Jean Claude Trichet, de Franse president van de Europese Centrale Bank, heeft
in Aken de prestigieuze Karelsprijs gekregen voor zijn inspanningen om de euro en de eurozone te stabiliseren. De keuze ligt voor de hand, want in Aken worden altijd soevereine Europeanen onderscheiden en Trichet is zo'n Europeaan. Maar de keuze is ook pikant, gezien het tijdstip, midden in de eurocrisis rond het (praktisch) failliete Griekenland, waarvoor opnieuw een steunpakket van nu 60 miljard in de maak is, en het toenemende Duitse ongenoegen over de koers van de ECB, die op grote schaal schuldpapier van de zuidelijke probleemlanden heeft opgekocht. Axel Weber, de president van de Bundesbank en lang favoriet om Trichet op te volgen, was het daar niet mee eens en zag uit protest van zijn kandidatuur af. Daarmee bewees hij Angela Merkel geen dienst en het maakte de weg vrij voor de Italiaan Mario Draghi, die nu Trichet gaat opvolgen. Je kunt ook zeggen dat de Duitsers zich met hun starre opstelling slecht hebben verkocht tegenover de flexibelere Zuid-Europeanen. Draghi staat weliswaar te boek als 'Duitser dan Duits' (hetzelfde is gezegd van Trichet en van de eerste Bankpresident, onze landgenoot Wim Duisenberg), maar hij blijft een Italiaan. We moeten afwachten of dat gunstig is om de zuidelijke landen te disciplineren, of dat er toch een adder onder het gras zit.
Trichet heeft in elk geval zijn onafhankelijkheid bewezen. Hij is Fransman, maar was zeker geen zetbaas van het Elysée. Het verhaal gaat dat Nicolas Sarkozy onlangs bij een treffen in Luxemburg nog tegen hem uitvoer omdat de president van Frankrijk zich niet de les laat lezen door een niet gekozen bureaucraat. Trichet gaf geen krimp. Tot nu toe heeft de ECB alle pogingen van politici om een 'schuldsanering' van Griekenland in gang te zetten stoïcijns afgewezen. Niet onbegrijpelijk, want de angst voor het overslaan van de crisis naar Spanje en Italië is groot als Griekenland omvalt. Maar het is ook ironisch. Velen zien in het optreden van de ECB een Frans plot, waarbij Trichet als trekpop van Parijs Franse ideeën uitvoert. Maar zijn botsing met Sarkozy laat zien dat het ingewikkelder ligt. Bij zijn toespraak in Aken pleitte Trichet voor een
Europees ministerie van Financiën (een idee met een onmiskenbaar Franse geur) dat moet gaan toezien op het gedrag van staten die er financieel een potje van hebben gemaakt. Het idee werd door de Duitse minister van Economische Zaken Rösler meteen afgeschoten, en ook minister van Financiën Schäuble uitte zich sceptisch. Toch zie ik niet helemaal wat het verschil is tussen zulke vaag dirigistische voorstellen als van Trichet, en de politieke unie die de Duitsers ooit noodzakelijk achtten voor het welslagen van de Muntunie. Je zou denken dat financieel sterke landen als Duitsland die voor de zwakke broeders moeten instaan belang hebben bij sterke Europese instellingen die hun tanden kunnen laten zien. Maar de kopschuw geworden Duitsers moeten er nu niks meer van hebben, althans niet voor de nationale bühne (achter de schermen lijkt de bondsregering meegaander en gaat zij nog steeds door de Europese bocht), terwijl ook Sarkozy geërgerd was door het soevereine optreden van de ECB-president. Maar dat bewijst ook dat de ECB onafhankelijk is, veel onafhankelijker dan de Europese regeringsleiders wenselijk vinden (al sluit dat keiharde politieke machtsspelletjes binnen de ECB - zie het vertrek van Axel Weber - niet uit).
Misschien zit hierin de grootste ironie. De ECB wordt geacht de prijsstabiliteit te bewaken en politiek onafhankelijk te zijn, ideeën waar Duitsland (en Nederland) zich in het verleden sterk voor hebben gemaakt. De ECB handelt daar ook naar. Maar de ECB moet tevens het belang dienen van de eurozone als geheel, dus ook van de zuidelijke landen, en heeft tot groot ongenoegen van de Duitsers op eigen initiatief schuldpapier van de zwakke landen opgekocht. Vanuit Europees perspectief bezien heeft Jean Claude Trichet zijn Karelsprijs in Aken dus dik verdiend. De ECB vaart een eigen koers, of de stemming nu eurosceptisch is of niet. De ECB zou daarom weleens als winnaar uit de eurocrisis te voorschijn kunnen komen, en is nu al geloofwaardiger dan menig nationaal politicus lief is.