'Vrijzinnigheid is niet het probleem van Amsterdam,' zeggen Zeeger Ernsting en Femke Roosma, beiden raadslid van GroenLinks. Commercialisering en conservatisme zouden het probleem zijn. Via Het Parool.
Ze schetsen een beeld van Amsterdam alsof het een soort door Woodstock geïnspireerd pretpark is en iedereen z'n eigen vrijheid gebruikt om zichzelf volledig te kunnen uiten. Lekker knuffelen met moslims, christenen en marxisten terwijl wat studenten weer een bestuursgebouw bezetten.
Amsterdam zou een oase van vrijzinnigheid zijn, los gewrikt van de 'autoritaire instituties' als 'koning, kerk en kapitaal'. Het is dan ook één en al ellende dat bedrijven de mooie stad verkrachten met hun tours en souvenir winkeltjes.
De kern van het probleem volgens deze twee raadsleden zit hem in het 'toe-eigenen van de publieke ruimte', waar uw en mijn vrijheid die van een ander kan beperken en dus verkeerd is. Klinkt natuurlijk leuk en diepzinnig, maar dat is het dus niet.
Het komt er namelijk op neer dat wanneer ik door Amsterdam loop en mij loop te ergeren aan een doorgesnoven zwerver of een naaktloper, ik maar m'n mond moet houden. Het idee dat mijn vrijheid om van een mooie dag in de stad te genieten door zulke figuren wordt beperkt, zien zij toch echt anders. Nee, ík ben dan het probleem met mijn conservatisme. Dat er vervolgens iemand wel een lucratieve handel ziet in het zwervers voorzien van drugs, is ook een ongewenst effect van Amsterdamse vrijzinnigheid.
De vrijzinnigheid waar zij zo naar verlangen, kan alleen ontstaan binnen een groep mensen die er dezelfde kaders op nahouden. Dat spreekt zichzelf natuurlijk tegen want vrijzinnigheid betekent natuurlijk dat je binnen je eigen kaders opereert en die van een ander niet aantast. Zij verlangen dus terug naar een instabiele situatie die aan het stabiliseren is en dat ook weer zal doen wanneer het wéér instabiel wordt. Hopeloos naïef en onverbeterlijk idealistisch.