Onlangs verscheen een buitengewoon lezenswaardig boek over de dieperliggende oorzaken van de Europese kredietcrisis.
In Boomerang, the Meltdown Tour vervolgt Michael Lewis zijn zoektocht naar het verhaal achter de kredietcrisis dat hem eerder al de wereldwijde bestseller The Big Short (Inside the Doomsday Machine) opleverde.
Lewis opent zijn boek met een gesprek dat hij eind 2008 had met een Texaanse investeerder genaamd Kyle Bass. Als een van de eersten waarschuwde die dat de kredietcrisis nog verre van voorbij was. In de periode 2002-2008 was volgens zijn berekeningen de totale wereldwijde schuldenlast meer dan verdubbeld: van $84 biljoen naar $195 biljoen (195 duizend miljard). Een groot deel van die schuldenlast stond op naam van banken en andere financiele instellingen, maar omdat de banken die schulden nooit zouden kunnen terugbetalen, kwam de rekening in geval van een dreigend faillissement uiteindelijk te liggen bij de landen waarin die banken gevestigd waren. En omdat het Bass overduidelijk leek dat ook die landen de enorme schuldenberg nooit zelfs maar gedeeltelijk konden afbetalen, waren nationale bankroeten volgens hem onvermijdelijk.
Het is een redenering waar geen speld tussen te krijgen valt. De overheden in de Europese landen die Lewis in de loop van zijn boek bezoekt, bleken echter geen van allen over het rekenvermogen van Bass te beschikken. Een van de belangrijkste rode draden die door zijn verhaal loopt, is dan ook de grensoverschrijdende onnozelheid van de besluitvormers. Het meest schrijnende voorbeeld daarvan is de Ierse regering, die in een vlaag van verstandsverbijstering de hele schuld van het Ierse bankwezen garandeerde en zo in een klap de nationale schuld zag verdubbelden toen de banken uiteindelijk toch omvielen. Ook de Duitsers blijken nauwelijks in staat de gevolgen van hun handelingen door te rekenen. Zolang er maar strenge regels zijn, en die regels ogenschijnlijk nageleefd worden, lijken ze bereid elke deal te tekenen. Dat anderen gewetenloze Amerikaanse bankiers, corrupte Griekse burgers of onbetrouwbare Franse politici hen telkens weer in de maling nemen, lijken ze volstrekt niet door te hebben.
De Amerikaanse titel van het boek is overigens een stuk harder dan de versie die op de Europese markt wordt uitgebracht: Boemerang, een reis door de nieuwe Derde Wereld. Blijkbaar begrijpt de uitgever goed dat wij een boek dat ons al te nadrukkelijk confronteert met wat onvermijdelijk gaat volgen nooit zullen kopen omdat we niet lijken te willen geloven dat de situatie werkelijk zo ernstig is als hij stelt. Voo wie daar overigens nog aan twijfelt: onze minister van Financien Jan Kees de Jager gaf deze week in een vraaggesprek met de FT Deutschland aan dat Nederland onder strenge voorwaarden bereid is via het EFSF de bankenschulden van andere landen te garanderen. De drie grootste Franse banken alleen al hebben een schuld van 4,7 biljoen meer dan het bruto nationaal produkt van Nederland en Duitsland bij elkaar opgeteld! De Jager staat dus op het punt om heel Europa onder strenge voorwaarden het Ierse scenario in te duwen. Europeanen, of in ieder geval Nederlanders en Duitsers, willen blijkbaar bedrogen worden. Het is de deprimerende conclusie waaraan men zich na lezing van dit prachtige boek niet kan onttrekken.