De Franse econoom Thomas Piketty is de laatste tijd nogal in de mode. Hij schreef een dikke pil over (inkomens-)ongelijkheid en wordt momenteel door linkse economen bijkans heilig verklaard.
Nu heb ik dat boek van Piketty, vertaald in het Engels als 'Capital in the Twenty First Century', niet gelezen en kan er dus geen oordeel over uitspreken, maar gelet op wat ik erover gelezen heb, lijkt het er verdacht veel op dat hij pleit voor verkleining van de inkomensverschillen. Een heikel politiek onderwerp, waar ik mijn vingers niet aan ga branden. In een manifest, dat hij samen met enkele anderen schreef, lijkt het er op dat Piketty voorstander is om de EU te hervormen. Maar wie goed tussen de regels doorleest concludeert dat Piketty bezig is om de EU verder te modelleren naar het desastreuze Franse sociaal-democratische staatsmodel. Een nogal doorzichtige poging om het economisch brakke Frankrijk in de Europese kopgroep te willen handhaven. Een plek waar het land in mijn ogen absoluut niet thuishoort, maar het komt Hollande natuurlijk buitengewoon goed uit dat de populaire Piketty daarvoor pleit, uiteraard samen met een trits andere Fransen. De timing is perfect en perfect georkestreerd. De geesten worden rijp gemaakt voor een -toch onafwendbare- Verdragswijziging onder het mom dat verdere Europese integratie noodzakelijk is in het belang is van 'Europa'. Dat laatste is natuurlijk de grootst mogelijke onzin; het is vooral goed voor de Fransen, handhaving van de Franse politieke invloed op het Europese beleid en goed voor de positie van het Franse grote bedrijfsleven. En Piketty c.s. doen dat heel slim. Hij verwijst zelfs naar zijn Duitse buren, de Glienicke group, die ook voorstander zijn van een verder geïntegreerd Europa. Zo lijkt het naar de buitenwereld toe alsof het geen Frans 'onderonsje' is.
In deze column wil ik waarschuwen tegen dat Franse bestuursmodel, dat tevens een verdere politisering van de rol van de Europese Centrale Bank voorstaat. En helemaal als die ECB zich uitputtend gaat bemoeien met de factor 'arbeid' in het maatschappelijk en economisch bestel. Dat zouden de Fransen natuurlijk graag zien, dan is Hollande meteen van zijn vakbonden-probleem af, maar dat terzijde. De EU-politiek van het bevorderen van een grotere arbeidsmobiliteit in de EU, is louter gericht op het belang van het grootbedrijf (en groot kapitaal), maar niet gunstig voor de positie van de middenklasse. Die positie wordt juist uitgehold. Bovendien kost het door Brussel en Frankfurt gevoerde beleid het noorden handenvol geld; ontwricht het de samenhang in talloze Europese samenlevingen en is mede daardoor uiteindelijk tot mislukken gedoemd.
Economie en politiek, arbeid en kapitaal, socialisme en liberalisme, het zijn twee zijden van dezelfde munt: hoe richten we onze samenleving in? Wat moet de rol zijn van de overheid, een centrale bank, de factoren arbeid en kapitaal om een zo efficiënt en rechtvaardig mogelijk samenlevingsmodel te vormen? Ik heb slecht nieuws voor u: ik heb daar geen algemeen antwoord op. Schrale troost is, dat niemand het juiste of algemeen geldende antwoord daarop weet, omdat het volkomen afhankelijk is van de politieke voorkeur die men aanhangt. Het is vanzelfsprekend wel van belang dat er een stevig debat gevoerd wordt over de vraag welk economisch model voor de toekomst de meeste welvaart oplevert en de minste schade toebrengt aan onze individuele vrijheid. Onderstaand enkele factoren die daarbij een rol spelen.
Het lijkt er op dat 'we' worden klaargestoomd voor (nóg) hogere belastingen en (nóg) meer EU-staatscontrole. De ECB voert al jaren een politiek van historisch lage rente, men overweegt zelfs een negatieve depositorente voor banken die hun overtollige middelen bij de ECB willen stallen (die banken betalen dan geld aan de ECB). Maar tot dusverre heeft die politiek niet geholpen. Daarnaast wordt de ECB toezichthouder van de beoogde bankenunie en krijgt de EC (Europese Commissie) controle over de begrotingen van de eurozone lidstaten. De EC kan dan direct ingrijpen in onze begroting als we niet voldoen aan de regels van het Stabiliteits- en Groei Pact en de uitbreidingen daarvan. Alles, maar dan ook alles wijst op een grotere inmenging van de superstaat die de EU wil zijn op het leven van de burgers in de lidstaten. Zónder dat die burgers gevraagd is wat die daar van vinden. En het lijkt er nu zelfs op, dat er (vergevorderde) plannen zijn dat de ECB zich tevens gaat bemoeien met de factor arbeid in het economisch bestel. Vooral de Franse president Hollande zou daarvan een voorstander zijn. Dat zou een kapitale fout zijn en het toont weer eens aan dat een Europese Centrale Bank zich niet met politiek moet bemoeien.
Dat gezegd zijnde: wat nu? Vrijwel de hele EU, en dan met name de landen binnen de EU die de euro voeren, kampt met grote tekorten. Niet alleen op de lopende rekening, maar ook qua schulden, kapitaal en innovatieve productiemiddelen. De oorzaak van de problematiek ligt mijns inziens aan een volkomen doorgeschoten, op Keyensiaanse grondslagen gebaseerd, overheidsbeleid. Dat wil zeggen dat de factor arbeid in het economisch proces centraal staat en benadrukt wordt en niet de factor kapitaal. Gevolg hiervan is, dat op Keynesiaans beleid gestuurde overheden zich in onvoldoende mate hebben afgevraagd of er wel een redelijk rendement gehaald kan worden op het geïnvesteerde kapitaal, zoals een goed ondernemer betaamt zou je zeggen. Maar nee, niets van dat alles: er is zeker na de introductie van de euro, nu vijftien jaar geleden, geen enkel onderscheid gemaakt tussen verschillende soorten investeringen en de landen hebben daardoor ook geen oog gehad voor de verschillende prijsniveaus van geld (rentes). De desastreuze gevolgen van dit beleid kennen we intussen...
Maar er is meer dan alleen falende overheden en banken die hun risicobeleid even 'vergeten' waren. Als een land niet meer investeert (bijvoorbeeld, omdat ondernemers negatief zijn over het geldende investeringsklimaat) en de private sector een spaaroverschot heeft, dan koos men er in het verleden doorgaans voor om de geldpomp maar aan te zetten, in de valse hoop dat dit de juiste manier was om de vastgelopen economie weer 'aan de praat' te helpen. Helemaal fout natuurlijk, want er mist een juiste analyse van de oorzaken van de problemen: een eenheidsmunt als de euro kan niet werken in een niet-optimaal valutagebied. En we zien bij de huidige aanpak van de eurocrisis dan ook weer dezelfde fouten gemaakt worden als in het verleden, met een uiterst pijnlijk en langdurig proces van interne devaluaties in de zwakke eurolanden tot gevolg.
Er gaan nu opnieuw (Franse) stemmen op, om dan de geldpomp maar weer van stal te halen en aan te zetten. Ook dat is weer typisch een Keynesiaanse oplossing. Maar zelfs Keynes besefte dat die niet altijd de juiste is. In zijn 'General Theory' beschreef Keynes, dat in sommige situaties die geldpomp (de centrale bank) geen soelaas bood om de economie 'aan de praat te helpen'. De overheid zou dan moeten inspringen. Zijn oplossing komt er dan de facto op neer dat de vrije markt hooguit 'by lucky chance' voor investeringen en werkgelegenheid zou kunnen zorgen. Een dure misvatting, zoals wel gebleken is na bijna honderd jaar Keynesiaanse politiek. Hayek noemde deze socialisering van productie 'de weg naar slavernij', en daar zit hij in mijn ogen niet ver naast. Het is, ook in deze eurocrisis, weer gebleken dat een beleid van lage rente niet werkt. Ondernemers investeren niet omdat de rente laag is (dat is wel prettig, want het verlaagt hun kapitaalkosten), maar omdat ze er vertrouwen in hebben dat hun producten of diensten gretig aftrek zullen vinden, waardoor hun investering rendabel wordt. Daarnaast is een kapitaalkrachtige middenklasse noodzakelijk om die producten te kopen. Verarming van de middenklasse -waarvan thans in de EU sprake is- werkt averechts voor economische groei. Beide elementen vormen de basis van elke gezonde economie en niet louter een 'lage rente beleid' van een centrale bank, zoals nu de ECB tevergeefs probeert. Daar komt nog eens bij, dat landen en banken in het huidige systeem niet failliet konden gaan en dus met geld van de belastingbetaler gered moesten worden. Bizar eigenlijk, als je er goed over nadenkt. Op deze manier worden onrendabele bedrijven en financiële instellingen op een kunstmatige wijze in leven gehouden, terwijl daar geen enkele economische grond voor is.
Deze trend naar schaalvergroting en afbraak van de middenklasse heeft nog een ander nadeel: het versterkt het anti-democratisch karakter van de Europese Unie. Onder andere de Duitse politicoloog Fritz Scharpf heeft daarop gewezen. Zie hier. Wie slechts oog heeft voor de belangen van het grote bedrijfsleven is kortzichtig bezig. Uiteindelijk moeten er koopkrachtige klanten zijn die hun producten kunnen kopen. Daarvoor is die sterke middenklasse nodig. Natuurlijk moet men daarnaast ook oog hebben voor het feit dat een ongebreidelde liquidatie van middelgrote bedrijven de sociale stabiliteit kan aantasten. Een stabiliteit die natuurlijk ook nodig is voor het broodnodige economisch herstel. Ook is het logisch dat huishoudens voldoende appeltjes voor de dorst moeten hebben om perioden van laagconjunctuur te overbruggen. Dat geldt zowel voor private huishoudens als voor staatshuishoudens. En daar kan de overheid natuurlijk wel een rol in spelen, maar niet te veel en niet te omvangrijk. Probleem is alleen dat diezelfde Europese overheden, Nederland incluis, ten tijde van hoogconjunctuur niet gespaard hebben, maar juist zijn doorgegaan met consumeren. En toen de hoogconjunctuur voorbij was, waren er geen appeltjes. En de invoering van de euro heeft dit proces van economische aftakeling versneld.
Als -hetgeen nu overwogen wordt door Brussel- de centrale bank zich gaat bemoeien met de factor arbeid (o.m. door die geforceerde Europese arbeidsmobilisatie af te dwingen), dan zijn we echt heel verkeerd bezig. Ook Piketty wil die kant op. Maar dat zouden we beter maar niet moeten doen. Dan maar het risico lopen van deflatie in de gebieden die door interne devaluatie zijn getroffen. Op termijn is dat beter. Maar dat is wel, zoals gezegd, een uiterst pijnlijk en langdurig proces. En mijn fundamentele kritiekpunt hierbij is ook, dat er géén structurele oplossingen worden aangedragen voor de enorme economische verschillen tussen de eurozonelanden. Ook al herstel je de grootste economische onevenwichtigheden na interne devaluatie: het kernprobleem blijft bestaan. De euro is niet geschikt als eenheidsmunt, omdat de eurozone geen optimaal valutagebied is. Ik heb TMS (The Matheo Solution) voorgesteld als een tussenoplossing, omdat daarmee in één klap een einde wordt gemaakt aan de onmogelijkheid voor zwakke landen om een gericht wisselkoersbeleid te voeren en monetair te devalueren. Maar ik denk dat we uiteindelijk verschillende munten krijgen, elk voor min of meer convergente economieën qua productievermogen en cultuur. Europa zal zo verdeeld worden in verschillende muntzones met elk een eigen munt. En die van 'vak Noord', om het even zo te zeggen, zal de sterke munt worden. Tegelijkertijd zie ik momenteel macro-economische en monetaire politieke ontwikkelingen (ook in Duitsland) die de rol van de staat en centrale bank willen vergroten. We hebben dan niets geleerd van deze crisis en spannen zo het paard achter de wagen.
Voor een algehele productiviteitsverbetering van de eurozone economieën is meer nodig dan een strict 'austerity' beleid á la Merkel. Het is een illusie te menen dat men culturen kan veranderen. Dat Spanjaarden Duitsers worden, of Italianen Oostenrijkers. Zolang de troika van EC, ECB en IMF weigeren die verschillen te erkennen zal elke oplossing slechts symptoombestrijding zijn. Maar een algemene oplossing die recht doet aan al die verschillen tussen Europese landen bestaat niet. Zo'n algemene oplossing voor alle landen is niet mogelijk en je zal per geval en per situatie moeten oordelen wat in de gegeven omstandigheden de beste beslissingen zijn. Maar het begint ermee dat we afscheid zullen moeten nemen van de euro als eenheidsmunt. Die uitspraak durf ik wel voor mijn kap te nemen.
Hier vindt u een overzicht van mijn columns en u kunt mij hier volgen op Twitter.