Nee, het gaat niet om principes of beleid.
Martin Sommer heeft weer eens een geweldige column afgeleverd voor
De Volkskrant waarin hij stelt dat de politiek feitelijk niet om principes en om beleid draait, maar om
macht. Al het andere is bijspel.
Net als de meeste bewoners van de vierkante Haagse kilometer, ben ik in mijn braafheid geneigd politiek te zien als het oplossen van problemen. Wordt het 1,75 procent pensioenopbouw of 1,83? Moeten de gemeenten of de zorgverzekeraars opdraaien voor het aantrekken van de steunkousen? Moeten er bij het redden van Mali twee helikopters mee? Reuze belangrijk allemaal, maar lees zo'n onopgesmukt dagboek en je weet weer waar het om draait in de politiek. De machtsvraag.
In Nederland mag je dit niet uitspreken, maar dat maakt het niet minder waar. Nee, zegt Sommer, het gaat echt niet om 1,75 of 1,85 procent, maar om wie zijn zin krijgt. Wie kan wat gebruiken om deze 'slag' te winnen?
Sommer baseert zich op een boek van de Britse conservatief Alan Clark, die onderminister was in kabinetten van Margaret Thatcher. En dat is niet alles: hij stond ook bekend als de minst politiekcorrecte politicus van zijn generatie; een man die iedereen en alles op de korrel durfde te nemen, de hele politiek incluis.
Zoals Wikipedia stelt: Clark became known for his flamboyance, wit and irreverence. Norman Lamont called him "the most politically incorrect, outspoken, iconoclastic and reckless politician of our times".[2] He is particularly remembered for his three-volume diary, a candid account of political life under Thatcher and a moving description of the weeks preceding his death, when he continued to write until he could no longer focus on the page.
Boven alles was hij eerst en vooral eerlijk over hoe het er echt aan toegaat in de politiek. Zoals Sommer ook al stelt deelde hij zijn inzichten met name in zijn dagboek(en). De Volkskrant-columnist citeert Clark:
"Het is misschien raar om te zeggen, maar politiek wordt niet beslist op grond van een analyse van het landsbelang of zelfs het partijbelang. Persoonlijke motieven, ambitie, een opstootje veroorzaken, een kans in de toekomst of gewoon rauwe wraakzucht - het hoort er allemaal bij."
Het zal veel idealisten verbazen, maar zo werkt het ook in Nederland. Deze persoon zet die persoon een hak omdat het kan en / of omdat de twee elkaar niet mogen. Verschillen van inzichten worden daarbij uitvergroot, omdat het grote publiek er vooral niet achter moet komen dat het feitelijk om een clash of ego's gaat.
Vervolgens geeft Sommer een voorbeeld van Halbe Zijlstra die helemaal werd afgefikt omdat hij flink op cultuur wilde bezuinigen, terwijl zijn opvolgster Jet Bussemaker als een soort van heldin wordt gezien. Dit terwijl ze "van de maatregelen van de verschrikkelijke Halbe nauwelijks een cent heeft teruggedraaid." Het gaat dan ook niet om de bezuinigingen zelf, of om 'de tóóóón' waar cultuurfetisjisten het steeds over hebben, maar "om posities en banen." Aangezien het een beetje bot en kleinzielig overkomt om dat te toe te geven doen we met z'n allen net alsof het over de inhoud of in ieder geval de stijl gaat. Onzin. Het gaat om macht. Punt.
En zo zijn er veel meer voorbeelden te geven. Zie Ruttes steun voor Van Rompuy, of, inderdaad, het debat over 1,75 dan wel 1,85 procent. Dan hebben we het nog niet eens gehad over de interne partijfitties waarbij die zo-en-zo probeert te verzwakken. Zogenaamd omdat het beleid niet goed, maar feitelijk omdat men voor de eigen baan vreest. Wat zijn interne coups anders dan machtsgrepen? De verpakking is vaak dat het om 'de richting' gaat, maar feitelijk is dat vrijwel altijd onjuist: het gaat erom dat de leider geen charisma heeft of het om andere redenen verpest heeft met de kiezer, en dat zijn/haar partijgenoten vrezen dat zij hun positie daardoor verliezen.
De Italiaanse denker/filosoof/staatsman/strategist Niccolo Machiavelli wordt door veel idealisten bespot, maar hij had gelijk - toen en nu - dat macht centraal staat in de politiek, niets anders. Politici zijn dagelijks maar met twee zaken bezig: hun eigen macht te vergroten (ten koste van een ander), én de eigen macht te beschermen (tegen de aanvallen van een ambieuze rivaal).
Net als Machiavelli én Clark moeten mensen die de politiek proberen te analyseren zich dan ook een bijzonder cynische houding aanmeten. Minder idealistisch gezeur en meer realisme. Daar wordt de nieuwsconsument - en dus de kiezer - alleen maar beter van.