Terwijl de westerse media zich vooral druk maken over het vraagstuk van proportionaliteit in het conclict tussen Israël en de Palestijnen , waagt vrijwel niemand zich aan een diepere analyse van het immer voortdurende geweld van Hamas en andere radicale Islamitische groeperingen.
Hoe komt het dat er zoveel van dit soort gewapende, radicale groepen zijn en wie steunt deze groepen in financieel opzicht, wie verstrekt ze wapens en logistieke ondersteuning? De westerse media doen vaak alsof het gaat om spontaneuitingen van geweld, voortkomend uit woede en frustratie van onderdrukte minderheden. Maar is het allemaal wel zo spontaan, of zit er een politiek-militaire ideologie achter die bewust gesteund wordt door sommige staten en/of andere organisaties?
Om deze vraag te beantwoorden moeten we ons eerst verdiepen in de principes van asymmetrische oorlogsvoering oftewel asymmetric warfare. Op Wikipedia wordt hiervan de volgende definitie gegeven:
Asymmetric warfare is war between belligerents whose relative military power differs significantly, or whose strategy or tactics differs significantly. Asymmetric warfare can describe a conflict in which the resources of two belligerents differ in essence and in the struggle, interact and attempt to exploit each other's characteristic weaknesses. Such struggles often involve strategies and tactics of unconventional warfare, the weaker combatants attempting to use strategy to offset deficiencies in quantity or quality. Such strategies may not necessarily be militarized.This is in contrast to symmetric warfare, where two powers have similar military power and resources and rely on tactics that are similar overall, differing only in details and execution.
Het komt er dus op neer dat er sprake is van een militair conflict tussen staten en/of non-staat organisaties als ongelijke partijen, waarbij de mindere partij vaak kiest voor een tactiek van terreur, aanslagen op burgerdoelen en zelfopoffering. De diepere bedoeling hierachter is waarschijnlijk tweeledig: enerzijds vrees aanjagen, anderzijds het oproepen van sympathie in de publieke opinie doordat de rol van underdog en slachtoffer wordt uitgedragen via de media. Vanuit deze filosofie geredeneerd, is het waarschijnlijk een bewuste keuze van Hamas om raketinstallaties tussen burgergemeenschappen te plaatsen en die burgers te verbieden om zich tijdig uit de voeten te maken, als er een tegenaanval dreigt.
Ironisch genoeg, is de staat Israël zelf ook gebaseerd op asymmetrische oorlogvoering. Zo wordt de latere Israelische premier Menachem Begin verantwoordelijk gehouden voor de aanslag op het Koning David Hotel in jeruzalem in 1946, waarbij 91 doden vielen. In dit hotel was toen het hoofdwartier gevestigd van het Britse leger.
De principes van asymmetrische oorlogsvoering worden door sommige staten openlijk geaccepteerd. Bekend is de rol die staten als Iran en Saoedi-Arabië spelen in het steunen van allerlei terroristische groepen. Maar ook de Verenigde Staten schijnen hierin een rol te spelen. Onlangs nog heeft president Obama het Congres gevraagd om een half miljard dollar om bepaalde gewapende groepen in Syrië te steunen. Je kunt je afvragen, of dit niet ook een vorm van asymmetrische oorlogvoering is. Hetzelfde geldt voor de separatisten in de Oekraïne die gesteund worden door Rusland. In verschillende media wordt deze groep aangewezen als mogelijk verantwoordelijk voor de verschrikkelijke aanslag op vlucht MH 17 gisteren boven de Oekraïne, met het verlies van 290 mensenlevens als gevolg.
De Frans-Spaanse radicale filosoof Jorge Verstrynge schreef ooit een boek, Peripheral War and Revolutionary Islam waarin hij de toepassing van asymmetrische oorlogvoering (terreur) door Islamitische groepen openlijk goedpraat. Wijlen president Hugo Chávez was een groot aanhanger van dit boek (in het Spaans La guerra periférica y el Islam revolucionario geheten) en maakte het tot verplichte lectuur voor alle leden van het Venezolaanse leger.
Chávez speelde ook een belangrijke rol in de totstandkoming van de links-radicale ALBA-alliantie, een Zuid-Amerikaanse groep landen die zich verenigd hebben in een bondgenootschap, met Venezuela, Cuba en Bolivia als leidende staten. Deze organisatie is bezig met een eigen militaire academie, waar het boek van Verstrynge ongetwijfeld een belangrijke plaats zal innemen op het lesrooster.
Binnen het ALBA-gezelschap wordt het principe van asymmetrische oorlogsvoering gekoesterd. Chávez heeft destijds ervoor gezorgd dat Iran zijn diplomatieke en economische aanwezigheid enorm kon uitbreiden in Zuid-Amerika. Daarbij werden ook organisaties als Hezbollah gefaciliteerd. Het resultaat is een narco-terroristisch netwerk in Zuid-Amerika dat zijn weerga niet kent en waarvan niemand exact de slagkracht kent, als het ooit volledig geactiveerd zou worden.
Over dit soort zaken vernemen we weinig in de westerse media. De media nemen ook niet de tijd om het goed uit te zoeken en deze netwerken, die staten en terroristische organisaties verbinden, volledig in kaart te brengen. De media willen scoren met hoge kijkcijfers door sensationele beelden te brengen en beperken zich doorgaans tot de actualiteit van de dag. Je zou daarom kunnen stellen dat de westerse media zich laten misbruiken door de ideologen van asymmetrische oorlogsvoering.