David Cameron heeft gegokt en verloren met zijn Brexit referendum. In plaats van zijn eigen politieke positie en die van het Verenigd Koninkrijk binnen de Europese Unie (EU) te versterken betekende het zijn politieke Waterloo. Zijn grote rivaal Boris Johnson had het sentiment onder de Britten aanmerkelijk beter ingeschat. Ditzelfde lot dreigt de Italiaanse premier Matteo Renzi te overkomen. Ook hij heeft zijn politieke lot verbonden aan de uitslag van een referendum. In oktober mogen de Italianen stemmen over een aantal hervormingen die Renzi wil doorvoeren.
Financial Times columnist Wolfgang Münchau
schrijft dat een aantal van zijn Italiaanse vrienden denken dat Renzi daarmee een wilde gok heeft genomen. En als Renzi verliest – ingeval de Italianen tegen stemmen - dan is het meteen einde premierschap voor de jonge politicus.
Münchau constateert drie belangrijke implicaties van de Brexit-uitslag voor Italië. Allereerst economisch. Het vertrek van de Britten zal een grote impact hebben op de economie van de eurozone, waar ook Italië deel van uitmaakt. En voor de Italianen zijn de Brexit-druiven des te zuurder, omdat het land toch al nauwelijks groeit. Met een groei van nog niet eens 1 procent zullen de gevolgen van de Brexit mogelijk tot een krimp leiden.
Een tweede complicatie vormen de Italiaanse
banken, die
sterk onder gekapitaliseerd zijn. De aandelen van de Italiaanse banken doken vandaag naar
het laagste punt sinds vier jaar. De Italiaanse bankensector kampt met
een grote hoeveelheid slechte leningen. Wil Renzi de Italiaanse banken van de dreigende déconfiture redden dan kan hij kiezen uit twee kwaden: ofwel door een beroep te doen op het permanente noodfonds ESM (Europees Stabiliteits mechanisme) ofwel door alle Europese afspraken inzake ongeoorloofde staatssteun aan banken aan zijn laars te lappen. Het eerste betekent dat Italië onder curatele van Brussel wordt gesteld – voor de trotse Italianen een horror scenario - ; het tweede betekent ruzie in de Eurozone tent.
Tenslotte, en volgens Münchau misschien wel de belangrijkste complicatie, is de politieke impact die een negatieve uitkomst van het referendum kan hebben. De
vijf-sterren beweging van de komiek Beppe Grillo zou weleens flinke electorale veren kunnen plukken van Renzi’s bluf. Grillo’s partij zit in de lift en won recent nog de burgemeestersverkiezingen in Rome en Turijn. Een verdere populariteitstoename zou de Europese Commissie bijzonder slecht uitkomen. Vorige week nog liet Grillo weten Italiaanse deelname aan de
euro te heroverwegen.
Dat laatste mag niemand verbazen. Anders dan in het Verenigd Koninkrijk is de werkloosheid in Italië torenhoog – net als in alle andere Mediterrane eurozone landen trouwens. Dit en de lage economische groei zorgen voor een geringe bereidheid onder de bevolking om nog meer hervormingen te accepteren. Het is dus geenszins verwonderlijk dat de Italianen de gemeenschappelijke munt aanwijzen als voornaamste oorzaak van de misère. Uit een
peiling van Pew blijkt, dat de Italianen na de Grieken het meest negatief denken over het door Brussel gevoerde hervormingsbeleid.
Mocht het inderdaad tot een vertrek uit de eurozone komen dat zal de klap harder aankomen dan de val van Lehman Brothers in 2008 of de Wall Street crash van 1929, denkt Münchau. Om deze catastrofe te vermijden zou de eurozone politiek verder moeten integreren volgens de FT columnist. Met andere woorden: of de Noord-Europese belastingbetaler het verschil maar even wil aanpassen. Je vraagt je af of er weleens aan gedacht kan worden om de euro op te doeken of in elk geval enige flexibiliteit in het euro-systeem in te bouwen. Op een permanente transferunie zitten de Nederlandse en Duitse belastingbetalers bepaald niet te wachten.
Jean Wanningen is afkomstig uit het bedrijfsleven, thans auteur bij Follow The Money en onafhankelijk EU-researcher. Volg hem op Twitter: @trias_politica.