Twee jaar geleden heette de leiderschapswisseling bij de PvdA nog een meestercoup te zijn. Dat vonden ze niet alleen bij de PvdA, waar ze met Job Cohen 'goud in handen' dachten te hebben, dat vond ook Hans Wiegel. Toegegeven: de coup slaagde op één punt. Job haalde meer zetels dan JPB, en in maart 2010 leek dat nog een garantie om de nieuwe MP te worden. Nog maar twee jaar geleden was de PvdA totaal geobsedeerd door het CDA, dat al acht jaar onder Jan Peter Balkenende het land regeerde en in Maxime Verhagen een prince of darkness bezat (in linkse ogen althans). Waarom de driedubbele terugtocht van Wouter Bos, uit Uruzgan, uit het kabinet Balkenende-IV, en tenslotte uit de hele politiek, zo'n meestercoup was, bleef onduidelijk. Natuurlijk, Cohen gold als de man die de boel bij elkaar ging houden, maar om een driedubbele aftocht als een sprong voorwaarts te verkopen moet je toch echt bij de PvdA zijn, waar nederlagen als overwinningen worden uitgelegd, en de terugtocht als een bewijs geldt van politieke moed en de rug rechthouden.
Van een meestercoup was achteraf gezien geen sprake, maar een coup was het wel. Bijna niemand binnen de PvdA was op de hoogte van de afspraken tussen Bos en Cohen, waarbij de laatste in 2003 al al vaderlijke stand-in had opgetreden voor het geval dat de eerste alsnog de verkiezingen mocht winnen. Dat gebeurde net niet, en in 2006 ook niet, hoewel Wouter toen een half jaar eerder in de peilingen op zestig zetels had gestaan. De coup kwam toen van de kiezers, die gevoelig waren voor het verhaal van het CDA dat Wouter een 'draaikont' was - wat achteraf gezien ook helemaal waar bleek, want de manier waarop Bos, die onze minister-president zou worden, uit de politiek verdween was voor iedereen een verrassing. Alleen Cohen scheen al in 2007 te weten dat Bos voor zijn gezin wilde kiezen. Je kunt zeggen wat je wil, maar dat was knap geheim gehouden. Zoals ook de PvdA in de tijd van Wim Kok door een heel klein clubje werd gerund. Samen met Ad Melkert was het een tweemanspartij die van boven werd geregeerd. Ook Bos stond bekend als 'control freak', die zelfs tussen het bankenredden door nog tijd vond om in talkshows in te breken als er dingen werden gezegd die hem niet bevielen. En in de eigen fractie had Bos de wind eronder. Elke dissidente stem (voormalig WBS-directeur Paul Kalma bijvoorbeeld) werd onder druk gezet en kreeg te horen dat dolkstoten niet op prijs werden gesteld. Zo gaat dat in de politiek, de discipline in de eigen gelederen staat voorop - hetgeen ook politieke coups mogelijk maakt.
Is dat ook bij het vertrek van Job Cohen gebeurd? Je zou denken van wel, van de nieuwe partijvoorzitter Hans Spekman wil een ruk naar links (Cohen zei dat ook te willen), terwijl Frans Timmermans in een uitgelekte e-mail juist zijn bezwaren uitsprak om van de PvdA een 'SP-light' te maken. Mij leek dat e-mailtje van Timmermans op de
Dagelijkse Standaard van vrijdag 17 februari dan ook reden om in hem de ideale opvolger van Cohen te zien. Niet alleen had hij zich op eigentijdse wijze aangediend, maar hij had ook een helder verhaal over de strategische koers van de partij, waarbij hij de keuzen van de laatste twintig jaar onder Kok en Bos verdedigde (in mijn ogen terecht). Op maandag 20 februari stapte Cohen op en sindsdien geldt Frans als de Brutus. Al die mensen die het niet meer in Cohen zagen zitten, vinden het nu ineens jammer dat 'integere Job' (zie ook een mooie column van Afshin Ellian in
Elsevier) zijn biezen heeft gepakt en geven stiekemerds in de fractie de schuld. Vooral de nieuwe partijvoorzitter maakt er een nummer van dat dit niet zijn manier van politiek bedrijven is. Dat hoort in de PvdA niet thuis. Het is van een adembenemende hypocrisie (zie ook Eric Vrijsen in
Elsevier), want aan elke leiderschapswisseling gaan zulke spelletjes vooraf. Je zou dan ook verwachten dat Timmermans, toch al de Brutus, het werk afmaakt en zich als nieuwe leider kandidaat stelt. Zo gaat het altijd. Maar de PvdA heeft ineens geen Brutussen meer, alleen nog brave borsten die die rol niet willen spelen. In plaats van te kandideren, hield Timmermans een huilverhaal waarin hij zich beklaagde over een onbekende die zijn e-mail heeft laten uitlekken (de e-mails die Frans naar dertig fractiegenoten verstuurt, zijn altijd vertrouwelijk en lekken anders nooit uit). Daarbij verklaarde hij zijn liefde aan Cohen: 'ik hou van die man!' Timmermans had na een vergadering op 16 februari, toen alles weer koek en ei was en de gelederen weer gesloten leken, nooit verwacht dat zijn e-mail zo'n dynamiek zou krijgen.
Hij wil niets liever dan de PvdA gaan leiden, maar is geen kandidaat (tenzij het lek zich alsnog meldt).
Hemeltje lief, zo'n softie hebben we nog niet gehad en de nieuwe generatie is nog softer dan soft. De PvdA heeft nu leiderschapskandidaten als Martijn van Dam (34), die net een kindje heeft gekregen 'en nu pas echt begrijpt waarom hij het doet'. Met zulke pasgeboren vaders is de PvdA geen partij van babyboomers meer, maar een babypartij. Ook Diederik Samsom (40) is nog nauwelijks droog achter de oren en denkt al te weten hoe het met de partij verder moet (waarheen de weg gaat zegt hij niet). En waarom Cohen juist afgelopen maandag is opgestapt, blijft onduidelijk. Het lijkt er met wat we nu weten sterk op dat er niet eens een coup is gepleegd, maar dat Cohen er geen zin meer in had en niet eens de moeite heeft genomen netjes te wachten tot er zich een opvolger aandiende. Die gedroomde opvolger, Lodewijk Asscher, zit ook al in Amsterdam, maar is nog jonger dan Wouter Bos in 2003. En ideeën, toch niet onbelangrijk, hebben ze bij de PvdA ook al niet. Dan heeft het ook geen zin om een politieke coup te plegen, meestercoup of niet. Bij gebrek aan een Caesar zou zelfs Brutus zijn mes op zak houden. Zo gaat de PvdA ten onder, volstrekt bloedeloos. Dat doen ze bij Shakespeare toch een stuk beter. Maar dat is dan ook écht theater.