan een kritisch onderzoek te onderwerpen. Er is zeker alle reden om aan te nemen dat over afzienbare tijd een parlementaire commissie zich over deze zaak zal buigen, gezien het nakende fiasco van het NEA. De vraag blijft voorlopig welke politicus voldoende ruggengraat heeft om dit aan de orde te stellen en eerder welke politici gehoor geven aan dergelijke kritische geluiden.
Laat ik samenvattend stellen dat:
Aldus Jeroen Hetzler.
Bron hier.
Voor mijn eerdere DDS–bijdragen zie hier.