Met de door vrijwel niemand verwachte uitslag van de Britse Lagerhuisverkiezingen - een absolute meerderheid voor premier Cameron en zijn Conservatieven - heeft de bevolking van het Verenigd Koninkrijk een keuze gemaakt vóór de hervormingskoers van David Cameron, zowel in nationaal als in Europees opzicht.
Hoewel het Britse kiesstelsel voor enorme vertekeningen zorgt waar vooral UKIP met ruim vier miljoen stemmen en slechts één zetel het slachtoffer van is geworden, kunnen we toch het één en ander afleiden uit deze uitslag. De meerderheid van de Britten lijkt niet zo ver te zijn dat ze Farage willen volgen bij een exit uit de EU, maar ze zijn ook niet geporteerd voor méér EU. Zo interpreteer ik tenminste de keiharde afstraffing van Labour en LibDem: de bevolking steunt Cameron in zijn poging de EU te hervormen.
Een hervormer met economisch succes
Nationaal gezien is Cameron beloond voor zijn hervormingsbeleid en vooral voor het resultaat daarvan: al twee jaar de hoogste economische groei in de EU, waarmee het VK zelfs de sterke Duitse economie achter zich laat. Natuurlijk kun je hier het e.e.a. op aanmerken. Niet alle hervormingen en bezuinigingen van Cameron verdienen de schoonheidsprijs, maar door de collectieve uitgavenquote te verlagen van 50 naar 43% in combinatie met belastinghervormingen en hervorming van de arbeidsmarkt, maakte Cameron van het Verenigd Koninkrijk weer een economische power house.
Vergelijk dat maar eens met de treuzelende en wollige (c’est très difficile) Franse president Hollande. In Frankrijk staat de collectieve uitgavenquote op maar liefst 57%.
Het Europese spel
Ook Europees gezien staat Cameron te boek als hervormer, zeker na zijn Bloomberg speech van begin 2013 en is daardoor de tegenstrever van de centralistische EU-bureaucraten onder leiding van Jean-Claude Juncker. Cameron is nu in een sterke positie om zijn eis voor EU-hervorming kracht bij te zetten, met een EU-referendum in 2016 of 2017 als stok achter de deur. Dit houdt natuurlijk het risico in dat wanneer Cameron geen of minimale concessies krijgt van de Europese Commissie, de Britse bevolking vóór een EU-exit zal kiezen. Dat geeft onzekerheid, iets waar de financiële markten niet van houden.
De kans op een Brexit is volgens sommige analisten toegenomen. Mogelijk zal Juncker’s rechterhand Frans Timmermans in dit spel een sleutelrol krijgen. Daar komt bij dat Nederland in 2016 roulerend EU-voorzitter is. Een troefkaart voor Rutte, maar wat zal hij ermee doen? Onze man in het torentje begon in 2013 zijn H.J. Schoo-lezing met de legendarische woorden: “Visie is als de olifant die het zicht beneemt”. Hij beriep zich toen op principes in plaats van visie, maar welke principes voor Mark Rutte heilig zijn is mij niet bekend. Hij lijkt nogal makkelijk zijn beloftes te breken. Daarnaast heeft Nederland als euroland natuurlijk ook een wat andere positie dan het VK.
Lees verder op pagina 2.
Cameron’s plannen voor EU-hervorming
Wat zijn nu precies de hervormingseisen van Cameron in EU-verband? De speech van 2013 was in dat opzicht vrij vaag. De Volkskrant zet e.e.a. op een rijtje. Cameron wil minder Europese regels. Daar wordt inmiddels aan gewerkt door Timmermans, dus hierover lijkt overeenstemming mogelijk. Daarnaast wil Cameron een lagere EU-bijdrage voor het Verenigd Koninkrijk. Ook op dit punt lijkt een compromis mogelijk.
De angel in de hervormingsvoorstellen van Cameron is dat hij beperkingen wil op het vrije personenverkeer van de EU. Dit raakt de heilige graal van de EU-ideologie. Juncker en ook Merkel hebben al aangekondigd dat ze daar niets van willen weten. Toen Cameron het idee in 2013 lanceerde, werd hij meteen afgeblaft in deze zeven minuten durende tirade van toenmalig Europees Commissaris Viviane Reding.
Cameron voelt in eigen huis de hete adem in de nek van de inmiddels door miljoenen Engelsen gesteunde UKIP beweging, die – mijns inziens volkomen terecht – vindt dat het immigratiebeleid een nationale bevoegdheid is en dat de hele kerstboom van EU- en VN verdragen, regels, jurisprudentie en wat dies meer zij beter afgeschaft kan worden, zodat de Britten daar als autonoom volk weer zelf over kunnen beslissen. Een groot deel (minstens een derde) van Cameron’s eigen partij is eveneens sterk eurosceptisch.
David Cameron zal daarom bij zijn eigen bevolking niet wegkomen met minimale, cosmetische aanpassingen van wat Viviane Reding de “4th pillar” noemde van de EU, free movement of people. Reding sprak in dat verband over de vier pillars: “Freedom of movement of capital, of goods, of services and of people” en voegde daar bijna schuimbekkend aan toe: “you want the four, or you want none!”.
Nu denk ik dat bijna niemand de vrijheid om te reizen en/of ergens anders te gaan wonen in de EU totaal aan banden wil leggen, het gaat meer om de vraag in hoeverre we ons uitkeringsstelsel openstellen voor derden die daar nooit aan bijgedragen hebben en of we verdringing op de arbeidsmarkt toestaan door concurrentie van werknemers uit EU-landen met een veel lager loonpeil. Cameron is op dit punt realistischer dan de gelijkheids-fetisjisten in Brussel, maar krijgt weinig ruimte voor een eigen beleid.
De EU-hervormers waaronder ook de Britse Conservatieven, verenigd in de ECR-fractie in het Europees Parlement met daarin ook de Nederlandse CU-SGP fractie, hebben door de overwinning van Cameron wat meer wind in de zeilen. Dat is ze gegund, maar het is vraag of het concreet iets gaat opleveren. We zullen het kritisch blijven volgen.