Dus dat is wat we willen we zien.
Bij de fashionshow deze week in Rio de Janeiro waren bijna geen zwarte catwalkmodellen. Reden genoeg voor leuke linkse actiegroepen om op de achterste benen te gaan staan. Hun voorstel: een 'zwarten'-quotum voor op de catwalk. Huiveringwekkend en totaal misplaatst.
Sympathiek als altijd en met volwassen argumentatie ondersteunen de voorstanders hun eis dat de overheid de modehuizen verplicht tot een quotum:
Het zwarte model Luana Genot is voorstander van een quotum: Ze bellen ons pas als de show te maken heeft met de cultuur van zwarten, zei ze. Ze zeggen dat ons achterwerk te dik is, onze heupen te wijd. Er is schokkend weinig plaats voor ons, als afstammelingen van zwarte slaven.
Juist ja. Zullen we dan meteen maar voor iedereen die zielig is een plekje op de catwalk reserveren? Ik denk aan een papzakken-quotum, een lilliputter-quotum en verzin nog maar wat leuks. Overigens: wat de catwalk betreft is zo ongeveer iedereen zielig. We zijn te dik, te kort, te oud of gewoonweg te lelijk. Dus ressentiment tegenover de happy few die wel over de catwalk mogen paraderen is echt niet voorbehouden aan de zwarten onder ons.
Maar dat is ook juist precies het idee. Wat we op de catwalk zien is de vleesgeworden weergave van een ideaalbeeld. En een ideaalbeeld is per definitie incompatibel met gelijkheidsdenken.
Hoe hard de multculti-ideologen ook hun best hebben gedaan, de ideale vrouw in ogen van de mode-elite is nog steeds blank. En behalve blank is ze ook minimaal 1.72 meter lang en heeft ze de maten 90-60-90. Allemaal heel oneerlijk.
De catwalk is nu eenmaal geen platform voor politieke correctheid. En als een overheid zich gaat bemoeien met wat er op de catwalk te zien is, dan is dat een ernstige beknotting van de vrije meningsuiting. Dit verlangen vanuit je eigen verontwaardiging is gewoonweg meelijwekkend.