De schoonmakers in het openbaar vervoer schorten hun staking op 4 en 5 mei op. Dat is sympathiek.
Gisteren werd op Amsterdam Centraal de boel toch schoon gehouden door de schoonmakers die anders staken voor loonsverhoging en betaald ziekteverlof. Op het station vond een herdenking plaats en er kwamen uiteraard uit het hele land mensen om de nationale herdenking op de Dam bij te wonen. "Er komen veel mensen, waaronder veel ouderen," legde Ron Meyer van de vakbond FNV uit. "Ook al zijn we heel boos op de schoonmaakbedrijven en hun opdrachtgevers, de stakers kiezen voor waardigheid en respect." Dat siert hen.
Ook vandaag, op Bevrijdingsdag, gaan de schoonmakers aan het werk. De NS zette eerder kantoormedewerkers in om de stations en treinen een beetje op te ruimen, maar dat zette niet echt zoden aan de dijk. Zeker op feestdagen zijn helaas niet alle reizigers blijkbaar in staat de trein zelf schoon te houden, dus is het een verademing voor de overige treinreiziger dat de schoonmakers vandaag hun werk doen.
Vanaf morgen voeren ze echter weer actie en het ziet er niet naar uit dat er binnenkort een akkoord ligt. Volgens de FNV eisen de schoonmakers een loonsverhoging van 50 cent per uur en willen zij de eerste twee ziektedagen volledig worden doorbetaald. Hun werkgever (niet de NS, maar de Ondernemersorganisatie Schoonmaak- en Bedrijfsdiensten die door de vervoerder is ingehuurd om de treinen schoon te houden) zegt echter dat als de reiskosten en het vakantiegeld worden meegeteld, de looneis op een verhoging van 10 procent neerkomt. "Dat is tamelijk absurd," volgens OSB-voorzitter Hans Simons.
Schoonmakers verdienen nu 120 procent van het minimumloon. Simons noemt dat een "beschaafd inkomen." Meyer, van de FNV, spreekt dat tegen. "120 procent van het minimumloon is volgens het CBS niet genoeg om een gezin te onderhouden."
De OSB wil de schoonmaker wel tegemoet komen wat betreft de doorbetaling van de ziektedagen, maar wil daar prikkels tegenover zetten om te zorgen dat ze weer sneller aan het werk gaan. Nu krijgen de schoonmakers bij langdurige ziekte twee jaar lang 100 procent van hun loon uitbetaald. Dat percentage moet omlaag, vindt Simons.
Volgens de wet krijgen werknemers het eerste ziektejaar minstens 70 procent van hun loon, of het minimumloon. Het tweede ziektejaar moet de werkgever ook 70 procent van het loon doorbetalen, maar hoeft die dat niet meer tot het minimumloon aan te vullen.
Landelijk staken er volgens de FNV zo'n tweeduizend schoonmakers, waaronder ruim 70 procent van de vijfhonderd schoonmakers die voor de NS werken.