Ooit zong de Franse zanger Gérard Lenorman het lied “Si j’étais président” waarin hij fantaseerde over zijn presidentschap, met Mickey Mouse als premier. Net als veel mensen herken ik iets van mezelf in meerdere partijen. Het leek me daarom een aardige excercitie om een ideaal partijprofiel op te stellen.
Van oorsprong ben ik een sociaal-liberaal, dat wil zeggen, dat ik vroeger meestal op de linkervleugel van de VVD of op D66 stemde. De laatste jaren schuif ik meer op richting klassiek-liberaal. Dat heeft te maken met ergernis over verspilling door overheden, zowel nationaal als door de EU, maar ook met het besef dat onze welvaartsstaat in de huidige mondiale economie een concurrentienadeel is geworden, of we dat nu leuk vinden of niet.
Toch zie ik mezelf niet als conservatieve hardliner. Ik denk dat té hard ingrijpen in de verzorgingsstaat averechtse gevolgen zal hebben, mede omdat daardoor op korte termijn vraaguitval zal ontstaan, wat het prille economische herstel kan breken. Bovendien is het vreemd dat Nederland nog altijd talloze miljarden ophoest voor zaken als EU en Ontwikkelingssamenwerking, maar keihard ingrijpt op de eigen bejaardenzorg en andere sociale verworvenheden. Op dit vlak moet naar een nieuw, beter evenwicht gezocht worden. Ik ben voorstander van stapsgewijs terugdringen van de collectieve uitgavenquote. Deze bedraagt in Nederland anno 2015 45% waarmee een lichte daling is ingezet door de hervormingen van Rutte. Twee jaar geleden was het 47%. In 1987 bedroeg deze quote nog 58%. Gelukkig heeft Nederland op tijd het licht gezien. Een collectieve uitgavenquote van ca. 35% tot 40% lijkt mij een geschikt middellange termijn doel. Daardoor zal er ruimte komen voor belastingverlaging en verlaging van de hoge BTW-tarieven en brandstofaccijnzen. Het idee van een lage vlaktaks spreekt mij zeker aan. Zo komt er meer ruimte voor economische groei en welvaart.
Verder vind ik dat een regering een goede balans moet vinden tussen internationaal samenwerken en het nationale belang verdedigen. Ik geloof meer in internationale samenwerking dan in regionale integratie. Net als Thierry Baudet ben ik van mening dat de natiestaat de kern moet blijven van het politieke leven, zeker als we ons bestaande model van democratie willen handhaven.
Als liberaal vind ik vrijhandel een belangrijk principe, ik kan mij daarom meer vinden in de vrijhandelsfilosofie van Nigel Farage dan in het protectionisme van Marine Le Pen. Toch zijn daar wat kanttekeningen bij te plaatsen. De Nederlandse topondernemer Wim van der Leegte van de VDL Groep stelt dat de EU vijftien miljoen banen zou kunnen scheppen als er wat kritischer om zou worden gegaan met het vrijhandelsbeleid richting landen als China en India. Reciprociteit bij vrijhandel is belangrijk.
Eurokritisch
Natuurlijk zou mijn ideale partij eurokritisch zijn. Ik denk dat ik dat in veel van mijn columns tot uitdrukking heb gebracht. Hoewel ik zowel Artikel50 als VNL heb gesteund – een eurokritische liberale partij is immers hard nodig – ben ik niet van mening dat Nederland per se EU en eurozone zou moeten verlaten. Het verlaten van de Interne Markt zou een enorme klap betekenen voor onze welvaart. Denk maar eens aan de financiële en goederen stromen die gekoppeld zijn aan het EU-lidmaatschap. Mijn ideale partij zou daarom eerst nog inzetten op hervorming van de EU, zich realiserende dat het een hels karwei zal zijn en misschien onmogelijk. We hebben dus een Plan B.
Lees verder op pagina 2.
Belangrijk is de rol van de eenheidseuro. De muntunie zonder monetaire flexibiliteit zoals we die nu kennen dwingt als een Paard van Troje de vorming van een ondemocratische superstaat af, aangezien 18 landen met een eigen democratisch proces en mentaliteit nooit in hetzelfde tempo zullen hervormen, terwijl de muntunie dat wel vereist. Dat gaat ten koste van onze democratie.
In diverse columns heb ik geprobeerd alternatieven aan te geven, zoals The Matheo Solution, de parallelle muntunie of het exit-scenario van CU-SGP (het geordend laten vertrekken van de zwakke broeders in de eurozone, waardoor een transferunie wordt voorkomen). We kunnen ook denken aan de Neuro/Zeuro of een terugkeer naar nationale munten. Mijn ideale partij zou die monetaire discussie volop aangaan. Terugtreden van Nederland uit EU/eurozone is laatste redmiddel, wanneer hervormen van de EU onmogelijk blijkt.
Immigratie en integratie
Tenslotte, het belangrijke punt van immigratie en integratie. Voor mij is duidelijk dat we op een kritisch punt zijn beland na veertig jaar massa-immigratie. Het kan zo niet doorgaan en we zullen de moed moeten hebben om heilige huisjes zoals het recht op familiehereniging en het asielrecht ter discussie te stellen. Opvang in eigen regio moet het leidende principe worden bij asielzoekers. Daar mag wat mij betreft wel een verhoogde inspanning tegenover staan van de internationale gemeenschap om regio’s te stabiliseren en levensvatbare staten te scheppen.
Ik vind dat immigratiebeleid weer een nationale bevoegdheid moet worden, het liefst op basis van het Australisch puntensysteem of vergelijkbaar systeem. EU- en VN regelgeving en jurisprudentie kan grotendeels geschrapt worden. Landen kunnen immers zelf het beste bekijken hoe ze immigratie laten aansluiten op hun eigen economische, sociale en culturele situatie, de arbeidsmarkt, etc.
We moeten erkennen dat de integratie in onze samenleving van grote groepen moslims slecht verloopt en dat dit leidt tot gevoelens van vervreemding aan beide kanten en tot radicalisering. Dit zet onze geëmancipeerde maatschappij en de vrijheid van meningsuiting op onaanvaardbare wijze onder druk. Dit jaar alleen al waren er in de westerse wereld drie islamitische aanslagen, gericht tegen makers van tekeningetjes. De waanzin ten top. Een restrictief toelatingsbeleid is geboden.
Mijn ideale partij durft op te staan voor de westerse beschaving, maar beseft ook dat het verval van normen en waarden deels een autonoom proces is dat te maken heeft met sociologische ontwikkelingen sinds de jaren zestig, iets dat we de allochtone bevolking niet in de schoenen mogen schuiven. We kijken dus kritisch naar onszelf en werken hard aan herstel van normen en waarden.
Mijn gedachtegoed vind ik verspreid terug over verschillende partijen: VVD, VNL, CDA, D66 (hervormingen), CU-SGP en een vleugje PVV: een partij die opkomt voor het nationaal belang is positief, maar ik vind dat de PVV doorslaat op punten als het willen sluiten van alle moskeëen, het verbieden van de Koran en de toon richting minderheden die soms gebezigd wordt. Dat is niet het Nederland dat ik wens, maar ik ben voor beperking van het aantal moskeëen (bouwstop, stopzetten overheidssubsidies en buitenlandse financiering, betere controle, geen haatimams toelaten).
Conclusie: de ideale politieke partij bestaat niet, in ieder geval niet voor mij, maar je kunt er altijd over fantaseren.