In weerwil van steeds eurosceptischere sentimenten wordt het Europese machtsapparaat steeds sterker: ze kan nu ook democratisch gekozen leiders naar huis sturen.
Van die nieuwe bevoegdheid maakt Brussel dan ook meteen dankbaar gebruik: twee regeringsleiders moesten afgelopen week het veld ruimen. Eerst George Papandreou van Griekenland en vervolgens Silvio Berlusconi van Italië.
Toegegeven, dit illustere Zuid-Europese tweetal vormde allesbehalve het duo braafste jongetjes van de klas, maar het relatieve gemak waarmee Europa twee democratisch gekozen premiers de wacht aan kan zetten is best opzienbarend. Ook als we kijken naar de in Brussel gekozen opvolgers: in Griekenland zit er nu een oud-onderdirecteur van het ECB, en in Italië krijgen we een meervoudig eurocommissaris die de boel up and running mag gaan houden.
En dus lijken partijen als D66, GroenLinks en de PvdA hun langverwachte zin te krijgen: de antwoord op de eurocrisis is méér Europa. Een gevaarlijk experiment, zo wordt op eurosceptisch getinte webstekken als De Dagelijkse Standaard vaak geoordeeld. Niet zonder reden, want het grote gevaar van Europa is niet noodzakelijkerwijs dat haar bevoegdheden steeds maar toenemen, maar wel dat dit zonder enige democratische controle plaatsvindt.
Maar Diederik Samsom van de PvdA was
euforisch op Twitter. Hij vertelde dat het absoluut noodzakelijk was dat Silvio Berlusconi plaats maakte voor Mario Monte. Ik vond het een bizar tafereel: een oer-Hollandse politicus die meent te moeten meebeslissen over wie er opperbevelhebber mag worden van het verre Italië.
Ik vraag me af wat Samsom er van had gevonden als een (fictieve!) premier Job Cohen was afgezet door het Brusselse machtsapparaat. Had hij het dan ook nog zo geinig gevonden dat Europa het gereedschap in handen had om leiders te maken en te breken? Ik laat die vraag voor dhr. Samsom.
Hoe dan ook, het steeds eurosceptischer wordende Europa ziet met lede ogen aan hoe democratie én economie hand in hand richting het brandende hellevuur wandelen. Waren er maar mensen als oud-president van de VS, Gerald R. Ford,
die de situatie scherp konden schetsen:
Whether we like it or not, the American wage earner and the American housewife are a lot better economists than most economists care to admit. They know that a government big enough to give you everything you want is a government big enough to take from you everything you have.
If we want to restore confidence in ourselves as working politicians, the first thing we all have to do is to learn to say no.
Inderdaad. Vul voor 'American' maar 'European' in, en voila.. een nog steeds uiterst relevant betoog. Ford heeft dus een punt. Help met het zeggen van no tegen het megalomane Europese machtsproject. Het maken en breken van leiders is een bevoegdheid die alleen de inwoners van het desbetreffende land toekomt. En niet bureaucratische, antidemocratische wijsneuzen in Brussel.