De redactie van De Dagelijkse Standaard kan er niet meer omheen: de berichtgeving over de huizenmarkt verandert sneller dan het weer. De ene dag horen we dat de markt eindelijk afkoelt, en de volgende dag slaan makelaars alarm dat het weer een gekkenhuis is. Het meest recente nieuws? De Nederlandse Vereniging van Makelaars (NVM) claimt dat dit hét moment is voor kopers om toe te slaan, met meer aanbod, vlotte verkopen en gematigde prijsstijgingen. Maar is dat echt zo? En wat zegt dit over het beleid dat onze huizenmarkt al decennia in een wurggreep houdt?
Laten we eerlijk zijn: ja, het klinkt goed dat er meer nieuwbouw op de markt komt en dat doorstroming eindelijk op gang lijkt te komen. Het feit dat investeerders hun huurwoningen van de hand doen, helpt volgens de NVM om het aanbod van koopwoningen te vergroten. Maar laten we niet vergeten dat dit deels komt door strengere regelgeving die verhuurders wegjaagt. En hoewel 32.000 nieuwbouwwoningen een mooi getal lijkt, blijft het bij lange na niet genoeg om de woningnood aan te pakken.
Het goede nieuws is dat meer starters hun eerste woning hebben kunnen kopen. Maar met een gemiddelde huizenprijs van bijna 483.000 euro blijven woningen voor velen onbereikbaar. En dat gemiddelde wordt in 144 gemeenten zelfs overschreden, waar de prijzen de grens van een half miljoen doorbreken. Dit is geen markt voor gewone mensen; dit is een speelveld geworden voor de elite en doorstromers met flinke overwaarde. Starters moeten al blij zijn als ze een “betaalbare” nieuwbouwwoning van 470.000 euro kunnen vinden. Ja, het is iets goedkoper, maar de ruimte die je krijgt is belachelijk klein.
Minister Mona Keijzer mag dan een “Woontop” organiseren om de nieuwbouwproductie op te krikken, maar dat klinkt meer als een pr-stunt dan een werkelijke oplossing. Het probleem is structureel: jarenlang falend beleid dat ons heeft opgezadeld met te weinig huizen, te veel regels, en een politieke elite die de prioriteiten verkeerd stelt. Waarom blijven we belastingvoordelen voor vastgoedinvesteerders in stand houden, terwijl gewone Nederlanders nauwelijks een dak boven hun hoofd kunnen betalen?
De NVM waarschuwt dat kopers snel moeten toeslaan, omdat huizen gemiddeld binnen 27 dagen verkocht zijn. Maar het echte probleem is dat de markt nog steeds te afhankelijk is van een kleine groep kopers met diepe zakken. Dit zogenaamde “herstel” van de markt is een façade: de prijsstijgingen blijven doorgaan, zelfs als ze “gematigd” lijken. En met de oplopende hypotheekrente kan het voor veel mensen alsnog onmogelijk worden om een huis te kopen.
De huizenmarkt heeft geen behoefte aan halfbakken maatregelen of nog meer gepolder. Wat we nodig hebben, is een fundamentele herziening van het woonbeleid. Minder regels, meer bouwruimte, en vooral minder politieke bemoeienis die de markt alleen maar verstoort. En misschien moeten we eens nadenken over hoe we de markt écht toegankelijk kunnen maken voor starters en middeninkomens, in plaats van alles op te offeren aan investeerders en doorstromers.
(Artikel gaat verder onder deze oproep) Steun De Dagelijkse Standaard financieel via BackMe, want alleen met uw bijdrage kunnen wij ons belangrijke rechtse werk voortzetten en een krachtig alternatief blijven vormen voor de linkse mainstream media. Uw steun is cruciaal om onze onafhankelijke stem te behouden en de vrijheid van meningsuiting te waarborgen in een medialandschap dat vaak overheerst wordt door eenzijdige opvattingen. Samen kunnen we de balans bewaren en een pluriform medialandschap in stand houden.
De Nederlandse huizenmarkt is een achtbaan waar gewone mensen alleen maar misselijk van worden. De tijd voor gepolder is voorbij; het is tijd voor daadkracht. Misschien moeten we in 2025 eindelijk eens kiezen voor écht gezond verstand. Want de woningnood blijft groeien, terwijl de politiek de handen blijft wassen in onschuld.