Vroeger heb ik op voetbal gezeten. Zes jaar lang, van de F-jes tot en met de D-tjes, speelde ik bij CSVH, een voetbalclub in het Groningse dorp Hoogkerk. Voetbal was niet bepaald mijn ding.
Mijn techniek was erg slecht, ik maakte drie keer een eigen doelpunt (vaak was dat niet mijn schuld trouwens) en om betere spelers van de tegenpartij toch de baas te zijn trapte ik ze onderuit. Mijn gebrek aan techniek werd gecompenseerd door mijn grote spelinzicht. Ik maakte alleen overtredingen als de scheidsrechter niet keek. Ook wist ik wie de ballen nodig hadden en gaf veel belangrijke voorzetten. Kampioen zijn we nooit geworden helaas, maar in de zomer van 1992 hebben we op een toernooi de competitiekampioen met 5-1 finaal afgedroogd en gingen we toch met een beker naar huis.
Wat ik mij vooral herinner zijn de vrieskou, de regen en de hagel, de te kleine voetbalschoenen (twee, later drie maten te klein, mijn moeder vond nieuwe schoenen te duur) en de veel te hete douches. Ik heb veel geleden. Maar ik vond op voetbal ook kameraadschap en de drive om samen ergens voor te gaan, een doelpunt maak je immers niet alleen.
Het publieke debat in Nederland lijkt wel een beetje op voetbal. Het is in zekere zin ook een teamsport. Je wordt meteen bij een team ingedeeld: of je bent links, of je bent rechts. Dit verschaft helderheid, maar het zorgt ook voor een versimpeling van het debat. Naar argumenten hoef je immers niet meer te luisteren. Het gaat vaak alleen om het team waarbij je hoort. Dat team schrijft bepaalde meningen dwingend voor. Hoor je bij het linkse team dan moet je bijvoorbeeld tegen Zwarte Piet en Israël zijn, hoor je bij het rechtse team, dan moet je deze twee kwesties verdedigen. Zo zijn er nog een heleboel onderwerpen.
Nuance is vaak ver te zoeken op het voetbalveld van opinieland. Het andere team moet totaal verketterd worden. Er wordt vaak op de man gespeeld. Nu ik gestopt ben bij de linkse opiniesite Joop en voor de The Post Online en De Dagelijkse Standaard schrijf, word ik op Twitter en op een zeker extreemlinks blog voor 'domrechts', 'nazi', 'racist' en 'verrader' uitgemaakt door een heleboel tweeps en hun Mannschaftsführer. En als ik op De Dagelijkse Standaard kritisch schrijf over Geert Wilders word ik door rechtse reaguurders ook voor van alles uitgemaakt en schijn ik bovendien te horen bij het duistere genootschap van de MSM, de Mainstream Media. Lenfer, cest les autres.
Als ik terugkijk op mijn periode bij Joop, waar ik van 2010 tot 2013 voor schreef, kan ik concluderen dat ik misschien nooit 'echt' links ben geweest. Ik was vooral tegen Geert Wilders. Verder was ik, als blanke man uit de provincie, een buitenbeentje. Van de utopische Occupy-beweging moest ik niets hebben, feministen vond ik navelstarende zeikerds en antiracisten navelstarende ruziezoekers. Voor het sociaal-democratische principe dat de welvaart een beetje eerlijk verdeeld moet worden, voelde ik daarentegen een zekere sympathie, maar daar gelooft de PvdA zelf allang niet meer in, ook al zeggen ze nog steeds van wel. En puur om een lucratief baantje PvdA-lid te worden, tja, misschien doe ik dat nog een keer. Maar ik ben er dan wel eerlijk over.
Joshua Livestro heeft mij gevraagd als columnist bij De Dagelijkse Standaard omdat ik niet in een simpel links-rechts-schema pas. Hij noemde mij de libero, de intellectuele Ausputzer die het spel overziet en lange ballen naar voren schiet, links of rechts. Ik ben een vrije speler omdat ik een sterke afkeer van dogma's heb. Om trouw te blijven aan mijzelf ben ik gestopt bij Joop, met die ziekelijke obsessie voor racisme van ze. Maar dat betekent niet dat ik nu opeens rechtse dogmas ga omarmen. Tegenover Europa ben ik nuchter (en voorzichtig pro), ten aanzien van de islam probeer ik genuanceerd te blijven (maar ik ben wel superkritisch tegenover het moslimfundamentalisme en islamitisch antisemitisme) en over Zwarte Piet heb ik gewoon lekker geen mening, omdat deze symbooldiscussie mij gewoon geen ene fuck (excusez le mot) interesseert, afgezien van het feit dat ik mij enorm aan de heethoofden loop te ergeren.
Is nuchterheid rechts? Een beetje wel denk ik. Links associeer ik met idealisme en met vrouwelijkheid, rechts met realisme en met mannelijkheid. Het is de tegenstelling tussen pussies and dicks waar ik in mijn eerste column al over schreef. En natuurlijk heel erg Niccolò Machiavelli, één van mijn grote intellectuele helden. Idealisme en vrouwen geven ons hoop en troost en laten ons soms heel even het sublieme ervaren. We weten echter dat de rauwe werkelijkheid anders is, dat je keihard moet knokken en dat je soms flink onderuit gaat, maar waar je hufters ook gemeen terug kunt trappen en een mooie Schwalbe kan maken. Feministen vinden zulke regels maar ruig. Zij spelen het spel liever op blote voeten. Daarom zijn ze ook altijd zo snel op hun teentjes getrapt.
Op het voetbalveld vervloekte ik zachtjes mijn vader, die mij op voetbal had gezet, terwijl ik omver werd geduwd door de twee jaar oudere aanvallers van de tegenpartij. Toch ben ik mijn vader nu dankbaar. Op het grasveld van CSVH Hoogkerk ben ik een echte man geworden. "Want de leeuw op voetbalschoenen. Durft de hele wereld aan."
Volg Ewout Klei op Twitter: @VriendKlei.