Het zijn roerige tijden. Zo'n beetje alles waar ik mee ben opgegroeid, waar je op kon vertrouwen, is failliet of staat op het randje van faillissement. De Euro, de VN, de EU, de landelijke politiek, het feminisme, artikel 1, defensie, de media, ga zo maar door. Vandaar dat ik een reeks ga maken over dit fenomeen.
Deze week: de basis van onze westerse beschaving, het gelijkheidsbeginsel. Niet voor niks het eerste artikel van de grondwet, maar allang is gelijk niet meer zo heel erg gelijk. Op het randje dus: artikel 1.
Allen die zich in Nederland bevinden, worden in gelijke gevallen gelijk behandeld. Discriminatie wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht of op welke grond dan ook, is niet toegestaan.
Vanuit de verlichting en het humanisme is het idee ontsproten dat iedereen gelijk moet zijn. Helemaal geen gek plan, alleen anno 2017 kunnen we stellen dat het Orwelliaanse "All animals are equal but some animals are more equal than others" in veel gevallen opgaat. Zo hebben we sinds jaren positieve discriminatie. Het wetboek begint met de tekst dat je niet mag discrimineren, maar de overheid heeft daar een 'komma maar' van gemaakt. Discrimineren is heel erg verboden, maar als je mannen, blanken of heteroseksuelen discrimineert, dan mag het wel.
Zo belde ik in de jaren negentig eens met het Meldpunt Discriminatie. In de krant las ik dat de politie nieuwe mensen zocht, maar dat je alleen als allochtoon, homo of vrouw mocht solliciteren. Daar vond ik nogal wat van. Wat kan ik er nou aan doen dat ik 100% Nederlands ben, een piemel heb en op vrouwen val? Zo kan je een lesbische negerin uit Congo ook niet aanrekenen dat ze op die manier op aarde is gekomen. Enfin. Ik kreeg een allochtoon aan de lijn die mij in gebrekkig Nederlands uitlegde dat ook het Meldpunt Discriminatie niet voor mij als autochtone man bedoeld was. Ik mag dus wel gediscrimineerd worden, maar daar geen klacht over indienen. Dus zelfs bij een meldpunt om uitsluiting tegen te gaan word ik uitgesloten.
Discrimineren mag niet. Maar dan ook niemand niet. Arbeidsdiscriminatie is bijvoorbeeld niet alleen een probleem voor allochtonen, maar ook voor oud-PVV'ers. Hun politieke gezindheid zorgt ervoor dat ze nooit meer een baan kunnen krijgen. Dat vrouwen voor dezelfde functie minder betaald worden dan mannen is belachelijk, maar dat vrouwen via een door de overheid opgelegd quota in de top van het bedrijfsleven worden binnengediscrimineerd net zo.
Om meer diversiteit bij de politie te krijgen denkt de Amsterdamse politiechef Aalbersberg dat het een goed idee is om hoofddoeken toe te staan voor moslima-agenten. Anti-discriminatiebureaus hingen direct de vlag uit. Dat de neutraliteit van politiemensen daarmee wordt opgeheven doet er blijkbaar niet toe, alles om deze minderheid maar te paaien. Dat deze groep blijkbaar zich dan niet meer aan uniformering dient te houden is weer discriminatie van, ik noem maar iets, de christelijk diender, die een enorm kruis wil dragen of de genderneutrale punk-naturist agent, die... nou ja, je begrijpt mijn punt. De ene minderheid heeft niet meer rechten dan de andere minderheid. Daarom moet iedereen gelijk zijn, juist bij de politie.
De hunkering naar een samenleving op basis van gelijkwaardigheid is prima. Maar om die gelijkwaardigheid te bereiken mag je nooit, op welke grond dan ook, (positief) discrimineren. Dat gebeurt nu zo vaak dat artikel 1 steeds minder waarde heeft gekregen.