Het kabinet, met steun van een meerderheid in de Tweede Kamer, wil dat er strenger en vaker wordt gecontroleerd op de betrouwbaarheid van de politie. Corruptie komt nog te vaak voor en effectieve bestrijding wordt nog op allerlei manieren belemmerd. Sinds de reorganisatie van de politie naar een landelijke eenheid, kwam het ene na het andere corruptieschandaal boven water drijven. Gebrekkig toezicht of gebrek aan effectieve middelen om corruptie te bestrijden, zouden hier de oorzaak van zijn. Zo konden agenten, die niet door de screening kwamen, eerst niet eens worden ontslagen. Straks wel.
Maar agenten zelf krijgen hierin ook een taak. Zij moeten namelijk zélf aan gaan geven dat ze makkelijk vatbaar zijn voor corruptie. Bijvoorbeeld als ze een verslaving hebben, lid zijn van een motorclub of 'risicovolle personen' in hun omgeving hebben wonen. Niet dat ze dat snel zullen doen, maar het geeft de overheid wel een extra stok om mee te slaan.
De vraag is echter wel of er op deze manier niet binnen de kortste keren beschuldigingen van discriminatie zullen volgen. In 2017 zag men dat van de 80 integriteitsschendingen die toen werden gesignaleerd, ongeveer de helft werd gepleegd door allochtone agenten. En dat terwijl die groep toen een minderheid van
nog geen 10 procent was. Of is dat in de afgelopen 2,5 jaar compleet veranderd? Kan natuurlijk ook zomaar (nee).