In het herfstakkoord van Rutte/Samson met D66 en SGP/CU heeft Alexander Pechtold 0,6 miljard euro extra voor onderwijs weten los te peuteren.
Daar gaan we hem van harte mee feliciteren, uiteraard. Investeren in onderwijs betekent immers dat mensen kansen krijgen, en het is een motor voor economische groei. Zo zei Pechtold het zelf op de persconferentie na afloop van de begrotingsonderhandelingen. Laten we deze motor van Pechtold even bekijken.
Op de eerste plaats wordt bijna 0,2 miljard euro als lump-sum gegeven. Dat wil zeggen, het onderwijsveld mag er mee doen wat het wil. Dat kan best tot mooie resultaten leiden, maar wij kennen onze bestuurders maar al te goed. We weten dat extra geld gauw tot meer bureaucratie in het onderwijs leidt, of tot hogere salarissen voor de bureaucraten, of tot prestigieuze benoemingen. Het is in ieder geval afwachten of deze lump-sum tot meer economische groei leidt.
Daarnaast wordt 0,1 miljard euro besteed om betere leraren en schoolleiders te krijgen. Prachtig, maar hoe gaan de heren (of misschien moet ik zeggen de dame: Jet Bussemaker is immers de minister van onderwijs) dat doen?
Laten we even aannemen dat we alleen in het basisonderwijs betere leraren willen (ik zie maar even af van de schoolleiders). Er zijn ongeveer 122.000 leraren in het basisonderwijs. Om die allemaal beter te maken hebben we dus 820 euro per jaar per leraar te besteden volgens het herfstakkoord. Daar kan misschien een minicursus Hoe word ik een betere leraar van een dag mee gefinancierd worden en, vooruit, de deelnemer krijgt er ook nog een mooi cursusboek onder dezelfde titel van. Daar doen we niet cynisch over, begrijp me goed, bijscholing van leraren is altijd nuttig, maar een motor van economische groei is zon bijscholingscursus niet. Extra conciërges en klassenassistenten (0,05 miljard euro) idem dito: nuttig, verlicht de last van leraren, maar een motor van economische groei is het niet.
Dan hebben we nog 0,1 miljard euro extra voor onderzoek en innovatie. Dat geld gaat naar NWO en zal dus worden besteed aan extra wetenschappelijk onderzoek. Dat is leuk voor die jonge onderzoekers die nu toch een onderzoekbeurs krijgen (dit zijn de kansen van Pechtold) en niet aan de slag hoeven in het bedrijfsleven, maar de economische groei zal er niet door komen. Misschien juist wel minder: het zou kunnen dat deze onderzoekers in spé in het bedrijfsleven een hogere bijdrage aan de groei hadden gegeven. Wij weten het niet, het effect van wetenschappelijk onderzoek op economische groei is zeer onduidelijk, maar misschien heeft Pechtold hier meer inzicht in.
We hebben nu al meer dan 0,4 miljard euro van de 0,6 miljard euro extra investeringen in het onderwijs onder de loupe genomen en de door Pechtold aangekondigde motor van economische groei zien we nog niet, laat staan dat we hem zien draaien. Een beter technisch praktijkonderwijs in het MBO dan misschien? Ja, daar zien we wel wat in, er is immers een tekort aan vakmensen in Nederland. Kan er ook weer eens een elektricien bij ons langs komen als de stopcontacten uit de muren vallen. Maar een bedrag van 0,1 miljard euro per jaar is dan wel weer een beetje miezemuizerig.
Kortom, dit onderdeel uit het herfstakkoord wordt door Pechtold wel met grote woorden aangekondigd, maar die worden in de feitelijke maatregelen niet waar gemaakt. Er worden her en der kruimeltjes bij diverse onderdelen van het onderwijsveld gelegd, waarbij het onwaarschijnlijk is dat, of het onzeker is of, al die kruimeltjes bij elkaar tot meer economische groei zullen leiden.