In het vorige artikel had ik het over de politiek gekleurde benoemingen van rechters in de Verenigde Staten. Ik stelde in dat artikel ook dat we blij moeten zijn met de procedure zoals wij die hebben in Nederland. Dat meen ik, maar dat betekent niet dat onze procedure immuun is voor politieke invloed. Dat laat D66 maar weer eens zien, want deze partij wil meer rechters hebben met een migratieachtergrond.
Zoals we D66 kennen, wil de partij identiteitspolitiek gaan gebruiken voor procedures en instituties in de samenleving waar dat helemaal niet thuishoort. Niemand zit te wachten op rechters die benoemd zijn vanwege hun achtergrond. Ze moeten goed hun werk kunnen doen, dat is het belangrijkste. Nu wordt de focus weer verlegd naar een triviaal onderdeel waar die mensen vrij weinig aan kunnen doen: hun huidkleur en achtergrond.
Ongeveer 12 procent van alle Nederlanders heeft een migratieachtergrond. In de krant noemt D66 het "onbestaanbaar" dat slechts 2 procent van de ongeveer 2300 rechters buitenlandse wortels heeft.
Eerder dit jaar deed vertrekkend president van het gerechtshof in Den Haag Leendert Verheij een oproep tot meer etnische diversiteit onder rechters. Volgens hem is het aantal rechters met een migratieachtergrond veel te laag.
Verheij kreeg daarop het verwijt positieve discriminatie in de hand te werken. Groothuizen benadrukt dat het hem niet gaat om identiteitspolitiek. "Het gaat er nog steeds om dat de beste man of vrouw de baan krijgt, maar er vallen nu tijdens de werving van rechters te veel geschikte kandidaten met een migratieachtergrond af."
Het gaat gaat hen niet om identiteitspolitiek, maar toch doen ze aan identiteitspolitiek. Heel logisch. Positieve discriminatie is discriminatie, dus slecht. Behandel mensen als individuen, niet op basis van hun groepsidentiteit.