Het CPB heeft een nieuw onderzoeksrapport opgeleverd over onderzoek naar relaties tussen een migratieafkomst en inkomensverschillen. De resultaten laten zien dat er een relatie lijkt te bestaan tussen het inkomen en de migratieachtergrond: Surinaamse huishoudens genereren significant meer dan Marokkaanse.
Allereerst iets over de resultaten van het onderzoek. De resultaten bevestigen wat velen al vermoedden qua inkomensverschillen in de samenleving, maar ook de redenen waarom die verschillen te zien zijn. We laten de data-verzameling en de impact hiervan achterwege in onze verhandeling, maar zoals altijd is het passend om te vermelden dat de resultaten zijn gebaseerd op het verzamelen van gegevens.
Gegevens die abstract zijn, zoals talige en rekenkundige gegevens hebben hun beperkingen in vergelijking met direct waarneming van de fenomenen die worden besproken. Maar toch biedt het rapport enige interessante nieuwe inzichten. Daarvoor kunnen we blij zijn. Gemiddeld verdienen huishoudens van een migratieafkomst dus minder dan Nederlanders zonder migratieafkomst. Al spreekt het rapport van 'achtergrond'. Migratieachtergrond betekent in de context van dit rapport: de groepen die het CPB heeft gekozen op basis van hun nationaliteitsafkomst: Turken, Marokkanen, Surinamers en Antillianen.
[caption id="attachment_228441" align="aligncenter" width="800"] Bron: CBS / CPB[/caption]
De gegevens zijn interessant. We zien direct de verschillen tussen huishoudens van een Surinaamse afkomst en een Marokkaanse. De laatste hebben een significant lager inkomen dan de Surinaamse. Dit suggereert dat er tussen de groepen verschillen zijn. Een mogelijke verklaring is dat Surinamers al een jarenlange band met de Nederlanders hebben door het koloniale verleden. En dat schept wel een band natuurlijk. Welke factoren ziet het CPB verder als relevant voor de gevonden verschillen?
"Naast opleidingsniveau zijn er andere factoren van belang voor de inkomensverschillen, zoals studiekeuze, sociale netwerken, het type baan, culturele verschillen, verschillen in
beheersing van de Nederlandse taal en discriminatie op de arbeidsmarkt"
Kortom, veel variabelen.
We hebben er eigenlijk geen woord aan toe te voegen. Dit zijn inderdaad de belangrijke factoren. Maar jammer genoeg vergeet het CPB een factor te noemen in deze zin. Dit omdat dit al zat verweven in de onderzoeksvraag en wellicht hierdoor impliciet is gelaten. De grootste factor is natuurlijk de migratieafkomst als fenomeen zelf. De volgende vraag is natuurlijk: zien deze huishoudens dit ook als een probleem? En zo ja, wat gaan zij daar aan doen om dit te verbeteren?