Als de PVV ergens briljant in is geslaagd, dan is het in het onschadelijk maken van het 'antifascisme'. Alles dat naar fascisme en Hitler verwijst, wordt tegenwoordig als een 'godwin' afgedaan en werkt als een politieke boemerang. Behalve als Geert Wilders zich er zelf van bedient. Zo is er door de PVV-leider met de kracht van de niet aflatende herhaling ingeramd dat de islam geen godsdienst is, maar een politieke ideologie. Hij spreekt het liefst van islamofascisme. De term is inmiddels zo ingeburgerd, dat niemand er meer van opkijkt. Het is een samentrekking van twee duivelse zaken: de islam, die al duizend jaar een bedreiging voor de christelijke wereld vormt, en het fascisme, de belichaming van het hedendaagse kwaad. Het past een beetje bij het spraakgebruik van de PVV. Appeasement of theedrinkers zijn niet genoeg. Het zijn laffe appeasers en laffe theedrinkers (dhimmies), die ook altijd 'wegkijken' van de werkelijkheid. Geert niet. Anders dan het 'politiek correcte establishment' noemt de PVV-leider, die imams bij voorkeur als haatimams aanduidt, de zaken graag bij z'n naam.
Nochtans heeft de PVV-leider een zeer idiosyncratische kijk op de islam. Volgens elke beschrijving is
de islam een monotheïstische godsdienst, maar in de visie van Geert is er sprake van een politieke ideologie, van islamofascisme. Historisch gezien is dat een lastige zaak, want het fascisme is nog geen honderd jaar oud. Het fascisme is bovendien eerder een gevoel dat dynamiek en geweld verheerlijkt dan een systematisch uitgewerkte politieke filosofie. Het is een uit de jaren twintig stammende politieke ressentimentsbeweging die onder leiding van de oud-socialist Benito Mussolini in Italië na een mars op Rome in 1922 de macht wist te grijpen en in 1945 met de nederlaag van de As-mogendheden in de Tweede Wereldoorlog aan zijn einde kwam. Daarna waren er nog wel modernere varianten, maar het fascisme is dermate in diskrediet geraakt dat geen enkele politieke stroming zich uit eigen beweging fascistisch noemt (al heb je bij de
lunatic fringe wel neofascisten en neonazi's). Het fascisme is alleen nog geschikt als scheldwoord. Vandaar ook de term 'islamofascisme'. Dan zijn we er helemaal zeker van dat de islam niet deugt.
Helaas deugt de term islamofascisme evenmin, omdat de islam veel ouder is dan het fascisme en ook veel ouder dan wat in het moderne spraakgebruik ideologieën heten. De islam is, weet iedereen, een religie, en religies onderscheiden zich van ideologieën doordat zij zich niet alleen op het hier en nu richten, maar ook op een (verondersteld) leven na de dood. Een godsdienst is een geloofsovertuiging die veel meer omvat dan de politiek alleen. Een godsdienst omvat niet alleen het hele leven, maar wijst er ook op dat het individu deel uitmaakt van een groter geheel dat ook na de dood van de gelovige blijft voortbestaan. Het is dus niet zo gek dat moslims voortdurend roepen dat Allah groot is. Hij is in elk geval groter dan de individuele mens zelf die zich aan de wil van Allah onderwerpt. De islam is met het zwaard verspreid en kent geen scheiding tussen kerk en staat. In westerse ogen heet dat totalitair, al is ook 'totalitair' een modern begrip dat pas zeggingskracht kreeg toen in het Westen zelf het secularisme opgang deed. Dat is eigenlijk pas sinds de Franse Revolutie het geval. En zelfs toen vond Napoleon het nodig om zich in de Notre Dame van Parijs in 1804
in het bijzijn van de paus tot keizer te laten kronen.
Politieke ideologieën maakten vooral opgang in de negentiende eeuw, met het socialisme als belangrijkste en theoretisch meest uitgewerkte stroming. Het socialisme/communisme was van oorsprong atheïstisch, en het marxisme zou je door zijn veelomvattendheid een seculiere heilsleer kunnen noemen. Het richtte zich niet op een leven na de dood, maar was voor alles een politiek-materialistische leer om de arbeidersklasse ('het volk') in het hier en nu te mobiliseren. Het paste bij uitstek in het democratisch tijdperk, waarin het organiseren van 'de massa's' voorop stond. Ook nationalisten en de godsdiensten, zowel de katholieke kerk als de protestanten, hielden zich daarmee bezig, mede om het opkomende socialisme de pas af te snijden. Maar ook de confessionele partijen waren seculier, in die zin dat zij een scheiding tussen kerk en staat maakten, waarbij de staat het recht ontzegd werd zich met kerkelijke zaken te bemoeien. Denk aan de beroemde 'soevereiniteit in eigen kring'. (In Nederland maakte alleen de SGP zich sterk voor een theocratie.)
Moderniseringsprocessen kwamen ook in de moslimwereld voor, vooral in Turkije, dat er sinds de oprichting van de moderne republiek in 1923 trots op is seculier te zijn. Dat is zelfs grondwettelijk vastgelegd.
Musafa Kemal Atatürk wees zijn volk in westerse richting en wilde de islam als reactionaire kracht die de vooruitgang blokkeerde uit het publieke leven bannen. In een land dat voor 98 procent islamitisch was (het moderne Turkije is qua bevolkingssamenstelling veel islamitischer dan het multiculturele Ottomaanse Rijk ooit geweest is) betekende dat repressie. Het kemalisme was een autoritaire politieke ideologie in de twintigste eeuwse betekenis van het woord. Kemal was anti-islam, en had met zijn uitstraling als 'sterke man' fascistische en ook wel communistische trekken. Als de moslimwereld echt fascisme heeft gekend, dan gaat het om seculiere bewegingen als de
Ba'ath-partijen in Irak onder Saddam Hoessein (ook een bewonderaar van Stalin) en de familie Assad (harde killers van een minderheidsstroming in de islam, de
Alewieten, die van alle markten thuis zijn). Kortom, de stromingen die het meest in de buurt komen van het Europese fascisme, waren seculier en anti-islam. De Ba'ath-partijen staan zelfs voor het 'Arabisch socialisme', waar een Arabisch nationalist als de
Egyptische president Nasser ook lippendienst aan bewees. Net als de Jong-Turken waren dat officieren die hun land van bovenaf wilden moderniseren en de islam, en vanaf de jaren twintig de
moslimbroederschappen (die in 1928 in Egypte zijn opgericht), als hun grootste vijanden zagen.
Als we het over de islam hebben als ideologie en niet als godsdienst, praten we over de moslimbroederschappen en de politieke islam, waar in Turkije de
AK-partij van Recep Tayyip Erdogan, de huidige premier, een voorbeeld van is. Erdogan staat te boek als een vrome moslim, maar is in de eerste plaats een politicus die bezig is zich het machtsapparaat van de moderne Turkse staat toe te eigenen. Of hij daarmee een 'fascist' is, of een moslimdemocraat vergelijkbaar met Europese christendemocraten (wat de aanhangers van Erdogan zelf zeggen), is een kwestie van etikettering. Ik zou denken dat Erdogan staat voor de politieke emancipatie van de islam, waarbij het islamitische Turkije moet concurreren met een keur aan andere staten die voor het merendeel niet-islamitisch zijn. Er wordt ook wel gesproken van neo-ottomanisering, alleen is daarmee het Turkse Rijk dat tot twee keer toe voor de poorten van Wenen heeft gestaan nog niet terug. Erdogan kan zich wel als een sultan voordoen, maar daarmee is hij nog niet de leider van alle moslims ter wereld. Zelfs in Turkije is zijn leiderschap omstreden, ook binnen de islamitische beweging, die meerdere gezichten kent, onder wie dat van de naar het christelijke (!) Amerika uitgeweken moslimgeestelijke
Fethullah Gülen. Hij bestuurt zijn beweging op afstand en via met medestanders geïnfiltreerde staatsinstituties en niet vanaf de straat, van oudsher het domein van de fascisten. Dan wordt het wel heel moeilijk om de islam nog als 'islamofascistisch' aan te duiden. En wie het over het moslimterrorisme heeft, een eigentijdse manifestatie van de politieke islam, kan beter van nihilisme spreken, een gewelddadig (anarchistisch) verschijnsel waar ook het zich moderniserende Europa vanaf het eind van de negentiende eeuw ruimschoots ervaring mee heeft.
Wie zegt dat de islam geen godsdienst is maar een ideologie, onderschat de hardnekkigheid van de islam en van godsdiensten in het algemeen. Ideologieën zoals het socialisme plegen na hooguit een eeuw te verdampen. Het fascisme was al binnen twintig jaar opgebrand. Daarentegen gaan religies eeuwenlang mee en beleven zij ook wederopstandingen. Door van 'islamofascisme' te spreken mobiliseert Wilders met een gemakkelijke strijdkreet zijn aanhang in eigen land, maar onderschat hij ook de uitdaging die de opdringerige islam aan het (grotendeels ontkerkelijkte) Europa stelt. Onze Geert is zelf een uiting van de historische naïveteit waardoor de hedendaagse EU, die postmodern is en geen kennis van (religieuze en politieke) tradities meer heeft, wordt geplaagd.