Het zijn twee van 's werelds grootste democratiën. Beide maken onderdeel uit van de veelsproken "BRIC" van opkomende markten. Beide beschouwen zichzelf als ongebonden maar alliëren zich, als het er op aankomt, liever aan de Washington Consensus dan de anti-globaliseringsretoriek van hun linkse partijen doet vermoeden. Toch is in de beide landen links aan de macht maar waar dat India problemen begint te geven timmert Brazilië rustig aan de weg zonder dat het internationaal de aandacht wekt.
Eerst India. Daar regeert de almaar inpopulairder wordende Manmohan Singh. Wereldwijd wordt hij geprezen om het liberaliseringsbeleid dat hij als minister van Financiën begin jaren negentig inzette maar zo langzamerhand is er van liberalisering nauwelijks meer sprake en vervalt India in het historische patroon van lage groei en hoge overheidsuitgaven.
Het enorme land kwam redelijk uit de kredietcrisis van 2008 maar de groei valt tegen. 7 procent economische expansie klinkt ons Westerlingen als muziek in de oren maar is naar de Indiase maatstaven van de afgelopen jaren, zeker gelet op het enorme potentieel van het land, bescheiden. De investeringen beginnen op te drogen terwijl de regering moeite heeft om een begrotingstekort van 6 procent te dichten. Ondanks een torenhoge rentestand van 8,5 procent blijft de inflatie oplopen.
Dat de hervormingsbereidheid van de regeringscoalitie een dieptepunt heeft bereikt bleek eind vorig jaar toen de premier de winkelmarkt trachtte open te breken voor buitenlandse grootheden als Tesco en Wal-Mart. Dat stuitte op fel verzet van de achterban die het plan afschoot. Onder druk van buitenlandse concurrentie zouden Indiase bedrijven hebben moeten moderniseren. Dat was precies de reden waarom veel Indiase politici er niet aan wilden. Modernisering gaat immers gepaard met onrust op de markt. Daar zaten de parlementsleden, die geneigd zijn om vooral aan het belang van hun districten, niet zozeer dat van het land, te denken, niet op te wachten.
In plaats van de markt te liberaliseren kwam de regering met een plan om honderden miljoenen mensen van gratis voedsel te voorzien. Helaas blijkt het socialisme in India springlevend. Wellicht dat er verandering in komt wanneer de conservatieven in 2014 aan de macht komen maar daar gaan investeerders niet op wachten.
De Braziliaanse president toont meer moed. De voormalige guerillastrijdster Dilma Rousseff staat bekend als pragmatisch en een technocraat wat het haar in Brasília niet makkelijker maakt. Net als in India is de politieke cultuur van Brazilië namelijk doordrenkt van corruptie en vriendjespolitiek. Daar wil Rousseff verandering in brengen. Zij hoopt dit jaar een pakket aan maatregelen door het Congres te loodsen wat corrupte politici steviger aanpakt.
Uiteraard is er verzet. Rousseff steunt op een linkse meerderheid waarvan met name kleinere partijen weinig moeten hebben van haar hervormingspogingen. Zij geven liever meer geld uit aan subsidies en sociale zekerheden. Dat levert stemmen op.
De Braziliaanse verzorgingsstaat zal onder Rousseff niet worden afgebouwd. In tegendeel, een enorm welvaartsprogramma dat door haar voorganger is opgezet en de armen ten goede komt is mateloos populair en deel van de reden waarom zij de presidentsverkiezingen vorig jaar glansrijk won.
Door de corruptie een halt toe te roepen en regelgeving voor bedrijven en investeerders te versoepelen kan ze echter wel een slag maken. Brazilië exporteert veel grondstoffen. De winst die daaruit vloeit zou gebruikt kunnen worden om industriën en diensten op te zetten maar dan moet het wel makkelijk worden voor (buitenlandse) ondernemers om zaken te doen.
Er is de afgelopen jaren enige vooruitgang geboekt. Met name het handelsbeleid is geliberaliseerd maar het kost nog altijd veel tijd en geld om een bedrijf te starten. Het arbeidsrecht moet versoberd worden als Brazilië meer mensen aan het werk wil krijgen. De overheidsuitgaven moeten in balans worden gebracht en de staat moet zich terugtrekken als het ondernemers en investeerders de ruimte wilt geven om de economie verder te doen groeien.
In zowel Brazilië als India zijn de uitdagingen groot maar dat is het economische potentieel van beide landen ook. In India ontbeert echter grotendeels visie en de wil om het land concurrerender te maken. In Brazilië is de wil op het hoogste niveau aanwezig. Vraag is of de president erin slaagt om haar partij dit jaar mee te krijgen.
Foto: Blog do Planalto / Roberto Stuckert Filho