In reactie op de bloedvergieten in Syrië stelde de koning van Saudi Arabie: will never abandon its religious and moral obligations towards what's happening. Deze boodschap was gericht aan zowel het Syrische regime als de Russen en indirect aan Iran. Het Saudische regime is van mening dat humanitaire hulp niet volstaat en bepleit het bewapenen van de Syrische oppositie. Ook zijn er veel Saudische geestelijken die oproepen tot een gewapende Jihad in Syrië en genadeloos ageren tegen degene die bepleiten dat men een westerse interventie af moet wachten. Maar ook het eveneens soennitische Qatar, dat steeds meer invloed vergaard, bepleit steeds actiever een bewapening van de oppositie.
De intentie van de Saudis zijn helder, maar hun officiële motivatie houdt geen stand. De stelling dat het Saudische regime over morele plichten beschikt, is op zichzelf al onhoudbaar. Dit regime beschikt niet over morele plichten, omdat zij geen ethiek en ontzag voor het menselijk bestaan hebben. Maakt u zich geen illusies, als het nodig zou zijn zou Saudi Arabie eenzelfde geweld op haar eigen bevolking loslaten. Sterker, dit heeft het in het verleden als meer dan eens gedaan.
Een regime dat regeert zonder grondwet, zichzelf op de meest exorbitante wijze verrijkt door de grondstoffen die zij uit de grond laten halen en hun hand niet omdraaien voor willekeurige executies en stenigingen, heeft maar één morele plicht: het behouden van de macht.
Hun intentie ter bewapening van de Syrische oppositie heeft met broederliefde niets te maken, maar alles met primair het Syrische regime dat geldt als een proxy van het Sjitische Iran. De rol van Iran in Syrië klinkt te weinig door in de westerse media, dit ondanks dat zij onomwonden hebben verklaard een aanval op Syrië te beschouwen als een aanval op Iran. Secundair speelt er de langslepende vete tussen Saudi Arabie en Rusland.
De Syrische oppositie in de belegerde steden bestonden voornamelijk uit Soennitische Moslimbroeder en Salafisten en de deserteurs van de Free Syrian Army zijn ook overwegend Soennitisch.
De Soennitische staten zijn als de dood voor het Sjiitische Iran en zij hebben hier goede redenen voor. Ondanks veelvoudige boycots heeft de Iraanse strijdmacht zich door de jaren heen kunnen ontwikkelen. En door deze boycots zijn zij erin geslaagd autarkisch te worden, hetgeen een hele prestatie is en beslist niet gezegd kan worden van Saudi Arabie. Ook beschikt Iran over veel effectievere gevechtsdoctrine dan de Golfstaten en bovendien kunnen zij binnenkort een kernmacht worden. Het Iraanse regime heeft al sinds hun conceptie als doel hun islamitische revolutie te verspreiden. Vaak gebruiken zij hier de Sjiitische minderheden in Soennitische staten voor en het is gebleken dat zij voor veel onrust en ontwrichting kunnen zorgen. Het is dan ook geen toeval dat uit de Wiki Leaks affaire naar voren kwam dat de Golfstaten, met Saudi Arabie voorop, de V.S. en Israel zo ongeveer smeekte om een aanval op de nucleaire installaties van Iran. Wel beschouwd hebben in Saudi Arabie religieuze mafkezen het voor het zeggen, in Iran zijn het capabele religieuze mafkezen. De eerste heeft dus alle reden om de tweede te vrezen.
Het hoofdmotief achter de Saudische ijver voor bewapening van de Syrische oppositie is het breken van de Sjiitische hegemonie over regio en zelf middels de Soennitische oppositie een bepalende factor te worden, ten koste van Iran.
Het beschadigen van Russische belangen geldt vooral als bonus. In de jaren 70 gebruikte Saudi Arabie hun oliegeld om de Russen waar mogelijk te beschadigen en hebben in totaal zon 7,5 miljard dollar besteed aan militaire steun in hun strijd tegen de Sovjet Unie. Dit kwam destijds het best to uiting tijdens de Sovjet bezetting van Afghanistan, maar ook in Somalie, Eitrea, Angol en Chad.
Dit is het hoofdparadigma waarmee men toekomstige conflicten in deze regio moet beschouwen; een krachtmeting tussen de Soennitische golfstaten en in mindere mate Turkije enerzijds en het Sjiitische Iran anderzijds, in hun wedijver om invloed in de regio. De ogenschijnlijke overwinning van Assad op de verzetshaarden doet vermoeden dat de eerste ronde gewonnen is door Assad en dus secundair door Iran. Maar het offensief van Assad gaat door en er valt niet te zeggen hoe dit zich verder ontwikkelt. Het valt niet uit te sluiten dat in het geval van een oorlog tussen Israel en Iran, de laatstgenoemde minder middelen kan wijden aan hun zaak in Syrie. Wellicht kunnen de Soennieten hun momentum dan hervangen.
Ook in Egypte hebben de eerste daadwerkelijke vruchten van de revoluties zich afgeworpen. Het Egyptische parlement heeft unaniem besloten dat Israel staatsvijand nummer 1 is. Ook hebben zij gestemd voor de beëindiging van gasexport naar Israel. Men kan het eigenlijk niet anders interpreteren; de toekomstige Egyptische civiele regering- dat zowaar een afspiegeling van de bevolking is- heeft geen boodschap meer aan de Camp David akkoorden uit 1979.
Deze stelling name van het parlement is nu nog vooral symbolisch omdat het werkelijke besluit in Egypte nog wordt genomen door hun Supreme Council of the Armed Forces. En de laatst genoemde verkeert in een lastige positie. Het Egyptische militaire apparaat ontleent zijn gehele bestaan aan de V.S. aangezien zij per jaar ongeveer 1,3 miljard dollar van hen ontvangen. Deze hulp vanuit de V.S. geldt natuurlijk als extra bekrachtiging voor het eren van de Camp David akkoorden. Maar nu het duidelijk wordt dat de Egyptische volksvertegenwoordigers dit akkoord willen verwerpen, staat de SCAF met hun rug tegen de muur en verliezen zij hun legitimiteit onder de bevolking als zij het Camp David akkoord in stand houden. Dit verklaart dan ook grotendeels de rare sprongen die de Supreme Council maakt. Het berechten van Amerikaanse NGOs is hun poging om legitimiteit onder de bevolking te herwinnen. Meer rare sprongen van de SFAC liggen in de lijn der verwachtingen, aangezien zij door de door hen in stand gehouden vrede met Israel met de dag meer legitimiteit verliezen.