Een Kamper ui is een benaming voor spot- en plaagverhalen waarin de pretenties én domheid van de bewoners en vooral de bestuurders van bepaalde plaatsen door de omgeving belachelijk worden gemaakt. Een gastbijdrage van Jeroen Hetzler.
We maakten deze associatie onwillekeurig nadat we de antwoorden door Minister Kamp hadden gelezen op vragen van het Tweede Kamerlid mevrouw Klever.
Een Kamper ui heeft nog wel iets luchtigs, maar Kamps antwoorden mogen op zijn minst curieus genoemd worden. De aanleiding voor de vragen was het verschijnen van het CPBrapport over de maatschappelijke kosten en batenanalyse waarin de maatschappelijk negatieve gevolgen van de windplannen op zee aan de orde kwamen, zon 5 miljard. Het is een beproefde truc om de term uit de context gelicht te gebruiken en vervolgens er een eigen draai aan te geven. Windparken buiten de 12mijlszone leiden tot 5,6 miljard negatieve gevolgen; binnen de 12mijlszone 5,3 miljard. Die 300 miljoen verschil als winst te benoemen klinkt niet overtuigend, ook niet zijn verdere betoog. Maar omdat het onderzoek zich niet richtte op de maatschappelijke wenselijkheid van wind op zee, zo antwoordt de Minister, en Voor een antwoord op een dergelijke vraag is het essentieel om in het onderzoek en de gevoeligheidsanalyse mee te nemen hoe wordt omgegaan met de baten van CO2-reductie en voorzieningszekerheid. Aangezien dat in deze studie niet is gebeurd, geeft deze studie geen onderbouwing voor het bericht 5 miljard schade door windmolens.
De vertaling van deze baten van CO2reductie en voorzieningszekerheid is terug te vinden in de antwoorden op de daarop volgende vragen. Laten we ten eerste vaststellen dat de Minister tot op heden geweigerd heeft de kosten van zijn windplannen, zowel op zee als op land, te presenteren. Zoals bekend zijn deze met zekerheid op 60 miljard te stellen. En na 15 jaar voor zeker 2/3e opnieuw vanwege vervanging van windmolens waar een klassieke centrale tenminste 40 jaar meegaat.
Ten tweede is de gevoeligheid bekend. Die valt ruim binnen de natuurlijke variantie en de limiet van het IPCC.
Lees het artikel Een Gevoelige Kwestie en het rapport Een Gevoelige Kwestie.
Op de derde plaats ontwijkt de Minister de impliciete vraag: wat is de berekening van de harde kosten aan subsidies, zonder welke wind niet kan bestaan, en de baten die bij handopsteken, afhankelijk van de mate van het geloof in de AGWhypothese (Anthropogenic Global Warming; door de mens veroorzaakte opwarming), worden bepaald?
Dit is een voorbeeld van postmodern rekenen waarvan de huidige en de volgende generaties negatieve gevolgen zullen ondervinden. De belangrijkste factoren die baten zouden moeten opleveren, zo is het betoog, zijn de te vermijden vermeende catastrofes die via CO2 door opwarming zouden worden veroorzaakt, en het opraken van fossiele brandstoffen. Er is geen aanleiding om deze twee factoren als onomstotelijk bewezen aan te nemen, integendeel zoals de klimaathistorie sinds de laatste IJstijd glashelder aantoont.
Het effect van CO2 blijkt dan ook verwaarloosbaar, oorzaak van het falen van alle klimaatmodellen van het IPCC. Schaliegas en olie en thorium uit eigen bodem zijn dan ook een bruikbaarder antwoord dan hernieuwbaar uit hoofde van voorzieningszekerheid (en CO2-reductie). Deze ontwikkeling in de opkomende BRIClanden lijkt de Minister te negeren met eilandgedrag als gevolg. Derhalve zijn de maatschappelijke baten in Kamps betoog en antwoorden op de verdere vragen, op zijn zachtst gezegd, discutabel. Vooralsnog mag men een toenemend koopkrachtverlies tegemoet zien van vele honderden euros per jaar zonder dat dit ooit zal verminderen. Investeren in inherent onrendabele energieopwekking is ten dode opgeschreven.
Wat thans naar voren komt, is het verkrampt voldoen aan een klimaatdoel dat is vastgesteld op grond van een onjuist gebleken voorstelling van zaken. Het negeren van de bevindingen sindsdien, plus de feiten die Moeder Natuur ons aandraagt, draagt niet bij aan een kritischer houding en meer oog voor de realiteit op het gebied van energievoorziening en leveringszekerheid. Geloof in achterhaalde opvattingen die op staatsdirigisme berusten, getuigt niet van staatsmanschap.
Ten vierde. De Minister spreekt over voorzieningszekerheid. Hoe deze te bereiken, wordt niet beantwoord. Dit bereiken door windmolens die tenminste 60% van de tijd stilstaan zonder dat men weet wanneer, en die al na 15 jaar vervangen moeten worden, is curieus. Is het niet de taak van de Minister een volk te besturen en te leiden naar een betere toekomst? Thans kunnen hier vraagtekens bij worden gesteld.
Een Kamper ui duidt op onwetendheid bij bestuurders. Een goede schipper van het Schip van Staat kent de te volgen koers op grond van informatie uit nieuwe gegevens. In het huidige debat over energievoorziening, dat door star stalinistisch staatsdirigisme wordt gedomineerd, ontbreekt dit.
Het behoeft geen betoog dat ooit een parlementaire enquête zich zal buigen over het huidige energiebeleid. We wensen de dan oud-minister alle sterkte toe.
Aldus Jeroen Hetzler.
Bron hier.
Voor mijn eerdere DDS-bijdragen zie hier.