Paul Cliteur heeft een broertje dood aan de in Amsterdam gangbare identiteitspolitiek van mensen als emeritus professor Gloria Wekker, die stellen dat boze, oude en/of blanke mensen "gedoemd" zijn tot vooroordelen. Maar nu heeft Cliteur zowaar een "naoordeel" ontwikkeld: er zetelen bij de Universiteit van Amsterdam ook nog redelijke academici.
Heb ik ook vooroordelen? Volgens mij niet veel. Want op het moment dat ik mezelf op een vooroordeel betrap, verander ik onmiddellijk mijn vooroordeel in een naoordeel: een hoger inzicht gelouterd door nieuwe informatie. Maar volgens de hedendaagse identiteitspolitiek kan dat helemaal niet. Ik ben gedoemd tot vooroordelen. Ik kan helemaal niet rationeel zijn. Ik ben namelijk: 1. Man, 2. Wit, 3. Van meer dan middelbare leeftijd (snif) en 4. Ook nog boos. Hoewel dat laatste echt onzin is, kan ik de eerste drie punten niet ontkennen. Dat zijn feiten.
En daar zijn we bij de kern van mijn onderwerp. Bestaan feiten? Bestaat objectiviteit? Is het mogelijk neutraal vast te stellen hoe de wereld in elkaar zit? Ik had het vooroordeel dat deze vragen aan de Universiteit van Amsterdam, onder invloed van hedendaags “diversiteitsbeleid”, allemaal ontkennend zouden worden beantwoord. Ik had dus een vooroordeel over de “hele universiteit”. Een generalisatie. Ik weet het. Mijn vooroordeel was gebaseerd op de veronderstelling dat een uitspraak van de ontwikkelaar van het Amsterdamse diversiteitsbeleid, Prof. Gloria Wekker, daar algemeen werd gedeeld. Die uitspraak van Wekker, gedaan in , luidt als volgt:
‘Ik ben niet van de objectiviteit. Dat is óók een reden waarom mensen betwijfelen of ik een echte wetenschapper ben. In een heleboel kritische wetenschappen, zoals genderstudies en culturele studies, is dat ideaal van de objectiviteit allang achterhaald. Wij zeggen: die objectiviteit is een schaamlapje voor de posities die mannen innemen.’
Maar nu lees ik in Folia, het Amsterdams universiteitsblad, een uitstekend artikel van een hoogleraar psychologie, Prof. Han van der Maas, die deze “relativistische wetenschap” riskant noemt. Van der Meer waarschuwt: “In navolging van Wekker roepen verschillende diversity officers van de UvA op tot dekolonisatie van het onderwijs en onderzoek.” Van der Meer houdt een pleidooi voor “viewpoint diversity”. Hij spreekt zijn zorg uit over de “dominantie van het activistische en postmoderne identiteitsdenken”.
Mijn aanvankelijke oordeel, een vooroordeel dat de UvA - met name bij de geesteswetenschappen en sociale wetenschappen - vol zit met wetenschappers die de wetenschappelijke manier van denken ondergraven met identiteitspolitiek, postmodernisme en andere gekte moet ik herzien. Ik heb inmiddels een naoordeel ontwikkeld: aan de UvA werken ook verstandige mensen zoals Prof. van der Maas.
Er is hoop voor de universiteit. Hoop voor de wereld.
Prof. dr. Paul Cliteur is hoogleraar in Leiden, Eerste Kamerlid voor Forum voor Democratie en auteur van onder meer “Diversiteit, identiteit en de 'culture wars'”.